Het mechanisme van de luchtsluis voltooide zijn kringloop. Bury tikte Nabil op zijn schouder en wees naar buiten. Nabil ging, zichzelf langs de lijn voorttrekkend, naar buiten het inktzwarte duister in. Niets dan zwart voor hen uit, geen sterren, helemaal niets. Wat bevond zich daar buiten? Bury betrapte zichzelf erop dat hij zijn adem inhield. Allah zij geloofd, ik getuig dat Allah Eén en Ondeelbaar is — Nee! Die nepzuurstoffles zat veilig op zijn rug bevestigd en daarbinnenin twee miniatuurtjes in een kunstmatige winterslaap. Onvoorstelbare rijkdommen in het verschiet! Een technologie die zelfs alles overtrof wat het Eerste Keizerrijk ooit gekend had! Een eindeloze stroom van nieuwe uitvindingen en verbeterde ontwerpen. Alleen… wat voor djinn had hij eigenlijk uit de fles gelaten?
Ze waren nu buiten het zorgvuldig in stand gehouden gat gekomen, dat ter wille van de evacuatie in het Veld van de MacArthur opengehouden werd. Daarbuiten bevond zich slechts de zwarte ruimte — en voor hen uit de vage omtrek van iets dat van een nog donkerder zwart was. Ook andere lijnen voerden daarheen vanuit andere gaten in het Veld van de MacArthur, en daarlangs bewoog zich met horten en stoten een aantal minuscule spinnetjes. Achter Bury kwam een volgende in ruimtepak gestoken figuur naar buiten, en daarachter nóg een. Nabil en de anderen zweefden voor hem uit, en… Zijn ogen begonnen nu snel aan het duister te wennen. Hij kon de dieprode tinten van de Kolenzak zien, en die vlek daar vooruit moest het Veld van de Lenin zijn. Zou hij daar doorhéén moeten kruipen? Nee, toch niet, er bevonden zich sloepen daarbuiten, en de ruimtespinnetjes kropen er een voor een in.
De sloep was nu vlakbij. Bury draaide zich om om een laatste blik op de MacArthur te werpen. Gedurende zijn lange leven had hij al heel wat tijdelijke verblijfplaatsen vaarwel gezegd; de MacArthur was niet bepaald de beste daarvan geweest. Hij dacht aan al die technologie die daar vernietigd werd. Die door de Kaboutertjes verbeterde machinerieën, en die magische koffiepot. Even voelde hij iets van spijt. De bemanning van de MacArthur was hem oprecht dankbaar geweest voor zijn hulp met die koffie, en hij had veel succes geoogst met zijn demonstratie voor de officieren. Alles was prettig verlopen. Misschien dat hij aan boord van de Lenin…
Deze luchtsluis was een stuk kleiner. Achter hem kwam een lange rij vluchtelingen langs de lijn aangezweefd. De sloep aan boord waarvan zich zijn Splinter moest bevinden kon hij niet zien. Zou hij hem nog ooit terugzien?
Hij keek naar de in ruimtepak gestoken figuur die vlak achter hem kwam. Deze had geen bagage bij zich en was bezig Bury in te halen, aangezien hij beide handen vrij had. Het licht van de Lenin scheen op zijn helmvizier. Terwijl Bury toekeek draaide de figuur zijn hoofd ietwat opzij en viel het licht door het glas van het helmvizier naar binnen. Bury zag drie paar ogen, die naar hem staarden. En vaag kon hij de daarbij behorende kleine gezichtjes onderscheiden. Later scheen het Bury toe dat hij nog nooit van zijn leven zó snel gereageerd had. Gedurende de tijdsduur van één hartslag staarde hij naar de schim die daar op hem afkwam terwijl zijn hersens razendsnel werkten, en toen — Maar de mannen die zijn kreet hoorden zeiden dat het de gil van een waanzinnige was, van een man die levend gevild werd. Toen smeet hij zijn koffer naar de figuur.
Tegelijk met zijn volgende gil wist hij ook enkele woorden uit te brengen. ‘Daar zijn ze! In het ruimtepak! Ze zitten erin!’ Hij graaide op zijn rug en rukte en trok totdat hij de zuurstoftank los had. Met beide handen hief hij die boven zijn hoofd, mikte en smeet. Het ruimtepak wist zijn koffer te ontwijken, zij het log en onbeholpen. In de armen ervan zaten miniatuurtjes, die de vingers trachtten te manipuleren… het verloor zijn greep op de lijn, trachtte zich terug te werken ernaartoe om opnieuw houvast te vinden. De metalen cilinder raakte het midden in het helmvizier, het glas ervan verbrijzelend. En toen was de ruimte ineens gevuld met kleine worstelende figuurtjes, krampachtig om zich heen slaand met zes ledematen toen ze door een spookachtig wolkje lucht naar buiten geblazen werden uit het pak. En tegelijk met hen kwam er ook nog iets anders naar buiten tuimelen, iets dat de vorm van een voetbal had en dat Bury voldoende bekend was om het te kunnen herkennen. Dat was het dus, hoe ze kans gezien hadden langs die officier bij de luchtsluis te komen zonder ontdekt te worden. Een afgehakt menselijk hoofd.
Bury kwam tot de ontdekking dat hij drie meter van de lijn vandaan zweefde. Sidderend haalde hij diep adem. Gelukkig: hij had de goede van de twee cilinders gesmeten. Allah was hem genadig. Hij wachtte totdat er een mensvormig ding uit de sloep van de Lenin kwam, dat zich met behulp van op zijn rug gebonden straalpijpen naar hem toe manoeuvreerde en hem op sleeptouw nam. Zijn aanraking deed hem terugdeinzen. Misschien vroeg de man zich af waarom Bury zo gespannen door het glas van zijn vizier naar hem tuurde. Maar misschien ook niet.
Er voer plotseling een schok door de MacArthur. Rod graaide naar de intercom en schreeuwde: ‘Hoofdmachinist Sinclair! Wat voer je uit, chef?’
Het antwoord was nauwelijks verstaanbaar. ‘Tis nie doorr mij, kap’tein. Ik heb geen contrrole overr de hoogtejets, en overr de meeste andrre dingen ook nie meerr, trrouwens.’
‘O, grote God,’ zei Blaine. Sinclairs beeld verdween van het beeld- scherm. Ook de andere beeldschermen werden donker. Plotseling was de brug van de rest van het schip afgesneden. Rod probeerde een aantal hulpcircuits. Niets.
‘De computer is buiten werking,’ meldde Crawford. ‘Ik krijg helemaal niets meer.’
‘Probeer de rechtstreekse draadverbinding. Zie of je Cargill aan de lijn kunt krijgen,’ zei Rod tegen zijn melder.
‘Ik heb hem, kap’tein.’
‘Jack, hoe is de toestand daarginds?’
‘Slecht, schipper. Ik ben omsingeld hier, en voor communicatie heb ik alleen maar een aantal draadverbindingen, en die nog niet eens allemaal.’ De MacArthur maakte opnieuw een slingerende beweging toen er ergens in het achterschip iets gebeurde. ‘Kap’tein!’ meldde Cargill opgewonden. ‘Luitenant Piper meldt dat de Kaboutertjes elkaar bevechten in de hoofdkeuken! Het is ’n regelrechte veldslag!’
‘Jezus, Nummer Een, hoeveel van die monsters hebben we eigenlijk wel aan boord?’
‘Schipper, ik wéét het niet. Misschien wel honderden. Ze moeten ieder kanon aan boord van dit schip uitgehold hebben en ze hebben zich overal verspreid. Ze zijn—’ Plotseling werd de verbinding verbroken. ‘Jack!’ schreeuwde Rod. ‘Melder, hebben we misschien nog een andere lijn naar de Eerste?’
Maar voordat de bootsmaat daarop antwoorden kon, kwam Cargill terug aan de lijn. ‘Dat was op het nippertje, schipper. Er kwamen twee gewapende miniatuurtjes uit de hulp vuurleidingscomputer te voorschijn. We hebben ze gedood.’
Blaine dacht verwoed na. Hij was bezig alle circuits te verliezen die hij voor de bevelvoering over zijn schip nodig had, en hij wist niet hoeveel mannen hij nog over had. De computer was behekst. Zelfs als ze erin mochten slagen zich weer meester te maken van de MacArthur, was er een goede kans dat ze niet meer ruimtewaardig gemaakt zou kunnen worden. ‘Ben je daar nog, Nummer Een?’
‘Jawel, meneer.’
‘Ik ga naar de luchtsluis om in verbinding te treden met de Admiraal. Als ik binnen vijftien minuten niet terug ben aan de lijn ontruim je het schip. Vijftien minuten, Jack. Vanaf dit moment.’
‘Tot uw orders, meneer.’
‘En je kunt er nu alvast mee beginnen de bemanning bij elkaar te trommelen. Alleen aan bakboordzijde, Jack — dat is te zeggen, als het schip zo georiënteerd blijft als het nu is. De officieren bij de luchtsluizen hebben opdracht de openingen in het Veld te sluiten als ze van positie mocht veranderen.’
Читать дальше