Droebel glimlachte nog steeds op die vreemde manier en hij keek opnieuw even naar Harry voor hij antwoord gaf. ‘Dus je bent bereid te geloven dat Heer Voldemort is teruggekeerd, omdat dat gezegd wordt door een krankzinnige moordenaar en een jongen die… nou…’
Droebel keek Harry opnieuw aan en die begreep het plotseling.
‘U heeft dat stuk van Rita Pulpers gelezen, meneer Droebel,’ zei hij kalm.
Ron, Hermelien, mevrouw Wemel en Bill schrokken zich wild. Ze hadden niet beseft dat Harry wakker was.
Droebel werd een beetje rood, maar zijn uitdrukking was uitdagend en koppig.
‘En wat dan nog?’ zei hij, met een blik op Perkamentus. ‘Ik las dat je bepaalde feiten over Harry heel erg stil hebt gehouden, Perkamentus. Dus hij is een Sisseltong, hè? En hij heeft vaak rare toevallen —’
‘Ik neem aan dat je de pijnaanvallen bedoelt die Harry soms in zijn litteken heeft?’ zei Perkamentus koel.
‘Dus je geeft toe dat hij die aanvallen heeft?’ zei Droebel vlug. ‘Hoofdpijn? Nachtmerries? Misschien wel — hallucinaties?’
‘Luister naar me, Cornelis,’ zei Perkamentus, die een stap in de richting van Droebel deed. Hij straalde opnieuw dat ondefinieerbare gevoel van macht uit dat Harry ook was opgevallen nadat hij Krenck had Verlamd. ‘Harry is even goed bij zijn hoofd als jij of ik. Dat litteken op zijn voorhoofd heeft zijn hersens niet aangetast. Ik ben ervan overtuigd dat hij pijn voelt als Heer Voldemort in de buurt is of extra moorddadige gedachten heeft.’
Droebel was een stapje achteruit gegaan, maar zijn gezicht was nog even koppig. ‘Neem me niet kwalijk, Perkamentus, maar ik heb nog nooit gehoord dat het litteken van een vloek als een soort alarmbel zou kunnen werken…’
‘Hoor eens, ik heb Voldemort zelf zien herrijzen!’ schreeuwde Harry. Hij probeerde op te staan, maar mevrouw Wemel dwong hem te gaan liggen. ‘Ik heb die Dooddoeners gezien! Ik kan u hun namen geven! Lucius Malfidus —’
Sneep maakte plotseling een beweging, maar toen Harry naar hem keek, flitsten Sneeps ogen terug naar Droebel.
‘Malfidus is vrijgesproken!’ zei Droebel, zichtbaar beledigd. ‘Een heel oude familie — geeft altijd veel aan goede doelen —’
‘Vleeschhouwer!’ vervolgde Harry.
‘Ook vrijgesproken! Werkt nu voor het Ministerie!’
‘Arduin — Noot — Korzel — Kwast —’
‘Je herhaalt alleen maar namen van mensen die dertien jaar geleden zijn vrijgesproken omdat ze geen Dooddoeners waren!’ zei Droebel boos. ‘Je had die namen ook in oude processtukken kunnen lezen! Allemachtig, Perkamentus — eind vorig jaar kwam die jongen ook al met een of ander idioot verhaal — zijn fantasie wordt steeds groter, maar jij slikt blijkbaar alles — die jongen kan met slangen praten en toch denk je dat hij te vertrouwen is?’
‘Idioot!’ riep professor Anderling. ‘Carlo Kannewasser! Meneer Krenck! Dat waren niet de willekeurige slachtoffers van een krankzinnige!’
‘Ik zie niets dat op het tegendeel wijst!’ schreeuwde Droebel met een paarsrood hoofd en even woedend als zij. ‘Volgens mij proberen jullie een paniekstemming te veroorzaken, die alles waar we de afgelopen dertien jaar voor gezwoegd hebben in gevaar zal brengen!’
Harry kon zijn oren niet geloven. Hij had Droebel altijd als een vriendelijke man beschouwd, een beetje overheersend en pompeus misschien, maar in wezen een beminnelijk mens. Nu zag hij echter een kleine, woedende tovenaar die ronduit weigerde te accepteren dat zijn comfortabele, goedgeordende wereldje in gevaar zou kunnen komen — die weigerde te geloven dat Voldemort herrezen kon zijn.
‘Voldemort is teruggekeerd,’ herhaalde Perkamentus. ‘Als je dat feit aanvaardt, Cornelis, en de noodzakelijke maatregelen neemt, kunnen we de situatie misschien nog redden. De eerste en meest essentiële stap is om de leiding over Azkaban uit handen te nemen van de Dementors —’
‘Belachelijk!’ riep Droebel opnieuw. ‘De Dementors wegsturen? Als ik dat alleen maar voorstel, word ik al ontslagen! De enige reden waarom een heleboel mensen rustig slapen, is omdat ze weten dat Azkaban bewaakt wordt door de Dementors!’
‘En sommige mensen slapen heel wat minder rustig, Cornelis, omdat ze weten dat je de gevaarlijkste volgelingen van Heer Voldemort laat bewaken door schepsels die zich onmiddellijk bij hem zullen aansluiten zodra hij dat aan ze vraagt!’ zei Perkamentus. ‘Ze blijven je echt niet trouw! Voldemort kan ze veel meer mogelijkheden bieden om hun krachten en lusten te botvieren! Als hij gesteund wordt door de Dementors en zijn oude volgelingen, zul je er een heel zware dobber aan hebben om te voorkomen dat hij weer even machtig wordt als dertien jaar geleden!’
Droebel deed zijn mond open en dicht, alsof er geen woorden sterk genoeg waren om zijn verontwaardiging uit te drukken.
‘De tweede stap die je nemen moet — en wel onmiddellijk,’ ging Perkamentus verder, ‘is afgezanten sturen naar de reuzen.’
‘Afgezanten naar de reuzen?’ krijste Droebel, die eindelijk weer iets kon uitbrengen. ‘Wat is dat voor waanzin?’
‘We moeten ze vriendschap en verzoening aanbieden, voor het te laat is,’ zei Perkamentus. ‘Anders zal Voldemort hun, net als de vorige keer, wijsmaken dat hij de enige tovenaar is die bereid is ze hun rechten en vrijheid te schenken.’
‘Dat — dat kun je niet menen!’ bracht Droebel moeizaam uit. Hij schudde zijn hoofd en deinsde nog een paar stappen achteruit. ‘Als de magische gemeenschap er lucht van zou krijgen dat ik de reuzen had benaderd — iedereen haat ze, Perkamentus — dat zou het einde betekenen van mijn carrière —’
‘Je wordt verblind door je overdreven liefde voor het ambt dat je bekleedt, Cornelis!’ zei Perkamentus. Zijn stem werd luider en het aura van macht dat hij uitstraalde was haast tastbaar. ‘Je hecht te veel waarde aan de zogeheten zuiverheid van bloed en dat heb je altijd gedaan! Je ziet niet in dat het er niet toe doet hoe iemand geboren wordt, maar hoe hij of zij zich ontwikkelt! Je Dementor heeft zojuist het laatste lid van een van onze oudste families met zuiver tovenaarsbloed vernietigd — en moet je zien wat die van zijn leven gemaakt heeft! Ik zal je een ding zeggen — als je de stappen neemt die ik heb voorgesteld, zul je bekend blijven staan als een van de dapperste Ministers van Toverkunst die we ooit gehad hebben, of je je ambt nu blijft bekleden of niet. Als je niets doet — zul je de geschiedenis ingaan als de man die besloot werkeloos toe te zien en Voldemort een tweede kans gaf om de wereld te vernietigen die wij getracht hebben te herbouwen!’
‘Stapelgek,’ fluisterde Droebel, die nog steeds achteruitdeinsde. ‘Totaal krankzinnig…’
En toen viel er een stilte. Madame Plijster stond verstijfd bij het voeteneinde van Harry’s bed, met haar handen tegen haar mond gedrukt. Mevrouw Wemel hield Harry bij zijn schouder, zodat hij niet kon opstaan. Bul, Ron en Hermelien staarden Droebel aan.
‘Als je vastbeslotenheid om toch vooral de waarheid niet onder ogen te zien je zover drijft, Cornelis,’ zei Perkamentus, ‘dan scheiden hier onze wegen. Jij moet doen wat je goeddunkt. En ik — ik zal doen wat mij goeddunkt.’
Er klonk geen spoortje dreiging in de stem van Perkamentus; het was of hij gewoon een feit vermeldde, maar Droebel reageerde geschokt en verontwaardigd, alsof Perkamentus met opgeheven toverstaf op hem afkwam.
‘Hoor eens, Perkamentus,’ zei hij en hij zwaaide nijdig met zijn vinger. ‘Ik heb je altijd de vrije hand gegeven. Ik heb altijd veel respect voor je gehad. Misschien was ik het met sommige beslissingen niet eens, maar dat heb ik nooit hardop gezegd. Niet veel mensen zouden je een weerwolf laten aannemen, of Hagrid, of je helemaal zelf laten besluiten wat je je leerlingen wilt bijbrengen, zonder ruggespraak met het Ministerie. Maar als je me wilt tegenwerken —’
Читать дальше
Конец ознакомительного отрывка
Купить книгу