Mijn vrouwelijke klasgenoten konden, vonden ze zelf, ook eens in de maand niet meedoen met de gymles. Ik wel. Net of je invalide bent als je ongesteld bent. Kom nou. Ik vond gym trouwens bijna het leukst van alles op de mulo, op biologie na, want de verbazing dat alles zonder veel ingrijpen zomaar ontstaat, groeit, bloeit, leeft, eb-vloed, zon-maan, was me een compleet raadsel. Was het dat wat ik zelf voelde? Een energie die er is, die de wereld beweegt en draagt? Dat wilde ik ontrafelen en ten diepste leren kennen.
Maar mijn borstjes zijn nauwelijks gekrompen. Zeker niet uitgedroogd. Geen rimpel te bespeuren. Wel een plooitje rechts en links onder. Als ik ze daar lichtjes opbeur, ze voelen trouwens best zwaar gezien hun grootte, dan heb ik wel het idee dat ze dáár horen. Dan zit ook de tepel wederzijds centraler.
Maar dáár zaten ze nooit volgens mij, of ik moet me vergissen. Ik kan het Lars niet meer vragen. De tepels. Ja. Grappig. De kleur vind ik heel mooi, zo bijna middenin het oxidewitte vlakje. Vrij donker oker in het midden op de tepel en eromheen een pastelkleur oker. Ik kan het niet anders benoemen, of toch, als ik beter analyseer zie ik een vleugje oudroze. Tweezijdig ja. Mooi. Het lijkt of er middenin het tepeltje, want dat zijn het wel, ‘tje’, een dicht geschroeid gaatje zit. Ik knijp er in, eerst in de linker. De kleur wordt iets donkerdere lijkt het wel. Ik probeer aan de tepel te proeven maar dat lukt me niet. Niet lenig genoeg, of te kleine borsten. Rechts ook, maar idem.
Ik zie kleine spikkels in de tepelhof van dezelfde kleur als in het midden van de tepel. Ik zing “zon zon zon” en schud met mijn borstjes heen en weer, “zon zon zon”, ook op en neer, net zolang totdat ze moe zijn en dat zijn ze vrij snel. Dank je wel, dank je wel, zing ik er voor beide achteraan en aai ze een paar maal lichtjes over de huid.
Vroeger, ja, toen, toen werden de tepels hard en tegelijkertijd begon mijn clitoris te zingen als een van de vriendjes en later natuurlijk altijd als Lars ze aanraakte. De gedachten, bij die gedachten nu, komt er een zegenrijk gevoel door mijn lijf en strijk ik neer op de zachte geribbelde witte rots om mijzelf in vroegere tijden van samen te wanen en alle gevoelens van ooit te beleven en te herbeleven. Ik kies Rens Vlamink hiervoor uit. Rens was ooit de eerste die mijn gevoelens deed ontluiken. Ik was toen vijftien.
GETAL 648
KLEUR VOORJAARSGROEN
GETAL. 648 = 18 = 9. Geen triade maar datgene dat in de cirkel van de 9 aanwezig is, wil naar buiten komen en geaard worden. Het staartje van de negen raakt de aarde en kan de inhoud van de cirkel gronden.
KLEUR. Voorjaarsgroen kondigt aan dat er vandaag iets gaat ontluiken vanuit mijn hart, dat voel ik. Iets wil zich aan mij tonen en zich ontwikkelen. Het zindert van energie en wil eruit. Ik blijf benieuwd en laat gebeuren wat gebeuren wil met een open hart.
Ontluiken vind ik een prachtig woord. Iets wil bevrijd worden, wil het daglicht gaan zien. Luiken kunnen iets dicht maken, iets toedekken. Het impliceert dat iets achter de luiken aanwezig is als de luiken gesloten zijn, maar ook als ze open zijn, want dan verbergen ze de wand. Ontluiken sluit in dat iets bevrijd gaat worden.
We zullen zien vandaag wat op mij toekomt. Wat kan een mens een gewoontedier zijn zeg. Ik loop nu precies hetzelfde spoor als gisteren. Het heeft mij altijd verbaasd dat de meeste mensen, de aller- allermeeste zelfs, dát doen of het ritme aanhouden, wat ze de vorige keer ook deden. Gewoonten hebben is veiligheid creëren, mits je veiligheid ervaren hebt en angst voelt als het leven ongecontroleerd wordt. Voor mij altijd een uitdaging, oefening en drang om na de pauze van een lezing of workshop op een andere plaats te gaan zitten en te kijken naar de reactie van degene die haar plaats nu bezet ziet.
Mijn oefening was altijd vriendelijk te glimlachen en geen stomme dingen te denken, laat staan te zeggen. Men werd weleens boos als ik iemands plaats ingenomen had en maakte dan een opmerking en liep chagrijnig verder om een andere plaats te zoeken.
Ik, het niet gewoontedier, liep vandaag in de wadi precies in hetzelfde spoor als gisteren met mijn rode blouse, rode turkenbroek met daaroverheen een rozerode discorok met schitterende flitsende – dat doen ze hier altijd – pailletten. Mijn rode rugzak om met overlevingsingrediënten zoals een pen en water. Rode dunne bedoeïenen-hoofdbedekking op, een dun oranje sjaaltje om mijn nek en mijn heuse, ja die, de auberginekleurige wandelschoenen.
Ik dabberde door het rulle zand, los gereden door de jeeps die gaan crossen door de woestijn om toeristen een dagje woestijn te laten ervaren. Laten we het daar even niet over hebben… Dat zijn mensen uit een andere wereld. De wereld, ja, die. Zit jij ook in die wereld, de wereld van de gebaande paden? Geniet ervan. Ik niet. Nu niet. Ik ploeterde verder door het losgereden zand, genoot van alle mini- en maxisporen gemaakt door een springmuis, een hagedis, een vos, een vogel, een mier, een dwarrelend takje, element lucht. Die routes zijn kort en worden per ongeluk aangelegd, zonder dat zij het weten. Als ik me verbind met die sporen dan kom ik geen stap verder. Dan blijf ik in totale verwondering en bewondering ter plekke als bevroren staan met open mond voor zoveel schoonheid en wil dit blijven bewonderen.
Dan sta ik me ter plekke te schamen voor mijn schilderijen van de laatste tien jaar. Ik probeerde in licht, kleur en beweging de materie, de ruimte, de tijd weer te geven. Pogingen waren het vergeleken bij deze natuurlijke schoonheid. Deze spanning in iedere beweging van vorm en kleur, zo prachtig. Het licht, dit licht, deze kleuren zijn niet eens bij benadering weer te geven. Toen, ooit, kon ik betrekkelijk blij zijn met mijn ontstane werken. Het was niet wat ik voelde, maar benaderde het wel.
Ik ben tóch doorgelopen en ben niet naar de indrukwekkende sporen in het zand blijven kijken. De voetsporen van mijn auberginekleurige (van de kleur word ik gelijk blij, daarom schrijf ik het wéér op) schoenen waren voor een deel uitgewist door de wind. De wind mag dat doen van mij. Ik vind dat dagelijks weer spannend. Zijn ze er nog of zijn ze met de noorderzon of de zuidenwind mee? Voetsporen blijven hier een bijzonder fenomeen. Men kan je daardoor volgen uiteraard en mij hier naakt vinden. Joepie. Hoe zou ik dat vinden trouwens? Marhaba (4), welkom. Misschien is het wel leuk trouwens om hier levend naakt gevonden te worden. Ik heb geen ervaring wat dat betreft, tot nu toe. Maar daar gaat het nu even niet om.
Over gewoontedieren gesproken, ikzelf dus ook want toch weer aan de rechterkant van de wadi lopen, iets minder rul. Dezelfde kant als gisteren. Afslag in gaan? Nee, het zand is té steil en té mooi om met mijn bergschoenen te vernielen. Doorlopen. Ik wil een plek waar geen jeep kan komen. Een plek met grote keien waar ik zitten kan en goed schrijven. Een plek waar ik rugdekking heb. Een plek waar niet alleen zon is. Een plek waar ik ook kan liggen en yogaoefeningen kan doen als ik té lang in schrijfhouding gezeten heb. Een plek waar ik over de wadi kan uitkijken. Even hier om de hoek van deze berg kijken. Verrek, dezelfde als gisteren. Niet bewust gekozen maar toch. Ik ben geneigd om verder te kijken, maar doe het niet en klim omhoog over de harde zandstenen platen en stukken rul zand.
Ja joh. Op dezelfde plek. En wat voor een plek. Bijna de allermooiste plek die ik vandaag kan hebben. Bijna, want mooiste plek, nee die ken ik nog niet… Ik schaam mij niet dat mijn gewoontedier vandaag de baas is. Ik snap die andere mensen nu en vraag in de geest vergeving en zeg van harte ‘sorry’, ik snap het.
Mijn troon, die van gisteren, nee. Ik verkies nu een andere, ja, een hele grote, heel lichtbeige met prachtige witte lijntjes geaderde grote kei. Ik verplaats twee keien, een ivoorkleurige en een okergele, met gevaar dat ik twee of meer woningen van hagedissen of slangetjes verniel, maar ik doe het toch en leg ze voor mijn troon om mijn voeten op te plaatsen, zodat mijn knieën wat hoger zijn. Dat schrijft makkelijker. De zon, de warmte op mijn naakte lijf, omarmd, gekoesterd, geliefd, dat doen ze beide, zowel de fysieke zon als de geestelijke zon.
Читать дальше