J. Tolkien - In de ban van de Ring
Здесь есть возможность читать онлайн «J. Tolkien - In de ban van de Ring» весь текст электронной книги совершенно бесплатно (целиком полную версию без сокращений). В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Жанр: Фэнтези, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.
- Название:In de ban van de Ring
- Автор:
- Жанр:
- Год:неизвестен
- ISBN:нет данных
- Рейтинг книги:3 / 5. Голосов: 1
-
Избранное:Добавить в избранное
- Отзывы:
-
Ваша оценка:
- 60
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
In de ban van de Ring: краткое содержание, описание и аннотация
Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «In de ban van de Ring»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.
In de ban van de Ring — читать онлайн бесплатно полную книгу (весь текст) целиком
Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «In de ban van de Ring», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.
Интервал:
Закладка:
‘Zo is het,’ merkte Jonge Tom op. ‘Hemel, ze hebben zelfs Pimpels ouwe mama, die Lobelia, weggehaald, en hij was gek op haar, al was hij de enige. Sommige lieden uit Hobbitstee hebben het gezien. Ze kwam de laan door met haar ouwe paraplu. Enkele van de schurken kwamen eraan met een grote wagen. “Waar gaan jullie naartoe?” vroeg ze. “Naar Balingshoek,” zeiden ze. “Waarvoor?” vroeg ze. “Om een paar schuren voor Sjappie neer te zetten,” zeiden ze. “Wie heeft gezegd dat dat mocht?” vroeg ze. “Sjappie,” zeiden ze. “Dus ga van de weg af, ouwe vrijster!” “Ik zal je Sjappie leren, smerige diefachtige schurken die jullie zijn!” zei ze, en ze hief d’r paraplu op en ging op de leider af, die bijna twee keer zo groot was als zij. En toen grepen ze haar. Sleurden haar mee naar de Slotholen, en dat op haar leeftijd. Ze hebben ook anderen gepakt, die wij erger missen, maar je kunt niet ontkennen dat ze meer moed heeft betoond dan de meesten.’
Terwijl dit gesprek aan de gang was, kwam Sam met de Gabber naar binnen stormen. De Ouwe Gewissies zag er niet veel ouder uit, maar hij was een beetje dover geworden. ‘Goedenavond, meneer Balings!’ zei hij. ‘Ik ben werkelijk blij asdat ik u veilig terugzie. Maar ik heb nog een appeltje met u te schillen, als ik zo vrij mag wezen. U had Balingshoek nooit niet magge verkopen, zoals ik altijd al heb gezegd. Dat is het begin van alle kwaad geweest. En terwijl u in vreemde landen hebt rondgeslenterd, Zwarte Mannen bergen opjagend, naar wat Sam me verteld heeft, hoewel hij niet duidelijk heeft gemaakt waarvoor, hebben zij heel ’t Balingslaantje ondersteboven gehaald en al mijn piepers verruwineerd!’
‘Het spijt me heel erg, meneer Gewissies,’ zei Frodo. ‘Maar nu ik teruggekomen ben, zal ik m’n best doen om het recht te zetten.’
‘Nou, mooier dan dat kunt u het niet zeggen,’ zei de Gabber. ‘Meneer Frodo Balings is een echte hobbitheer, heb ik altijd gezeid, wat je ook van anderen die die naam dragen mag denken, met permissie. En ik hoop dat mijn Sam zich netjes gedragen heeft en voldoening heeft gegeven.’
‘Volmaakte voldoening, meneer Gewissies,’ zei Frodo. ‘Werkelijk, of u het wilt geloven of niet, hij is nu een van de beroemdste lieden in alle landen, en er worden liederen over zijn daden gemaakt van hier tot de Zee en voorbij de Grote Rivier.’ Sam bloosde, maar hij keek Frodo dankbaar aan, want Roosjes ogen straalden en zij glimlachte tegen hem. ‘Daar is een hoop geloof voor nodig,’ zei de Gabber, ‘hoewel, ik kan zien dat hij met vreemd gezelschap is omgegaan. Wat is er met zijn wambuis gebeurd? Ik moet niets hebben van al dat ijzerwerk aan je lichaam, of het nu weinig sleets is of niet.’
Het huishouden van Boer Katoen en al zijn gasten was de volgende ochtend vroeg op. In de nacht had men geen geluid gehoord, maar er zouden zeker meer moeilijkheden komen voor de dag om was. ‘Het lijkt alsof geen van de schurken in Balingshoek is achtergebleven,’ zei Katoen, ‘maar de troep van Wegemoet kan nu elk ogenblik hier zijn.’ Na het ontbijt kwam er een boodschapper uit Toekland aanrijden. Hij was bijzonder opgewekt. ‘Het Dinghoofd heeft ons hele land wakker geschud,’ zei hij, ‘en het nieuws gaat als een lopend vuurtje rond. De schurken die ons land bewaakten, zijn naar het zuiden gevlucht, tenminste degenen die levend zijn ontkomen. Het Dinghoofd is ze achternagegaan, om de grote troep daar te houden; maar hij heeft meneer Peregrijn teruggestuurd met alle andere lui die hij kan missen.’ Het volgende nieuws was minder goed. Merijn, die de hele nacht weg was geweest, kwam om ongeveer tien uur aangereden. ‘Er is een grote groep ongeveer twaalf mijl hiervandaan,’ zei hij. ‘Ze komen langs de weg van Wegemoet, maar een heleboel verdwaalde booswichten hebben zich bij hen aangesloten. Het zijn er zeker honderd en ze stichten brand terwijl ze oprukken. Vervloekt.’
‘Zo, die komen niet om te praten; ze zullen doden als ze kunnen,’ zei Boer Katoen. ‘Als de Toeken niet eerder komen, moesten we maar liever dekking zoeken en schieten zonder te redetwisten. We zullen moeten vechten, voordat deze kwestie is afgehandeld, meneer Frodo.’ Maar de Toeken kwamen eerder. Het duurde niet lang voor zij eraan kwamen marcheren, honderd man sterk, uit Toekburg en de Groene Heuvels, aangevoerd door Pepijn. Merijn had nu genoeg sterke hobbiterij om de schurken een warme ontvangst te bereiden. Verkenners berichtten dat zij dicht bij elkaar bleven. Zij wisten dat het land tegen hen in opstand was gekomen en waren klaarblijkelijk van plan de opstand meedogenloos de kop in te drukken, in het centrum ervan, in Bijwater. Maar hoe grimmig ze ook mochten zijn, ze schenen geen leider te hebben die iets van oorlogvoeren af wist. Zij kwamen eraan gemarcheerd zonder voorzorgsmaatregelen. Merijn stelde zijn plannen snel op.
De schurken naderden langs de Oosterweg en sloegen zonder halt te houden de Weg naar Bijwater in, die een eind tussen twee hoge bermen omhoogliep, met lage heggen erbovenop. Na een bocht, ongeveer een mijl van de hoofdweg, kwamen zij bij een zware versperring van omgekiepte boerenwagens. Dit bracht hen tot staan. Op hetzelfde ogenblik bemerkten zij dat aan weerskanten van de heggen, vlak boven hun hoofden, overal rijen hobbits zaten. Achter hen duwden andere hobbits nu nog meer wagens, die in een veld verborgen waren geweest, de weg op en versperden hun zo de terugtocht. Een stem sprak hen van boven toe. ‘Nou, jullie zijn in de val gelopen,’ zei Merijn. ‘Net als jullie makkers uit Hobbitstee; een van hen is gedood en de anderen zijn allemaal gevangengenomen. Leg jullie wapens neer. Loop dan twintig passen achteruit en ga zitten. Wie probeert uit te breken wordt doodgeschoten.’ Maar de schurken waren nu niet zo gemakkelijk te intimideren. Enkelen van hen gehoorzaamden, maar kregen het meteen met hun maten aan de stok. Een stuk of twintig gingen achteruit en vielen de wagens aan. Zes werden er doodgeschoten, maar de anderen verbraken de versperring, doodden twee hobbits en verspreidden zich over het veld in de richting van Houtenend. Nog twee vielen terwijl ze vluchtten. Merijn gaf een harde stoot op de hoorn en uit de verte klonken signalen ten antwoord. ‘Ze zullen niet ver komen,’ zei Pepijn. ‘Het krioelt nu van onze jagers in dat land.’ Daarachter probeerden de ingesloten Mannen in de laan, nog ongeveer tachtig, over de versperring en de bermen te klimmen, en de hobbits waren gedwongen om op velen van hen te schieten of met bijlen op hen in te hakken. Maar de sterksten en wanhopigsten braken aan de westzijde uit en vielen hun vijanden fel aan, en waren nu meer belust op doden dan op ontsnappen. Verscheidene hobbits sneuvelden en de anderen stonden op het punt om in te storten, toen Merijn en Pepijn, die zich aan de oostkant bevonden, eraan kwamen en op de schurken inreden. Merijn zelf doodde de leider, een grote, loensende bruut, als een grote ork. Toen liet hij zijn strijdkrachten terugtrekken en de rest van de mensen in een wijde kring van boogschutters omsingelen. Ten slotte was alles voorbij. Ongeveer zeventig booswichten lagen dood op het slagveld, en een twaalftal was gevangengenomen. Negentien hobbits waren gedood en ongeveer dertig gewond. De dode schurken werden op wagens geladen, naar een oude zandkuil in de buurt gebracht en daar begraven; in de Slagkuil, zoals deze later werd genoemd. De gesneuvelde hobbits werden samen in een graf in de helling van de heuvel ter ruste gelegd, waar later een grote steen werd opgericht met een tuin eromheen. Zo eindigde de Slag van Bijwater, 1419, de laatste slag die in de Gouw werd geleverd en de enige sinds de Groenevelden, 1147, ver weg in het Noorderkwartier. Dientengevolge, hoewel hij gelukkig slechts enkele levens kostte, wordt hij in een apart hoofdstuk in het Rode Boek vermeld, en de namen van allen die eraan deelnamen werden tot een Rol gemaakt en door geschiedkundigen van de Gouw uit het hoofd geleerd. De zeer aanzienlijke opkomst van de faam en het fortuin van de Katoens dateren uit deze tijd, maar boven aan de rol staan de namen van de Kapiteins Meriadoc en Peregrijn.
Читать дальшеИнтервал:
Закладка:
Похожие книги на «In de ban van de Ring»
Представляем Вашему вниманию похожие книги на «In de ban van de Ring» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.
Обсуждение, отзывы о книге «In de ban van de Ring» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.