Geschokte ouders hadden, om die reden, tevergeefs geprotesteerd bij het rectoraat van het bisschoppelijk college. De eerwaarde heer tuchtprefect was echter altijd al goed bevriend geweest met een senator van de katholieke partij, en een vicaris van het bisdom Gent was altijd als het ware kind aan huis geweest bij zijn ouders. Wat de ouders van studenten, ja dan neen, jaarlijks aan steun schonken aan wat gemeenzaam het bouwfonds van het bisschoppelijk college werd genoemd, was voor de lijfelijk straffende prefect en het rectoraat van het bisschoppelijk college vaak bepalend geweest voor de rechtvaardigheid waarmee de soms moeilijk hanteerbare leerlingen beoordeeld en bestraft werden. Vanzelfsprekend waren die schenkingen vaak te berde gebracht geweest bij de moeilijkere, meer delicate deliberaties na de examenperiodes.
2.2 - Geschiedenis
In zijn zondagse preek, door hemzelf steevast homilie genoemd, bracht de pastoor die zondag de oorlogsdreiging ter sprake. Met donderende stem, met veel tremolo’s, verkondigde hij: ”Dat de wereld naar mijn weten, de laatste decennia, zeer losbandig is geweest en voortdurend heeft geleefd in zware zonde.
”De socialisten hebben Aalst al in hun klauwen gekregen en in belangrijke wijken van Gent hebben goddeloze arbeiders zich verenigd in een duivelse vakbond …!
”Een Gentse krant met de vreemde naam Vooruit verschijnt met opruiende krantenkoppen gericht tegen de Kerk en haar gezag!
”Een Gentse brouwerij Vooruit brouwt nu bier voor de werkman en brengt zo de duivel in de benevelde ziel van de katholieke en gelovige arbeider.
Brouwerij Vooruit Dahliastraat Gent
”Ja, zelfs een Gentse suikerfabriek Vooruit zorgt voor goedkope suiker bestemd voor de gewone man. Bakkerijen en spinnerijen dragen in de Arteveldestad vaak de naam Vooruit!
”Een bank opgericht door de goddeloze, socialistische partij met de naam Bank Van De Arbeid beheert godbetert de geldstromen van haar leden en rekent hen belachelijk lage interesten aan.
Volkshuis ’De Vooruit’, Gent
Als klap op de vuurpijl is een volkshuis met de naam Vooruit in de loop van het voorbije jaar 1913, plechtig ingehuldigd geweest als tempel voor en van de werklieden. Bovendien hebben de socialisten een politieke organisatie, genoemd de Belgische Werklieden Partij, opgericht om alle macht naar de arbeiders te brengen; om de heilige Kerk en haar gezag, dat ze nota bene van God heeft gekregen, schade toe te brengen en misschien wel te vernietigen.
”De kardinaal aartsbisschop heeft ons in het verleden in meerdere leerredes gewezen op het gevaar van het daensisme. Een verderfelijk man, Adolf Daens, die zichzelf priester heeft durven noemen, uit de streek van Aalst, is nu al enkele jaren geleden gestorven. De man heeft na zijn dood het gif van zijn verfoeide sociale Christene Volkspartij in handen van zijn broer Pieter gelegd. Pieter, ’Pie’ voor de vrienden, een uitgever, is via zijn pers en uitgeverij die zogenaamde christen-sociale gedachte tegen kinderarbeid en, bij uitbreiding tegen elke vorm van te zware arbeid door arbeiders in het algemeen, blijven verspreiden.
”Bolsjewieken zijn het, communisten die het gif van het socialisme verspreid hebben binnen de heilige Rooms-katholieke kerk. De heilige Vader in Rome, Pius X, loopt, bij mijn weten, gebukt onder de dreiging van het Bolsjewisme en het communisme van godloochenaar Lenin.
”Ja, kardinaal Désiré-Joseph Mercier heeft mij, de pastoor van deze Lichtmisparochie in Lieferinge, in een persoonlijk gesprek gevraagd mijn gelovigen te waarschuwen voor het opkomende gevaar van de wolf, genoemd socialisme, vermomd in een schapenvacht met de naam daensisme. Zijne eminentie kardinaal Mercier heeft mij in datzelfde gesprek gewezen op de gevaren van het opkomende flamingantisme. Vlaams is een dialect en wordt door de heilige kerk in de persoon van de kardinaal en door het Belgische hof onder gezag van koning Albert I beschouwd als een inferieur communicatiemiddel voor minderbegaafden.”
Wrijvend over zijn stoppelbaard had de prins van de kerk zich openlijk afgevraagd waar het heen moest met de wereld als alle priesters van zijn aartsbisdom Vlaams zouden beginnen spreken. Hij, de kardinaal, primaat van België, was door Rome verkozen geweest om te bevelen in het Frans. Anderen, zijn ondergeschikten, waren daarentegen voorbestemd om hem te gehoorzamen in de Franse taal. Zij mochten door de neerbuigende goedheid van zijne excellentie zijn orders verder doorgeven en laten uitvoeren in hun eigen patois; in hun eigen minderwaardige dialect.
De pastoor vervolgde: ”Tussen mijn parochianen, ja zelfs op dit eigenste ogenblik in mijn kerk, onder mijn priesterogen, zijn mensen aanwezig die de Christene Volkspartij en ja … zelfs de Belgische Werklieden Partij, die demonische, verderfelijke, Gentse partij, toegenegen zijn. Dat zijn parochianen die sympathieën koesteren voor de partij van Satan. Dat zijn zogenaamde, valse gelovigen die God ontrouw zijn geworden. Ik kan van hierboven op mijn preekstoel duidelijk zien, hoe de verderfelijke demon op bokkenpoten in deze kerk zijn harige staart en godslasterlijke fallus tussen de rijen stoelen wringt om zielen te winnen voor zijn lage, zondige doel. Om brave vrouwen aan te zetten tot het plegen van ontucht, copulatie, fellatio, sodomie, allemaal onnoemelijke daden en zonden, jazeker, doodzonden! De hel en het eeuwige vuur zullen hen wachten; zullen hun verdiende loon worden. Dat weet ik met zekerheid!
”Weten mijn parochianen, zondaars, hier in deze mooie parochiekerk, wel wat het betekent eeuwig te branden in een nooit aflatend hellevuur?”
Gestommel en geroezemoes in de kerk verraadden dat mensen stiekem en ongerust om zich heen speurden naar harige staarten en bokkenpoten, om te weten wie dan wel in de ban zou kunnen zijn van het goddeloze en wie gedoemd zou kunnen zijn om voor altijd te branden in de hel. Zoveel geleerde woorden waren ze van hun pastoor niet gewend en zijn verwarrende Latijnse woorden werden ook niet helemaal begrepen door de verontrust luisterende gelovigen.
Zonder zich om te draaien keek Manten onderdoor zijn armen nauwgezet naar Sonja, zijn ouders en zijn grootouders, en verder in de richting van de kerkpoort met daarboven het mooie orgel op het oksaal. Enigszins gerustgesteld zag hij geen enkele van de door de pastoor vermelde duivelse attributen verschijnen in de buurt van zijn familie. Mogelijk kon hij dat net niet zien omdat hij soms zelf zondigde, twijfelde hij. Volgende vrijdag zou hij zeker gaan biechten bij het paterke. Misschien zou hij dan volgende zondag tijdens de hoogmis, onbezoedeld door zonde, beter de demon kunnen zien en weten wie, hoe en waar …!
Kardinaal Mercier
De zielenherder vervolgde zijn sermoen:
”Zo zijn eveneens veel van mijn parochianen, hier nu in deze parochiekerk aanwezig, die nieuwe goddeloze partij genegen! Ook zij hebben God, de Schepper, naast zich neergelegd! Ook zij hebben aan de zondagsplicht hun klompen geveegd! Ook zij hebben vergeten bij mij hun zonden te komen biechten en aan mij nederig vergiffenis te vragen, aan hun herder, aan hun pastoor, hun plaatsvervanger op aarde van de almachtige God! Ook zij die op deze zondag aanwezig zijn onder mijn kansel, zij die nu de zondagsmis bijwonen bij mij in de kerk, hebben als verwerpelijke zondaars verzuimd de deugd van de nederigheid en naastenliefde te beoefenen. Ook zij hebben zwaar gezondigd tegen het zesde en negende gebod …! Onkuisheid hebben ze bedreven zonder een uitdrukkelijke kinderwens te hebben.
Читать дальше