De Tullings hebben nooit als koningen geheerst, al bezaten ze duizenden jaren lang rijke landerijen en een groot kasteel bij Stroomvliet. Ten tijde van de Veroveringsoorlogen behoorde het rivierengebied toe aan Harren de Zwarte, koning der Eilanden. Harrens grootvader, koning Harwyn Hardhand, had de Drietand veroverd op Arrec de Stormkoning, wiens voorvaderen driehonderd jaar daarvoor het hele gebied tot aan de Nek hadden veroverd en de laatste van de oude Rivierkoningen hadden omgebracht. Harren de Zwarte, een ijdele en bloeddorstige tiran, was weinig geliefd bij zijn onderdanen, en veel rivierheren keerden hem de rug toe om zich bij Aegons krijgsmacht aan te sluiten. De voornaamste onder hen was Edmyn Tulling van Stroomvliet. Toen Harren en zijn geslacht bij de brand van Harrenhal omkwamen beloonde Aegon het huis Tulling door heer Edmyn tot heer over de gebieden van de Drietand te verheffen en van de overige rivierheren te eisen dat zij zich aan hem zouden onderwerpen.
Het wapenteken van Tulling is een springende, zilveren forel op een golvend blauw-rood veld.
De woorden van de Tullings luiden: Geslacht, Plicht, Eer.
HOSTER TULLING, Heer van Stroomvliet,
— zijn echtgenote, (VROUWE MINISA, van het huis Whent), gestorven in het kraambed,
— hun kinderen:
— CATELYN, de oudste dochter, gehuwd met heer Eddard Stark,
— LYSA, de jongste dochter, gehuwd met heer Jon Arryn,
— SER EDMAR, erfgenaam van Stroomvliet,
— zijn broer, SER BRYNDEN, de Zwartvis genoemd,
— zijn hofhouding:
— MAESTER VEYMAN, raadgever, genezer en leraar,
— SER DESMOND GREL, wapenmeester,
— SER ROBIN REYGER, hoofd van de wacht,
— UTHERYDES WAGEN, hofmeester van Stroomvliet,
— zijn ridders en baanderheren:
— JAS ON MALLISTER, heer van Zeegaard,
— PATREK MALLISTER, zijn zoon en erfgenaam,
— WALDER FREY, heer van de Oversteek,
— zijn talloze zonen, kleinzonen en bastaarden,
— JONOS VAAREN, heer van Steenhaag,
— TYTOS ZWARTEWOUD, heer van Ravenboom,
— SER REIMON DARRING,
— SER KARYL VANNIS,
— SER MARQ PIJPER,
— SHELLA WHENT, vrouwe van Harrenhal,
— SER WILLIS WEDE, een ridder in haar dienst.
Mindere huizen eedgebonden aan Stroomvliet, zijn onder andere: Darring, Frey, Mallister, Vaaren, Zwartewoud, Whent, Reyger, Pijper en Vannis.
De Tyrels verwierven hun macht als hofmeesters van de koningen van het Bereik, wier grondgebied de vruchtbare vlakten van het zuidwesten van de Marken van Dorne en de Zwartwaterstroom tot aan de kusten van de Zee van Zonsondergang omvatte. Via de vrouwelijke lijn maken ze er aanspraak op, af te stammen van Gart Groenehand, Tuinman-koning van de Eerste Mensen, die een kroon van wingerdranken en bloemen droeg en het gebied tot bloei bracht. Toen koning Mern, de laatste van het oude geslacht, omkwam op het Veld van Vuur, droeg zijn hofmeester, Harlen Tyrel, Hooggaarde aan Aegon Targaryen op en onderwierp zich aan hem. Aegon schonk hem het kasteel en de heerschappij over het Bereik.
Het wapenteken van Tyrel is een gouden roos op een grasgroen veld.
Hun woorden luiden: Groei brengt kracht.
HAMER TYREL, Heer van Hooggaarde, Landvoogd van het Zuiden, Verdediger van de Marken, Oppermaarschalk van het Bereik,
— zijn echtgenote, VROUWE ALERIE, van het huis Hoogtoren van Oudstee,
— hun kinderen:
— WILLAS, hun oudste zoon, erfgenaam van Hooggaarde,
— SER GARLAN, de Dappere genoemd, hun tweede zoon,
— SER LORAS, de Bloemenridder, hun jongste zoon,
— MARJOLIJ, hun dochter, een jong meisje van veertien jaar,
— zijn moeder, de weduwe VROUWE OLENNA, van het huis Roodweyn, de Dorenkoningin genoemd,
— zijn zusters:
— MINA, gehuwd met heer Paxter Roodweyn,
— JANNA, gehuwd met ser Jon Graftweg,
— zijn ooms:
— GART, de Vette genoemd, seneschalk van Hooggaarde,
— zijn bastaardzonen, GARS en GARRET BLOEMEN,
— SER MORYN, bevelhebber van de stadswacht van Oudstee,
— MAESTER GORMON, een geleerde van de Citadel,
— zijn hofhouding:
— MAESTER LOMYS, raadgever, genezer en leraar,
— IGON VYRWEL, hoofd van de wacht,
— SER VORTIMER KRAAN, wapenmeester,
— zijn ridders en baanderheren:
— PAXTER ROODWEYN, heer van het Prieel,
— zijn echtgenote, VROUWE MINA, van het huis Tyrel,
— hun kinderen:
— SER HORAS, spottend Hoor’es genoemd, tweelingbroer van Hobber,
— SER HOBBER, spottend Hobbel genoemd, tweelingbroer van Horas,
— DESMERA, een maagd van vijftien,
— RANDYLL TARLING, heer van Hoornheuvel,
— SAMWEL, zijn oudste zoon, van de Nachtwacht,
— DICKON, zijn jongste zoon, erfgenaam van Hoornheuvel,
— ARWYN EIKHART, vrouwe van Oude Eik,
— MATHIS ROWIN, heer van Guldenloo,
— LEYTEN HOOGTOREN, Stem van Oudstee, heer van de Haven,
— SER JON GRAFTWEG.
De voornaamste huizen eedgebonden aan Hooggaarde, zijn: Vyrwel, Florens, Eikhart, Hoogtoren, Kraan, Tarling, Roodweyn, Rowin, Graftweg en Muildoor.
De Grauwvreugds van Piek beroepen zich erop van de Grauwe Koning uit het Heldentijdperk af te stammen. Volgens de legende heerste de Grauwe Koning niet slechts over de westelijke eilanden, maar ook over de zee zelf, en nam hij een zeemeermin tot vrouw. Duizenden jaren waren zeerovers van de Ijzereilanden — door degenen die ze uitplunderden ‘ijzeren mannen’ genoemd — de schrik der zeeën. Ze voeren tot aan de Haven van Ibben en de Zomereilanden en beroemden zich op hun felheid in de strijd en hun heilige vrijheden. Elk eiland had zijn eigen ‘zoutkoning’ en ‘rotskoning’. Uit hen werd de Opperkoning van de Eilanden gekozen, totdat koning Urron het koningschap erfelijk maakte door tijdens een keurbijeenkomst de overige koningen te vermoorden. Urrons geslacht werd duizend jaar later uitgeroeid, toen de Andalen de eilanden overspoelden. Evenals andere eilandheren gingen de Grauwvreugds huwelijken met de veroveraars aan.
De heerschappij van de Ijzerkoningen strekte zich tot ver buiten de eilanden zelf uit. Zo verwierven ze voor zichzelf te vuur en te zwaard koninkrijken op het vasteland. Koning Qhored kon zich er naar waarheid op beroemen dat zijn wil wet was, ‘overal waar zout water te ruiken of het gedruis van de golven te horen is’. In latere eeuwen raakten de afstammelingen van Qhored het Prieel, Oudstee, Bereneiland en een groot deel van de westelijke kust kwijt. Desondanks heerste koning Harren de Zwarte aan de vooravond van de Veroveringsoorlogen nog over het hele gebied tussen de bergen, van de Nek tot de Zwartwaterstroom. Toen Harren en zijn zonen bij de val van Harrenhal omkwamen schonk Aegon Targaryen het rivierengebied aan het huis Tulling en stond hij de overlevende heren van de Ijzereilanden toe, de oude gewoonte in ere te herstellen en te kiezen wie onder hen de voornaamste zou zijn. Ze kozen heer Vickon Grauwvreugd van Piek.
Het wapenteken van de Grauwvreugds is een gouden kraak op een zwart veld.
Hun woorden luiden: Wij zaaien niet.
BALON GRAUWVREUGD, Heer van de Ijzereilanden, Koning van Zout en Rots, Zoon van de Zeewind, Oogstheer van Piek,
— zijn echtgenote, VROUWE ALANNYS, van het huis Harlaw,
— hun kinderen:
— (RODRIK), hun oudste zoon, gesneuveld in Zeegaard tijdens de Grauwvreugd-opstand,
— (MARON), hun tweede zoon, gesneuveld op de wallen van Piek tijdens de Grauwvreugd-opstand,
— ASHA, hun dochter, kapitein van de Zwarte Wind,
— THEON, hun enige overlevende zoon, erfgenaam van Piek, pupil van heer Eddard Stark,
— zijn broers:
Читать дальше