‘MACHINEKAMER MELDT CONDITIE ROOD ÉÉN. VELD OP MAXIMALE SPANNING.’
‘De Mariniers hebben dr. Buckman in zijn kajuit weten te krijgen,’ meldde Staley. En dr. Horvath is op de intercom. Hij wil een klacht indienen.’
‘Hoor hem maar even aan, Staley. Maar niet al te lang.’
‘VUURLEIDING MELDT ALLE BATTERIJEN BLIJVEND GERICHT OP BUITENAARDS VAARTUIG.’
De MacArthur was thans in volledige staat van paraatheid. Door het hele schip zaten de bemanningsleden op hun gevechtsposten en wachtten af. Behalve het hoogst noodzakelijke waren alle uitrustingsstukken en apparatuur die zich dicht bij de buitenwand van het schip bevonden hadden, naar elders overgebracht.
Het segment dat Blaines patrouillekajuit bevatte stak uit de romp van de slagkruiser naar buiten alsof ze daar bij de bouw pas op het laatste nippertje aan gedacht hadden. Uit een oogpunt van kunstmatige zwaartekracht was die kajuit geriefelijk ver van de as van het schip gelegen, maar in een ruimtegevecht zou hij het eerste weggeschoten worden. Blaines kajuit was nu een lege ruimte, want zijn schrijfbureau en de belangrijkste apparatuur waren allang automatisch omhooggeheven naar een van de zich in zero gee bevindende recreatieverblijven. Alle niet voor andere doeleinden benodigde compartimenten in het centrale gedeelte van het schip waren thans overvol, terwijl de buitenste dekken leeg waren, ontruimd om schadeherstellingsploegen vrije en onbelemmerde doorgang te bieden.
En het schip van de Splinterwezens naderde nu snel, hoewel het nog altijd niet veel meer dan een steeds helderder wordend licht was, een uitwaaierende fusiestraal die aan het Langston-veld van de MacArthur likte.
‘VUURLEIDING MEI.DT: DECELERATIE BUITENAARDS SCHIP NUL KOMMA ACHT ZEVEN GEE.’
‘Geen verrassingen,’ zei Renner sotto voce.
Het lichtschijnsel werd groter totdat het het hele beeldscherm vulde — en toen werd het ineens zwakker. Het volgende ogenblik zweefde het buitenaardse schip precies evenwijdig aan de slagkruiser, terwijl de vlam van zijn aandrijving al gedoofd was.
Het was alsof het vaartuig een onzichtbaar dok binnengevaren was waarvan de ligging zes dagen geleden al vastgestaan had. Ten opzichte van de MacArthur lag het ding volkomen stil. In de opgeblazen ringen aan de voorkant ervan zag Rod schaduwen bewegen. Renner maakte een lelijk, kwaadaardig grommend geluid. Zijn gezicht was verwrongen. ‘Verdomde opscheppers!’
‘Beheers u, meneer Renner.’
‘Sorry, meneer. Maar dat is het verbluffendste staaltje van astrogatie waar ik ooit van gehoord heb. Als iemand me ervan verteld zou hebben, zou ik hem een leugenaar genoemd hebben. Wat verbeelden ze zich eigenlijk wel?’ Renner was oprecht kwaad. ‘Iedere leerling-astrogator die een dergelijke stunt probeerde uit te halen zou zó uit de opleiding geschopt worden, als hij de botsing overleefde, tenminste.’ Blaine knikte. De piloot van dat Splintervaartuig had geen enkele veiligheidsmarge in acht genomen. En — ‘Ik heb het bij het verkeerde eind gehad. Dat kan onmogelijk een oorlogsschip zijn. Moet je dat nou eens zien.’
‘Ja. Het is zo teer als een vlinder. Ik zou het met één hand stuk kunnen knijpen.’
Rod bleef een ogenblik in gepeins verzonken en beval toen: ‘Roep vrijwilligers op om een eerste contact met dat schip te gaan leggen, geheel alleen en gebruik makend van een onbewapende taxi. En… handhaaf Conditie Rood Eén.’
Er meldde zich een flink aantal vrijwilligers.
Natuurlijk was cadet Whitbread daar één van. En ook had Whitbread dit soort karwei al eerder bij de hand gehad.
Nu zat hij in de taxi te wachten. Door zijn helmvizier van gepolariseerd plastic zag hij de hangardeuren langzaam opengaan. Hij had dit al eerder bij de hand gehad, ja. En die mineralenzoekster had hem immers óók niet om zeep gebracht, waar of niet? Er kwam een golvende beweging in het zwart boven hem. Door de plotseling in het Langston-veld ontstane opening werden sterren zichtbaar. ‘De opening is zo groot genoeg,’ zei Cargills stem in zijn rechteroor. ‘U kunt vertrekken, meneer Whitbread. Starten maar — en veel succes.’ Whitbread stelde een aantal stuwtrossen in werking. De taxi verhief zich en zweefde door de opening de met sterren bezaaide ruimte in, waarin in de verte de gloed van Murchesons Oog zichtbaar was. Achter hem sloot zich het Langston-veld. Whitbread was buitengesloten. De MacArthur was nu een scherp omrand voorwerp van bovennatuurlijke zwartheid. Whitbread cirkelde er op zijn gemak omheen. Met een heldere flits kwam de Splinter boven de rand uitkijken, gevolgd door het buitenaardse schip.
Whitbread gunde zich de tijd. Het schip werd langzaam groter. De kern ervan was zo slank als een speer. Langs de zijkanten ervan vertoonde zich een aantal functionele uitsteeksels: luiken, openingen voor instrumenten, antennes of wat dan ook; het was onmogelijk vast te stellen. Eén enkele, zwarte, vierkante vin stak ergens vanuit het midden omhoog: wellicht een radiateurvlak.
Binnen de brede, doorschijnende ringen die het voorstuk omgaven kon hij gedaanten zien bewegen. Ze waren duidelijk genoeg zichtbaar om afschrikwekkend te zijn: schaduwen die vaag op mensen leken, maar onnatuurlijk verwrongen waren.
Er waren vier van die halfcirkelvormige ringen en in elk daarvan waren schaduwen zichtbaar. ‘Al hun brandstoftanks zijn in gebruik als leeftuimte,’ meldde Whitbread. ‘Ze kunnen er niet op rekenen ooit naar huis terug te komen zonder onze hulp.’
De stem van de kapitein: ‘Ben je daar zeker van?’
‘Ja, meneer. Ze zouden nog een tank binnenboord kunnen hebben, maar die zou nooit erg groot kunnen zijn.’
Hij was nu bijna bij het buitenaardse vaartuig. Whitbread remde af, zodat hij keurig langszij de bewoonde brandstoftanks tot stilstand kwam. Hij opende de deur van zijn luchtsluis.
Onmiddellijk ging er bij het voorstuk van het metalen kerngedeelte ook een deur open. In de ovalen opening stond een Splinterwezen; het droeg een doorzichtig omhulsel. Het buitenaardse wezen wachtte. Whitbread zei: ‘Mag ik toestemming voor het verlaten van —’
‘Toegestaan. Rapporteer telkens wanneer je daartoe in de gelegenheid bent. Ga verder op je eigen indrukken af. De Mariniers staan gereed, Whitbread, dus roep niet om hulp tenzij je het werkelijk méént, maar dan komen ze ook metéén. En nu: veel succes.’
Cargills stem was nog niet weggestorven of die van de Kapitein klonk alweer in zijn oor. ‘Neem geen grote risico’s, Whitbread. Denk eraan dat we je hier terug willen hebben om verslag uit te brengen.’
‘Tot uw orders, meneer.’
Het Splinterwezen stapte met een gracieus gebaar opzij toen Whitbread de luchtsluis naderde. Daardoor stond het nu op een komische manier in het luchtledige, terwijl het zich met zijn grote linkerhand vasthield aan een ring die uit de romp stak. ‘Dit ding zit overal vol met uitsteeksels,’ zei Whitbread in zijn microfoon. ‘Ze kunnen het onmogelijk van ergens binnen een dampkring gelanceerd hebben.’ Hij bracht zichzelf tot stilstand in de ovalen opening en knikte het vriendelijk glimlachende buitenaardse wezen toe. Het was maar voor de helft spottend bedoeld, toen hij formeel vroeg: ‘Toestemming om aan boord te komen?’
Het buitenaardse wezen maakte een buiging — of was het misschien een overdreven nadrukkelijke hoofdknik? Dat ruggewricht zat immers beneden de schouders. Met de beide rechterarmen gebaarde het naar het schip.
De luchtsluis was op Splintertjes-formaat, en dus klein en bekrompen. Whitbread vond drie in de wand inspringende knoppen tegenover zich, die deel uitmaakten van een web van zilverachtige confetti. Circuits. Het Splinterwezen zag zijn aarzeling en reikte toen langs hem heen om eerst één, en toen nog een andere knop in te drukken. De luchtsluis sloot zich achter hem.
Читать дальше