‘Erg gevaarlijk zou het niet moeten zijn,’ zei dr. Buckman. ‘Jij bekijkt het als een afdaling in het hart van een zon, Bury. En vanuit een technisch standpunt bezien is het dat ook. Maar dat hele onmetelijke volume is niet veel massiever dan Cal, of welke andere gele dwerg dan ook. Denk maar aan een roodgloeiend luchtledige. Behalve de kern, natuurlijk; die is waarschijnlijk heel klein en van een zeer hoge dichtheid.
‘We zullen een hoop kennis opdoen door daarin te duiken,’ zei hij. Zijn ogen schitterden en waren gericht op de oneindige ruimte. Bury, die van opzij naar hem keek, werd gefascineerd door die uitdrukking op zijn gezicht. Hij had zo’n uitdrukking wel eens eerder gezien, het was het kenmerk van mannen die voor geen enkele muntsoort waarover Horace Bury de beschikking had, te koop waren. Buckman was voor Bury van even weinig praktisch nut als Bury voor Buckman. Maar in gezelschap van Buckman kon Bury zich ontspannen, voor zover hij zich tenminste überhaupt in iemands gezelschap kon ontspannen. En dat vond hij een aangenaam gevoel. ‘Ik dacht dat jullie inmiddels wel alles van het Oog afwisten,’ zei hij. ‘Door de ontdekkingsreizen van Murcheson, bedoel je zeker? Nee, er zijn te veel aantekeningen verloren gegaan, en wat er nog over is is niet allemaal even betrouwbaar. Mijn instrumenten zijn al sinds de Sprong bezig alles te registreren. Wist je dat de zonnewind naar verhouding verbazingwekkend veel zwaardere deeltjes bevat, Bury? En helium — geweldig veel helium. Maar voor zover we weten zijn de schepen van Murcheson nooit het Oog zélf binnengegaan. En daar zullen we pas goed het een en ander te weten komen.’ Er kwam een bezorgde frons op Buckmans gezicht. ‘Ik hoop maar dat onze instrumenten ertegen kunnen. We moeten ze natuurlijk door het Langstonveld naar buiten steken. En we zullen ons vermoedelijk vrij lang in die gloeiendhete nevel bevinden. Als het Veld nu maar niet instort; dat zou alles bederven.’
Bury staarde hem aan en barstte toen in lachen uit. ‘Ja doctor, dat zou het zeker!’
Buckman keek niet-begrijpend. Toen zei hij: ‘Ah, juist. Ik begrijp wat u bedoelt. Dat zou tegelijk ook onze dood ten gevolge hebben, niet waar? Daar had ik niet aan gedacht.’
Het acceleratie-alarm weerklonk door het schip. De MacArthur stond op het punt het Oog binnen te gaan.
Sinclairs zware brouwstem klonk in Rods oor. ‘Machinekamerr meldt zich, kap’tein. Alles staat op grroen. ’t Veld houdt zich prrima, ‘tis nie zo warrm als we vrreesden.’
‘Mooi,’ antwoordde Blaine. ‘Bedankt, Sandy.’ Rod keek naar de langzaam tegen de achtergrond van sterren vervagende tankers. Reeds waren ze duizenden kilometers van hen vandaan en nu waren ze alleen nog maar als fel schitterende lichtpuntjes door de telescopen te zien. Het beeldscherm ernaast vertoonde een witte vlek omgeven door een rode mist: de Lenin, die hen voorging, de alles omhullende rode gloed binnen. De Lenin ging proberen het Alderson-punt te vinden — als zo’n punt daar inderdaad tenminste bestond.
‘Toch staat ’t vast dat ’t Veld vrroeg of laat zal gaan lekken naarr binnen toe,’ ging Sinclairs stem verder. ‘De hitte kan nerrgens heen; ze zal opgezameld moeten worrden. ’t Is anderrs dan bij ’n rruimtegevecht, kap’tein. Maarr we kunnen ’t minstens tweeënzeventig uurr lang uithou’en en zonderr de geaccumuleerrde enerrgie kwijt te moeten. Wat err daarrna gebeurrt — daarr hebben we geen gegevens overr. Nog niemand heeft deze dwaze stunt ooit eerrderr geprrobeerrd.’
‘Tja.’
‘Iemand zou het toch hebben moeten proberen,’ zei Renner opgewekt. Hij had meegeluisterd vanaf zijn post op de brug. De MacArthur handhaafde een constante versnelling van één gee, maar er diende wel opgelet te worden: de dunne fotosfeer bood meer weerstand dan ze verwacht hadden. ‘Je zou verwachten dat Murcheson dat geprobeerd zou hebben. Het Eerste Keizerrijk had betere schepen dan wij.’
‘Misschien hééft hij het ook wel geprobeerd,’ zei Rod afwezig. Hij keek de Lenin na, die voor de MacArthur de kastanjes uit het vuur ging halen, en hij voelde een onredelijk gevoel van ergernis in zich opkomen. Het had de MacArthur moeten zijn, die vooropging… De hogere officieren bleven voortdurend op hun posten en sliepen er zelfs. Als het Veld te veel energie zou absorberen zou niemand er veel aan kunnen doen, maar toch voelde Rod zich prettiger in zijn commandostoel. Na verloop van tijd werd het echter duidelijk dat ze hem niet nodig hadden.
Er kwam een sein van de Lenin, en de motoren van de MacArthur werden stopgezet. Waarschuwende claxonsignalen weerklonken door het schip; ze werd in rotatie gebracht totdat weer andere signalen de onplezierige veranderingen van zwaartekracht beëindigden. Bemanningsleden en passagiers klauterden uit hun veiligheidsnetten.
‘Een ogenblik nog, alstublieft.’ Horvath scheen tot een besluit te komen. ‘Meneer Renner, u was toch ook aan boord toen de MacArthur die buitenaardse verkenner overrompelde, niet waar?’
‘Tjonge, nou, reken maar.’
‘Ik zou u graag even willen spreken.’
‘Nu meteen? Maar doctor, ik kan ieder moment teruggeroepen worden naar de brug —’
‘Ik beschouw het als zeer dringend.’
‘Maar we kruisen momenteel rond door de fotosfeer van een ster, zoals u misschien gemerkt zult hebben.’ En ik heb in geen drie dagen een hete douche kunnen nemen, zoals u misschien ook niet ontgaan zal zijn… Maar toen Renner nog eens naar Horvaths gezicht keek, gaf hij zich gewonnen. ‘Vooruit dan maar, doctor. Maar laten we dan wel uit deze gang weggaan.’
In Horvaths kajuit kon je je al even slecht roeren als overal elders aan boord, maar hij bezat wanden. Meer dan de helft van de bemanning van de MacArthur zou die wanden als een onverdiende luxe hebben beschouwd.
Hij liet de kooi in de wand omhoogklappen en trok uit de tegenoverliggende wand twee zitplaatsen omlaag. ‘Gaat u zitten, Renner. Er zijn bepaalde dingen met betrekking tot die onderschepping, die me maar niet met rust willen laten. En ik hoop van u een onbevooroordeelde lezing van het geval te kunnen krijgen. U bent immers niet als beroepsofficier bij de Marine.’
De eerste stuurman deed geen moeite dit te ontkennen. Hij was voorheen stuurman op een handelsschip geweest en wanneer hij straks zijn ontslag bij de Marine nam, zou de ruimere ervaring die hij in dienst daarvan opgedaan had hem in staat stellen een aanstelling als schipper op zo’n handelsschip te bemachtigen. Hij kon zijn ongeduld maar nauwelijks bedwingen totdat hij weer naar de koopvaardij terug zou kunnen keren.
‘Zo,’ zei Horvath, terwijl hij op het uiterste randje van zijn uitklap-stoel ging zitten. ‘Renner, was het nu absoluut noodzakelijk die verkenner aan te vallen?’ Renner begon te lachen.
Horvath liet hem begaan, maar hij keek alsof hij een bedorven oester gegeten had.
‘Goed, goed,’ zei Renner. ‘Ik had niet mogen lachen. U bent er immers niet bij geweest. Wist u dat die verkenner bezig was regelrecht op Cal af te duiken om een maximale deceleratie te verkrijgen?’
‘Zeker, en ik besef dat jullie je in dezelfde omstandigheden bevonden. Maar was dat nu werkelijk zo gevaarlijk?’
‘Doctor Horvath, de Kapitein heeft me tweemaal verbluft doen staan. En wel volkomen. Toen die verkenner ons aanviel, probeerde ik ons om de rand van dat zeil héén te manoeuvreren voordat we allemaal levend gekookt zouden worden. Misschien zou dat me nog net op tijd gelukt zijn, misschien ook niet. Maar de Kapitein liet ons pardoes dóór het zeil vliegen. Dat was briljant, het was iets waaraan ik zélf had moeten denken, en voor mij is die man toevallig een genie. En een maniakale zelfmoordenaar is hij óók.’
‘Wat?’
Читать дальше