Op Kanaal Twee speelden de miniatuurtjes met elkaar. Ze hadden zelfs nog meer bekijks dan het grotere Splinterwezen, en Bury glimlachte voor zich heen toen hij zag hoe iedereen de kleine Splintertjes gadesloeg.
Kanaal Twee trok even Sinclairs aandacht; zijn ogen dwaalden af van het grotere Splintertje, en toen ging hij plotseling met een ruk rechtop zitten. De miniatuurtjes hadden geslachtsgemeenschap met elkaar. ‘Haal dat onmiddellijk van de interrcom!’ beval Sinclair. De matroos van de verbindingsdienst keek pijnlijk getroffen, maar schakelde het beeld uit zodat er op Kanaal Twee nu alleen nog maar een leeg beeldscherm te zien was. Slechts enkele ogenblikken later verscheen Renner op de brug.
‘Wat is er met de intercom aan de hand, Sandy?’ vroeg hij.
‘D’rr is niks aan de hand mee de interrcom,’ zei Sinclair stijfjes.
‘Nou, en of. Kanaal Twee is dood.’
‘Klopt, meneerr Rrennerr. Tis dood op mijn bevel.’ Sinclair keek alsof hij niet erg op zijn gemak was.
Renner grinnikte. ‘En wie denk je dat er bezwaar zou hebben tegen dit — eh, programma?’ vroeg hij.
‘Man, d’rr worrden aan boorrd van dit schip geen vieze films verrtoond — en zekerr nie met ’n aalmoezenierr aan boorrd! Om van de dame nog maarr te zwijgen.’
De dame in kwestie had ook naar Kanaal Twee zitten kijken en toen het beeld verdween legde Sally Fowler haar vork neer en verliet de eetzaal. Eenmaal buiten de deur zette ze het op een lopen, de verbaasde blikken negerend van degenen die ze tegenkwam. Ze was buiten adem toen ze de kantine bereikte — waar de miniatuurtjes nog steeds in flagrante delicto waren. Ze ging naast de kooi staan en sloeg ze bijna een minuut lang gade. Toen zei ze, tegen niemand in het bijzonder: ‘De laatste keer dat iemand daar acht op sloeg waren het nog allebei vrouwtjes.’ Niemand zei iets.
‘Ze veranderen van geslacht!’ riep ze uit. ‘Ik durf wedden dat die verandering op gang gebracht wordt door zwangerschap. Doctor Horvath, wat denkt u ervan?’
‘Dat lijkt aannemelijk genoeg,’ zei Horvath aarzelend. ‘Inderdaad… ben ik er bijna zeker van dat de bovenste van de twee de moeder van dat jong is geweest.’ Hij scheen moeite te hebben om niet te stotteren. En hij bloosde zowaar. ‘Och, lieve help,’ zei Sally.
Het was nu pas tot haar doorgedrongen wat ze van haar moesten denken, zoals ze haastig de eetzaal verlaten had op hetzelfde ogenblik dat het tafereel van het beeldscherm van de intercom verdwenen was. En zoals ze hier buiten adem was komen binnenhollen. De beschavingen in de Trans-Kolenzak-Sector hadden bijna zonder uitzondering normen van een intense preutsheid ontwikkeld…
En zij was een dame van keizerlijke adel, die zich gehaast had om twee buitenaardse wezens de liefde te kunnen zien bedrijven, om het zo maar eens uit te drukken.
Ze wilde het wel uitschreeuwen, het ze uitleggen. Dit is van het grootste belang! Deze verandering van geslacht moet voor alle Splinterwezens gelden. Het zal invloed uitoefenen op hun manier van leven, op hun persoonlijkheden, op hun geschiedenis. Er wordt door aangetoond dat jonge Splintertjes al op een fantastisch jonge leeftijd nagenoeg zelfstandig worden … Was het jong al gespeend, of zou de ‘moeder’, die thans een mannetje was, zelfs na de geslachtsverandering nog melk blijven afscheiden? Dit is van invloed op alles wat maar met Splintertjes te maken heeft, op alles. Het is beslissend. Daarom heb ik me gehaast —
Maar in plaats van dit alles te zeggen verliet ze het vertrek. En wel even plotseling als ze gekomen was.
Wonder boven wonder was het stil in de wapenkamer. Nu de cadetten, die toch al met hun zessen waren, ook nog ruimte hadden moeten maken voor de bij hen ingekwartierde drie jeugdige luitenants, was het hier doorgaans een grote chaos. Potter slaakte een dankbare zucht toen hij zag dat iedereen sliep met uitzondering van Jonathon Whitbread. Ondanks zijn gebabbel behoorde Whitbread tot Potters vrienden aan boord van de MacArthur.
‘Hoe gaat ’t met je astronomie?’ vroeg Whitbread zachtjes. De oudere cadet lag lui uitgestrekt in zijn hangmat. ‘Reik me eens een ballonnetje bier aan, wil je, Gavin?’
Potter nam er zelf ook een. ‘Het is daar beneden een gekkenhuis, Jonathon. Ik had gedacht dat het wat rustiger zou worden als ze Splinter Alpha eenmaal gevonden hadden, maar niks hoor.’
‘Hmm. Het in kaart brengen van een planeet is anders niet meer dan routinewerk voor de Marine,’ zei Whitbread.
‘Voor de Marine mag het dan al routinewerk zijn, maar dit is mijn eerste vaart in de diepe ruimte. Ze laten mij het meeste werk doen, terwijl zij discussiëren over nieuwe theorieën waar ik geen bal van begrijp. Maar je zult wel zeggen dat het ’n goeie oefening voor me is, neem ik aan.’
‘Ja, het is ’n goeie oefening.’
‘Je wordt bedankt.’ Potter nam een paar grote slokken van zijn bier. ‘En je hoeft ook niet te verwachten dat het leuker zal worden dan het nu is. Wat zijn jullie tot dusverre te weten gekomen?’
‘Een heleboel. Er is maar één maan, moet je weten, dus het registreren van de massa was ’n koud kunstje. De zwaartekrachtsversnelling aan het oppervlak bedraagt ongeveer achthonderdzeventig centimeter per seconde in ’t kwadraat.’
‘Nul komma zevenentachtig maal de Aardnorm dus. Komt precies overeen met de acceleratie van dat verkenningsvaartuig dat op ons afkomt. Tot zover geen verrassingen.’
‘Maar in de dampkring wel,’ zei Potter geestdriftig. ‘En we hebben hun beschavingscentra in kaart gebracht. Neutrino’s, luchtwervelingen boven fusie-installaties, elektromagnetisme — overal, op ieder continent, en zelfs daarbuiten, op zee. Die planeet is wat je noemt overbevolkt.’ Potters stem was vol ontzag. Hij was aan het dun bevolkte Nieuw-Schotland gewend. ‘We hebben er ook een wereldbol van gemaakt. Ze waren net bezig er de laatste hand aan te leggen toen ik wegging. Wil je hem komen zien?’
‘Tuurlijk.’ Whitbread gespte zich uit zijn hangmat los. Ze klauterden twee dekken naar omlaag, naar het gebied waar de wetenschapsmensen verbleven. Het grootste deel van het burgerpersoneel werkte in dat deel van het schip waar de zwaartekracht betrekkelijk hoog was, namelijk dicht bij de buitenwand van de MacArthur, maar sliep dichter bij de kern van het schip.
De globe, die een doorsnee van een meter twintig had, stond opgesteld in een kleine rooksalon die door de groep astronomen gebruikt werd. Met uitzondering van de zuidpool was de planeet geheel in kaart gebracht, en ook gaf de globe de stand van de planetaire as aan. De lichtversterkende telescopen van de MacArthur hadden een beeld opgeleverd dat grotendeels hetzelfde was als dat van iedere Aarde-achtige planeet: gevarieerde donkerblauwe tinten, hier en daar bedekt met witte vlekken, rode woestijnen en witte bergtoppen. De films waren op verschillende tijdstippen en op een groot aantal uiteenlopende golflengten gemaakt om te verhinderen dat al te veel van het oppervlak door wolkenlagen aan het oog onttrokken zou worden. De planeet was overdekt met gouden stippen, die industriecentra voorstelden. Whitbread nam een en ander zorgvuldig in zich op, terwijl Potter koffie inschonk uit de thermosfles van dr. Buckman. Om de een of andere reden beschikte Buckman altijd over de beste koffie aan boord — tenminste, de beste koffie die binnen het bereik van cadetten kwam. ‘Meneer Potter, waarom heb ik aldoor het gevoel dat het op Mars lijkt?’
‘Ik zou het niet weten, meneer Whitbread. Wat is een Mars voor ’n ding?’
‘Sol Vier. Ben je dan nog nooit op Nieuw-Annapolis geweest?’
‘Ik kom uit de Trans-Kolenzak-Sector, herinner je je dat dan niet?’ Whitbread knikte. ‘Je zult er nog wel eens komen. Maar ik neem aan dat ze voor koloniale recruten een gedeelte van de opleiding overslaan. Zonde en jammer. Misschien kan de kapitein het wel voor je regelen. Het leuke is juist die laatste opdracht die je tijdens je opleiding daar krijgt, waarbij ze je de minimaal benodigde brandstof laten uitrekenen voor een noodlanding op Mars en je die dan laten uitvoeren óók, en wel met verzegelde brandstoftanks. Daarbij moet je gebruik maken van de atmosfeer, en aangezien daar maar verdomd weinig van is, moet je vrijwel over de grond schrapen om er iets aan te hebben.’
Читать дальше