Deze opmerking slaagde erin de ogen van Raeker even van het scherm te roepen. “Dat besefte ik niet,” zei hij. “Maar ik moet ook bekennen dat het geen verschil maakt voor mijn pogingen Easy en “Mina te redden. Ik deed al het uiterste.”
“Dat geloof ik ook, en ik ben er dankbaar voor. Maar ik moest dit zeggen. Als Aminadabarlee niet hier was, hoefde het niet. Maar nu u hem in alle fatsoen niet kunt ontwijken, is het absoluut nodig dat u hem begrijpt. Wat hij ook zegt, hoe onverdraagzaam, ongeduldig of gewoonweg onbeleefd hij ook is, u moet zich beheersen. Ik verzeker u dat hij uw kalmte niet als een teken van vrees zal uitleggen; zo redeneert zijn volk niet. Hij zal u des te meer respecteren — en ik ook.”
“Ik zal mijn best doen,” beloofde Raeker, “maar momenteel zou ik gewoon blij zijn als hij zich een paar uur niet laat zien. Ik ben druk bezig Nick over die rivier te goochelen, en als u Nick als mijn zoon wilt zien bent u er niet ver naast. Praten geeft me niets zolang alles goed gaat, maar verwonder u niet als ik midden in een zin ophoud. Hebt u de kinderen gesproken?”
“Ja. Ze houden het aardig vol. Een geluk dat die Drommiër erbij is. Ik vrees dat Easy totaal van haar stuk ging als ze zich niet verantwoordelijk voelde voor haar Mina. Hij lijkt te denken dat zij alle touwtjes in handen heeft, dus het moreel is nog geen probleem. Heb ik u al gezegd dat Sakiiro ontdekte dat sommige inspectieluikjes van de bathyscaaf nog open stonden, zodat de electrolysekabels ongetwijfeld door de buitenlucht zijn weggevreten? Hij heeft een plan om uw mensen beneden dat te laten repareren.”
“Ik weet het. Ik weet nog iets beters. Maar daarvoor moet ik eerst hen vinden en zij de scaaf. Het is een geruststelling dat de kinderen beneden voor haast onbepaalde tijd in leven kunnen blijven. De machine zal voor voedsel, water en lucht zorgen.”
“Dat is zo. Maar Easy kan het niet eeuwig uithouden in een 3-G zwaartekracht.”
Raeker rimpelde zijn voorhoofd. “Daar dacht ik niet aan. Hebt u een medische indicatie hoe lang ze het waarschijnlijk uithoudt?”
“Geen enkele. Voor zo’n jong kind heeft het zich nog nooit voorgedaan. Volwassenen hebben het er maanden in uitgehouden, dat is bekend.”
“Juist ja. Nou, dan hebt u wel een beter excuus om lelijk te doen dan Aminadabarlee, dacht ik. De zwaartekracht zal die jongen niet moeilijk vallen.”
“Nee, maar iets anders wel. De synthesors in de scaaf maken mensenvoedsel.”
“Nou en? Is die Drommische stofwisseling niet als bij ons? Ze ademen zuurstof en op de Vindemiatrix zag ik ze ons voedsel eten.”
“Ongeveer wel, ja, maar niet precies. Hun vitaminebehoefte is anders, al gebruiken ze net als wij vetten, koolhydraten en eiwitten. Mina zal vrijwel zeker gauw vitaminegebrek krijgen als hij daar lang genoeg blijft. En zijn vader heeft ook geen medische gegevens daarover.”
Raeker floot en zijn rimpels werden dieper. Even meende Rich dat een voorval op Tenebra hem zorgen baarde, maar de schermen vertoonden nog steeds alleen de rivier. De stroom was zeker twee kilometer breed, afgaande op de tijd die nodig was voor de oversteek. De diplomaat hield zich stil, en zag hoe de robot zich vooruit werkte en, tenslotte, de andere oever van de grote waterloop opkroop. Het regende natuurlijk nog en zonder Nicks fakkel moest de schijnwerper de neerdalende druppels opzoeken. Nick kwam weer bij na tien minuten in de gewone lucht. Toen hij weer geheel de oude was en een fakkel gevonden en aangestoken had, ging de reis weer als tevoren, nu zonder zorgen over de vraag waar Snel uithing.
Korte tijd later verscheen de aflossing. Raeker wilde de regelpost niet verlaten, want de situatie beneden was nog lastig, maar hij begreep dat er echt geen keus was. Er was geen sterveling die fatsoenlijk op zijn quivive kon blijven gedurende de hele nacht van Tenebra. Hij bracht de ander op de hoogte en ging de observatiekamer uit, niet zonder telkens om te zien.
“Ik zal wel niet meteen kunnen slapen,” zei hij tegen Rich.
“Laten we weer naar de verbindingen gaan om te zien hoe Easy ervoor staat.”
“Een paar uur geleden sliep ze nog,” antwoordde haar vader. “Daarom kwam ik bij u om te zien wat u van plan was. Maar we kunnen best even kijken.” Na een korte stilte voegde hij daaraan toe: “Ik wil erbij zijn als ze wakker wordt.” Raeker wist er niets op te zeggen.
Er was verder niets gebeurd, volgens de verbindingsofficier van dienst, maar de twee mannen gingen zitten binnen het bereik van het beeldscherm van de bathyscaaf. Niemand zei er veel.
Reaker was al meer dan half in slaap gevallen toen Easy’s stem uit het toestel klonk. “Pa! Ben je daar?” Rich was zeker net zo doezelig als Raeker, maar hij antwoordde meteen.
“Ja, kind. Wat is er?”
“We bewegen. Mina slaapt nog en ik wilde hem niet wakker maken, maar ik vond het beter het even te zeggen.”
“Vertel alles aan dr. Raeker; hij is hier en hij kent Tenebra als geen ander.”
“Prima. U weet nog die eerste nacht bij de landing? Ik dacht toen dat we op vaste grond lagen en dat het meer dieper werd.”
“Ja Easy. We namen aan dat de regen het zuur waarin jullie lagen verdunde, zodat de dichtheid ervan daalde en jullie niet zo hoog meer dreven.”
“Precies. Na een tijdje raakten de ruiten onder zodat we zelfs de regen niet meer zagen, en elke nacht is ook de bovenste bedenkt. Dan zitten we helemaal onder water.”
“Water is het woord niet, maar ik snap het. Maar dan kan je toch niets zien? Hoe weet je dat jullie vannacht bewogen?”
“Met de lichten aan kunnen we het zien. We zitten bij de bodem van het meer, of zee of wat dan ook, en het licht schijnt op rotsen en wat rare dingen die vast planten zijn. We drijven er langzaam voorbij, nogal met sprongen, en het schip schokt telkens een beetje. Telkens als we iets raken hoor ik schrapen en bommen.”
“Juist. Ik geloof niet dat je je er bijzonder bezorgd over hoeft te maken, maar ik zou willen weten waarom het anders gaat dan de vorige vijf nachten. Bij dageraad zal het extra water verdwijnen en dan zul je net als anders gaan drijven, aangenomen dat je nog in het meer of de zee bent. Als je, en dat lijkt nogal voor de hand, met een rivier meestroomt, kon je wel eens op het land komen te liggen als hij droogvalt. Als dat zo is kun je morgen tenminste een aardiger landschap bekijken.
“Blijft het probleem jullie plaats te bepalen. Als je voortaan elke nacht ronddrijft, wordt het moeilijk onze mensen op je af te sturen, om het voorzichtig te zeggen. Je moet ons zelfs het kleinste gegeven doorseinen over je omgeving, zodat we het aan Nick en zijn vrienden kunnen overdragen. Heel verstandig van je om ons nu op te roepen zodra je de beweging merkte.”
“Bedankt, doctor. We houden alles in de gaten. Ik wil uw vriend Nick wel eens ontmoeten.”
“We doen ons best om daarvoor te zorgen. Als je, zoals we hoopten, binnen de vijftig kilometer van de robot bent geland, is er een kans dat je naar dezelfde zee wordt gespoeld die hem een paar nachten terug parten speelde. We hebben een vermoeden dat zeeën op Tenebra zo groot niet worden, naar aardse maatstaven dan, dus het duurt misschien niet lang om jullie bijeen te brengen.”
“Ik kan misschien beter even wakker blijven om het u door te geven als er iets bijzonders gebeurt. Later kan Mina de wacht overnemen als ik slapen ga.”
“Dat klinkt prima. Hier zal er altijd iemand luisteren.” Raeker liet de schakelaar terugveren en wendde zich naar Rich. De diplomaat keek hem strak aan.
“Hoeveel daarvan was bedoeld voor Easy’s gemoedsrust en hoeveel voor de mijne?” vroeg hij.
“Ik liet het zo fraai mogelijk klinken,” gaf Raeker toe, “vooral voor het kind. Toch loog ik niet. Ik kan mijn ploeg binnenkort bij de scaaf krijgen, waarschijnlijk. Toegegeven, ik weet nog niet zo zeker wat ze daarna kunnen doen. We hebben er echt geen idee van hoe de buitenkant van de machine erbij staat, weet u. We moeten Nicks verslag afwachten voor we weten wat we hem opdragen.”
Читать дальше