‘Dat… zou me niet verbazen.’ Whitbread herinnerde zich weer de geschiedenislessen die aalmoezenier Hardy de cadetten tijdens de reis hierheen gegeven had. ‘Ze zitten gevangen in dit zonnestelsel. Opgesloten. In geval van een atoomoorlog zouden ze naderhand met de gevolgen moeten leven, nietwaar?’ Hij dacht aan de Aarde, en huiverde. ‘We hebben anders geen sporen van atoomoorlogen kunnen ontdekken.’
‘Behalve dat mutatiecijfer.’
Sally lachte. ‘Je redeneert in kringetjes. Trouwens, die redenatie houdt geen stand. Geen van deze drie typen is lichamelijk gebrekkig, Jonathon. Ze zijn allemaal heel goed aangepast en allemaal gezond — behalve die dode, natuurlijk, en die telt nauwelijks mee. Ze zouden er geen lichamelijk gebrekkige voor uitgezocht hebben om die verkenner te besturen.’
‘Nee. Dus wat denk jij?’
‘Jij hebt ze ’t eerst gezien, Jonathon. Laten we die van de verkenner type A noemen. Welke verhouding bestond er tussen de typen B en C?’
‘Ik weet het niet.’
‘Maar je hebt ze toch samen gezien.’
‘Er viel geen touw aan vast te knopen. In het begin bleven de kleintjes die grotere uit de weg en werden ze door die grotere met rust gelaten. Toen beduidde ik die grote dat ik wilde dat ze met me mee zou gaan naar de MacArthur. Prompt greep ze de eerste twee kleintjes die binnen haar bereik kwamen en borg die veilig op, en vervolgens doodde ze de rest zonder enige waarschuwing!’
Whitbread zweeg even en dacht weer terug aan die wervelwind die hem door de luchtsluis van het Splintervaartuig naar buiten had geblazen. ‘Dus zeg jij het maar. Wat zijn die kleintjes? Huisdieren? Kinderen? Maar ze heeft ze gedóód. Ongedierte dan? Waarom dan twee ervan gered? Voedsel, misschien? Heb je daar al eens aan gedacht?’ Sally trok een lelijk gezicht. Het was bijna een woeste grimas, die helemaal niet bij haar mooie gezichtje paste; een uitdrukking die ze zich in een meer select gezelschap nooit gepermitteerd zou hebben. ‘Aan wat? Van een van die kleine beestjes hachee te maken en het die grotere voor te zetten, soms? Blijf nou redelijk.’
Het buitenaardse wezen in Crawfords hut bediende zich inmiddels van een handvol — het leken wel zaadjes — en at die op. ‘Gepofte maïs,’ zei Sally. ‘We hebben het eerst op die kleintjes geprobeerd. Misschien is dat het waar ze voor moesten dienen, als voorproevers van voedsel.’
‘Misschien.’
‘Kool eet ze ook. Nou, verhongeren zal ze tenminste niet, maar wel zou ze dood kunnen gaan aan vitaminegebrek. Alles wat we kunnen doen, is toezien en afwachten — ik neem aan dat we nu wel spoedig een bezoek zullen gaan brengen aan hun thuisplaneet. Maar tot zolang, Jonathon, ben jij de enige die dat vaartuig van de Splintertjes van binnen gezien heeft. Was de stuurstoel van de piloot ook zo eigenaardig gevormd? Door je helmcamera heb ik er maar vluchtig een blik op kunnen werpen.’
‘Ja, die was ook speciaal gevormd. Nu je het zegt, hij zat haar als gegoten. En er is me nog iets anders opgevallen. Het bedieningspaneel liep langs de rechterkant van de stuurstoel. Uitsluitend voor rechterhanden bedoeld…’
Hij bleek zich nog een heleboel andere dingen omtrent het schip van de mineralendelver te herinneren. Een en ander stelde hem in staat, van Vrouwe Sally’s aangename gezelschap te blijven genieten totdat hij weer op wacht moest. Maar geen van zijn inlichtingen was erg bruikbaar.
Nauwelijks had Whitbread zijn plaats op de brug ingenomen, of dr. Buckman riep de Kapitein op.
‘Een schip, Blaine,’ zei Buckman. ‘Afkomstig van de bewoonbare planeet, Splinter Alpha. We hebben het niet eerder kunnen ontdekken, omdat het verborgen bleef door dat verdomde lasersignaal.’ Blaine knikte. Zijn eigen beeldschermen hadden dat Splintervaartuig al negen minuten eerder te zien gegeven. De mannen van hoofdmarconist Shattuck waren niet van plan iemand de gelegenheid te geven te zeggen dat burgers beter opletten dan de uitkijkposten van de Marine.
‘Het zal ons over ongeveer eenentachtig uur bereiken,’ zei Buckman. ‘Het accelereert met nul komma zevenentachtig gee, wat door een eigenaardige samenloop van omstandigheden precies gelijk is aan de zwaartekrachtversnelling aan het oppervlak van Splinter Alpha. Het spuwt aan alle kanten neutrino’s uit. Over het algemeen gedraagt het zich precies zoals het eerste schip, alleen heeft het veel meer massa. Als we nog meer ontdekken zal ik het u laten weten.’
‘Mooi. Hou het in de gaten, doctor.’ Blaine knikte, en Whitbread verbrak de verbinding. De kapitein draaide zich om naar zijn Eerste Officier. ‘Laten we onze gegevens eens vergelijken met die van Buckman, Nummer Een.’
‘Tot uw orders, meneer.’ Gedurende enkele minuten speelde Cargill met de bediening van de computer. ‘Kap’tein?’
‘Ja?’
‘Kijkt u eens naar die vertrektijd. Dat buitenaardse schip is niet veel later dan een uur nadat wij in de normale ruimte arriveerden, op weg gegaan.’
Blaine floot zachtjes voor zich heen. ‘Weet u dat zeker? Dat komt neer op tien minuten voor hen om ons te ontdekken, nog eens tien minuten voor ons om hén te ontdekken, en veertig minuten om alles klaar te maken en het schip te lanceren. Jack, wat voor soort schip is binnen veertig minuten klaar om op te stijgen?’
Cargill trok rimpels. ‘Geen schip waar ik ooit van gehoord heb. De Marine zou het wel kunnen, als het moest, door een schip volledig bemand, paraat en startklaar te houden…’
‘Precies. Als u het mij vraagt is dat een oorlogsschip, dat daar op ons afkomt, Nummer Een. Stel de Admiraal ervan in kennis en daarna Horvath. Whitbread, verbind me met Buckman.’
‘Ja?’ De astrofysicus zag er opgejaagd uit.
‘Doctor, ik wil alles weten wat uw mensen me over dat Splinterschip kunnen vertellen. En wel nu meteen. En wilt u uw gedachten ook nog eens laten gaan over die nogal eigenaardige acceleratiefactor?’ Buckman bestudeerde de getallen die Blaine naar zijn beeldscherm dirigeerde. ‘Dit lijkt me anders eenvoudig genoeg. Ze zijn veertig minuten na onze aankomst van Splinter Alpha of van een zich in een nauwe baan daaromheen bewegende maan opgestegen. Wat is het probleem?’
‘Als ze zo snel konden opstijgen, is het zo goed als zeker een oorlogsschip. We zouden graag iets anders willen geloven.’ Buckman klonk geërgerd. ‘Geloof wat u wilt, maar dan blijft er niets van die berekeningen over, kapitein. Of ze zijn binnen veertig minuten vertrokken, óf… tja, je zou er ook van uit kunnen gaan dat dat Splintervaartuig van een punt op iets meer dan twee miljoen kilometer dichter bij ons vertrokken is, gerekend vanaf Splinter Alpha; dan zouden ze meer tijd gehad hebben… maar daar geloof ik niet in.’
‘Ik al evenmin. Ik wil dat u zich hieromtrent zekerheid verschaft, dr. Buckman. Van welke veronderstelling zouden we kunnen uitgaan om hun meer tijd te geven voor het lanceren?’
‘Eens kijken… Ik ben niet gewend in mijn denken van raketaandrijvingen uit te gaan, weet u. Mijn terrein is eerder zwaartekrachtversnellingen, als u mij deze woordspeling niet kwalijk wilt nemen. Hmmm.’ Buckmans ogen namen een eigenaardige, nietsziende uitdrukking aan. Gedurende een ogenblik had hij iets van een zwakzinnige weg. ‘Je zou ervan uit moeten gaan dat ze een gedeelte van de reis zwevend in vrije val doorbrachten. En ook van een veel hogere acceleratie bij de start. Véél hoger.’
‘Hoeveel tijd voor het zweven?’
‘Verscheidene uren voor ieder uur dat u hen nodig gehad wilt laten hebben om tot een besluit tc komen. Maar, kapitein, ik begrijp niet waar u over inzit. Waarom zouden ze niet in veertig minuten tijds een wetenschappelijk observatieschip hebben kunnen lanceren? Waarom wilt u per se een oorlogsschip veronderstellen? De MacArthur is per slot van rekening beide, en zelf had u een onredelijk lange tijd nodig voor u klaar was om te vertrekken. Ik stond al dagen éérder klaar.’ Blaine zette hem af. Ik breek hem z’n magere kippenek nog eens, zei hij bij zichzelf. Dan zullen ze me weliswaar voor de krijgsraad sleuren, maar ik zal me op het plegen van een gerechtvaardigde moord beroepen. Ik zal iedereen laten dagvaarden die hem gekend heeft. Dan moéten ze me wel vrijspreken. Hij raakte enkele toetsen aan. ‘Nummer Een, wat maakt u ervan?’
Читать дальше