Willem Van Torre - De Ganzenpoot

Здесь есть возможность читать онлайн «Willem Van Torre - De Ganzenpoot» — ознакомительный отрывок электронной книги совершенно бесплатно, а после прочтения отрывка купить полную версию. В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Жанр: unrecognised, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.

De Ganzenpoot: краткое содержание, описание и аннотация

Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «De Ganzenpoot»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.

De Ganzenpoot is een verhaal over bloed, zweet, tranen en erotiek en vertelt over de ervaringen van de jonge boerenzoon Manten Decroo die besluit zich als vrijwilliger aan te melden bij het Belgische front, ten tijde van de Eerste Wereldoorlog.
Het is een historisch verhaal met de kenmerken van een roman. Het boek is geschreven rond een fictieve familie. De schrijver, Willem van Torre, vond zijn inspiratie in alles wat zijn grootmoeder, inmiddels al bijna vijftig jaar geleden overleden, over deze periode vertelde. Van Torre heeft met De Ganzepoot vooral het maatschappelijk leven van voor en na de oorlog weten te schetsen.

De Ganzenpoot — читать онлайн ознакомительный отрывок

Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «De Ganzenpoot», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.

Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

De pastoor was al sedert een tiental jaren parochieherder van de Onze-Lieve-Vrouwe-Lichtmiskerk in Lieferinge. Hij werd in die taak soms bijgestaan door een pater uit een klooster in de stad. De rode blos op het papperige gezicht van de priester verraadde de hitte en het tekort aan lucht in de kerk ondanks de wijd openstaande, zware eiken toegangsdeuren met zwart smeedijzeren beslag. De last van de hitte woog zichtbaar op zijn afhangende schouders. Het zwarte bonnet met drie opstaande vleugeltjes had hij afgezet en op de rand van de kansel boven op de manipel gelegd.

Manten keek naar de man, hoog boven hem op de preekstoel, met de prachtige sculpturen in donker glanzend notenhout. Hij merkte dat het witte doek, dat amict genoemd werd, wist hij van toen hij misdienaar was geweest, rond de vlezige nek van de man die daar boven hem zijn gelovigen toesprak, doorweekt was. Op de bovenlip van de priester zag hij kleine zweetdruppels als pareltjes.

Toen Manten rond zijn twaalfde jaar de beginnende baard in de keel had gekregen had pastoor Sluyts hem bedankt voor zijn jarenlange inzet. Hij had toen zijn rode en zwarte toga samen met de witte kanten superplie moeten inleveren bij de nonnen van het klooster in Ninove. De man verkoos, zo had hij gesteld, kleine jongetjes in zijn hoogkoor.

De pastoor was een heel vreemde, zware man met op zijn minst gezegd nogal bizarre neigingen. De veertigjarige priester was niet erg geliefd bij zijn schapen. Volgens weduwen en ander ongetrouwd vrouwvolk hield hij er nogal speciale gewoonten op na. Menige getrouwde vrouw in zijn parochie voelde zich in zijn bijzijn, volgens haar bewering onder vriendinnen, niet helemaal op haar gemak; niet echt veilig. Zijn priemende blik onderzocht en doorzag hen, alsof ze naakt waren, zegden ze met al dan niet geveinsde afkeer. Met de regelmaat van de klok bracht de zielenherder deze schaapjes, zijn parochianen, overdag en niet vooraf aangemeld een thuisbezoek. Hij wilde zich vooral inleven in zijn gemeenschap van gelovigen, beweerde hij met vanzelfsprekende vlotheid. Vaak was de echtgenoot dan aan de slag ver weg buitenshuis. Aan een blank geschuurde keukentafel, bij een glas wijn, verslond hij graag de vrouwelijke bewegingen van zijn parochiaan. Hij was ook erg geïnteresseerd wanneer een moedertje de borsten moest ontbloten om haar kind te zogen. Dan was hij een en al bezorgdheid. Dan kon hij zijn ogen niet afwenden van het zuigende kind.

Bezorgd als de priester was om het zielenheil van zijn schapen, nodigde hij zichzelf vaak op zondagmiddag uit bij meer gegoede families, de notabelen van het dorp. Hij schoof dan gretig mee de voeten onder de rijkelijk gevulde tafel voor een lekker noenmaal, bereid door de vrouw des huizes of in enkele gevallen door haar keukenpersoneel. Op zondag, de zevende dag van de schepping, zo mocht hij graag monkelend aan zijn tafelgenoten vertellen, kreeg zijn huishoudster van hem haar rustdag; dan moest zij niet in de pastorij overnachten.

Na het Heilige Lof en de aanbidding van het Allerheiligste op zondagnamiddag vond hij makkelijk gezelschap in het dorp bij de hoofdonderwijzer, de plaatselijke veearts, de heer notaris of de heer burgemeester. Ook had hij zichzelf al een paar keren op het kasteel van Heetvelde uitgenodigd om er een feestelijkheid bij te wonen.

Bij een heerlijke bolknak sigaar, voor hem illegaal over de grens gebracht vanuit het Nederlandse Duizel, en een gul ingeschonken glas dieprode bourgognewijn werden dan, tot laat in de namiddag, de gebeurtenissen van de voorbije dagen in het dorp besproken. Zelden hadden dorpelingen hem in een roes gezien. Even zelden, behalve wanneer een sterfgeval zich aandiende in hun eigen kringen of familie, werden deze vooraanstaande burgers op hun beurt op zijn pastorij uitgenodigd.

Wat de gefronste voorhoofden van die moeders, meisjes en weduwen precies suggereerden werd door diezelfde vrouwen buiten de woonkamers aarzelend, met gedempte stem, doorverteld. Er werd onder meer gefluisterd – dat hadden twee sopranen van het zangkoor met hun eigen ogen gezien – dat hij soms met zijn huishoudster, de pastoorsmeid, op wereldse muziek ronddanste in de pastorie. De pastoor bezat namelijk een koffergrammofoon van Duitse makelij, hadden deze dames van de pastoorsmeid vernomen; een echte Die Stimme seines Herrn nog wel. De pastoor bezat een platencollectie, werd doorverteld! Platen met moderne orgelmuziek, waarvan zeker wel tien exemplaren vol met wulpse dansmuziek!

In Antwerpen was een orgelbouwer Aloïs Decap het bedrijf Decap-Frères begonnen. Aloïs was eigenlijk afkomstig van het verre West-Vlaanderen. Maar hij was iets na de eeuwwisseling in Antwerpen getrouwd met Emma Verhaeghe, een dochter van Carolus Verhaeghe en Henrica Mortier, notoire straatorgelbouwers. Als logisch gevolg waren de echtelieden ook begonnen met het ontwerpen en bouwen van orgels. Revolutionair voor die tijd was dat de orgels die Decap ontwierp, zonder enige handbediening speelden. Sommige werden met een stoommachine, andere werden al door elektriciteit aangedreven. De muziek werd zo populair dat het niet lang had geduurd voor achtenzeventig toeren grammofoonplaten met de aantrekkelijke, volkse muziek, op schellak geperst, in de handel kwamen.

Er werd namelijk door diezelfde, goedingelichte dames vermoed, bijna met enige zekerheid gesteld, dat de parochieherder, buiten het reeds doorvertelde wulpse gedrag van zijn huishoudster, wellicht, waarschijnlijk, bijna met zekerheid ook wel eens zou slapen met zijn huishoudster. En dat de priester zelf, aldus een verwerpelijke en zondige overtreding van het door hem zo vaak aangehaalde en geprezen zesde en negende gebod beging; een doodzonde!

Diezelfde vrouwen vroegen zich af wat de man als levensdoelstelling had gezocht in een doodgewone, Oost-Vlaamse plattelandsparochie ten westen van Brussel. Van familieleden die in de streek rond Halle woonden, hadden sommigen dames vernomen dat hij vroeger tuchtprefect was geweest in een bisschoppelijk college met een jongensinternaat; ze hadden ook gehoord dat hij van daar waarschijnlijk door het aartsbisdom overgeplaatst was naar het kleine Lieferinge? De laatste bewering ging meestal gepaard met veelbetekenende hoofdgebaren en de zoveelste bevestigende blik van verstandhouding tussen de insinuerende vrouwen die aan duidelijkheid voor henzelf niets te wensen overliet.

Zijn indrukwekkende, ronde, kalende hoofd vertoonde altijd een hoogrode kleur. Wanneer pastoor Sluyts boos was, zich opwond, puilden zijn tranende ogen boven zijn couperose in alle nervositeit uit hun oogkassen. Zijn zwarte soutane leek altijd te kort en blonk versleten op zijn zware buik. In tegenstelling tot zijn collega’s droeg hij zichtbaar geen zwarte pantalon onder zijn priesterkleed. Wanneer hij neerzat en hij kruiste de benen, dan kwamen zijn lange zwarte dikke wollen sokken onbeschaamd kijken, opgehouden door kakikleurige jarretels rond zijn witte mollige blauwdooraderde kuiten. De vele plekken op zijn kleed getuigden van weinig zelfrespect en van een minimale persoonlijke hygiëne. Zijn huishoudster deed haar verzorgende werk voor de pastoor duidelijk niet grondig genoeg.

De zielenherder droeg doorlopend een zoete, weeë transpiratiegeur met zich mee. Sommige van zijn biechtelingen, meestal vrouwen, beweerden te weten dat hij misschien wel een stiekeme drinker zou zijn. In de biechtstoel was de kegel, die zijn adem in de richting van de biechteling door het traliewerk blies, soms niet te harden.

In tegenstelling tot de normale gedragslijn en regels van hoffelijkheid die, in het seminarie aan geestelijken in opleiding werd opgelegd, verborg hij meestal de mollige, spierwitte en bruin gevlekte handen breeduit in de uitgerafelde zakken van zijn priesterkleed met de bekende drieëndertig knoopjes; voor elk levensjaar van Jezus één. Die vrijpostige pose benadrukte nog meer zijn imposante buik.

Hij mocht eertijds als prefect graag bestraffen. Hij werd dan vaak geleid door vreemde motieven en paste omwille van de collegediscipline nogal onorthodoxe methodes toe. De eerwaarde heer was nogal ontvankelijk voor de familiale afkomst van zijn studenten, zowel externen als internen. Het was op basis van het onderscheid dat hij hierin maakte dat hij een strafmaat bepaalde om eventuele ordeverstoorders en andere snoodaards een halt toe te roepen. Hij deinsde er niet voor terug om jongens van lagere sociale klasse, boeren en arbeiders billenkoek te geven op de ontblote bips in de beslotenheid van zijn kantoor.

Читать дальше
Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Похожие книги на «De Ganzenpoot»

Представляем Вашему вниманию похожие книги на «De Ganzenpoot» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.


Отзывы о книге «De Ganzenpoot»

Обсуждение, отзывы о книге «De Ganzenpoot» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.

x