Door het venster vielen de laatste stralen van de ondergaande zon naar binnen. Buiten hulden de tuinen van het Paleis zich in purperen schaduwen.
Ze volgden hun escorte door de gangen van het Paleis. Terwijl ze voortliepen sprak Jock de Ambassadeur aan.
‘Er is iets veranderd. Deze Marinier die ons kwam roepen kijkt nu heel anders naar ons. Op een manier zoals een Krijger naar een andere Krijger zou kijken.’
Ze kwamen de conferentiezaal binnen. Een zee van menselijke gezichten — ‘Ja,’ zei Jock. ‘Er is veel veranderd. We moeten op onze hoede zijn.’.
‘Wat kunnen ze te weten gekomen zijn?’ vroeg Iwan. Jock gaf door haar gebaren te verstaan dat het haar aan de nodige kennis ontbrak. ‘Sommigen zijn bang van ons. Er zijn er ook die medelijden met ons hebben. Maar allemaal proberen ze hun veranderde emotionele toestand voor ons te verbergen.’
De Marinier nam hen mee naar enkele slecht geconstrueerde divans, die langs één kant van een grote conferentietafel stonden. ‘Menswezens zijn verzot op dit soort tafels,’ tjilpte Charlie. ‘De vorm ervan is soms heel belangrijk, om redenen die ik niet heb kunnen ontdekken.’ Er volgde een reeks van die van alle betekenis ontblote begroetingen die de menswezens ‘formaliteiten’ noemden: het uitspreken van niet gemeende vragen betreffende hun gezondheidstoestand, vage zegeningen, en de hoop dat hun welzijn ook in het verleden niets te wensen overgelaten had; allemaal compensaties voor het feit dat de menswezens er geen Bemiddelaars op nahielden. Charlie kweet zich daarvan, terwijl Jock tegen de Meester bleef praten.
‘Het menswezen aan het andere uiteinde van de tafel is een onbelangrijke klerk. De macht bevindt zich in het midden, aan onze tweehand-kant. De Bemiddelaar van de Keizer is tot een of ander besluit gekomen. Heer Blaine is het daarmee eens, maar met tegenzin. Sally is er zeer sterk op tegen, maar niet bij machte er iets tegen in te brengen. Ze verlangt naar redenen die het haar mogelijk zullen maken dat te doen. Het kan nodig blijken, die voor haar te vinden. Tegenover de Bemiddelaar van de Keizer zitten de menswezens van de wetenschap, en die delen Sally’s gevoelens. Maar ze voelen zich niet zo bij het besluit betrokken als zijn De anderen zijn van geen belang, met uitzondering van de priester. Ik heb zijn belangrijkheid nog steeds niet kunnen vaststellen, maar wel is die toegenomen sinds we hem het laatst gezien hebben. Hij zou wel eens gevaarlijker voor ons kunnen zijn dan alle anderen bij elkaar —’
‘Kan hij onze taal verstaan?’ wilde Iwan weten.
‘Niet als we snel spreken en ons van een formeel idioom bedienen. Hij is in staat het elementaire emotionele gehalte van een gesprek te interpreteren, en beseft dat wij in een korte tijd veel informatie kunnen uitwisselen.’
‘Probeer te weten te komen wat de menswezens verontrust.’ Iwan rolde zich op op zijn divan en nam vol afkeer het vertrek in zich op. Het kwam wel eens voor, dat Bewaarders rechtstreeks met Bemiddelaars van vele Meesters tegelijk spraken, maar het was nooit een aangename belevenis. Alle onderhandelingen met menswezens verliepen pijnlijk langzaam. Hun taal was langzaam, hun gedachten kropen als vloeibaar helium, en dikwijls hadden ze zelfs geen voorstelling van hun eigen belangen.
Maar hij kon er geen genoegen mee nemen de Bemiddelaars instructies te geven, en het verder aan hen over te laten. Ze waren onevenwichtig en dit begon steeds erger te worden. Ze dienden rechtstreeks onder zijn toezicht te blijven. En het voortbestaan van het Ras stond op het spel…
‘Deze bijeenkomst wordt misschien aangenamer dan de vorige,’ zei Charlie.
Senator Fowler keek verrast op. ‘.Waarom zegt u dat?’
‘Aan uw gelaatsuitdrukking zie ik dat u vastbesloten bent tijdens deze bijeenkomst tot beslissende resultaten te komen,’ antwoordde Charlie. ‘Ook heeft u ons verteld dat deze bijeenkomst lang zal duren, zelfs tot na het diner. Uw tri-vee vertelt ons dat er grote druk op u wordt uitgeoefend om een overeenkomst met ons te sluiten. Wij beginnen uw gebruiken langzaam maar zeker te leren kennen en ze op prijs te stellen, maar onze hele training, onze hele reden van bestaan, is erop gericht om tot het sluiten van verdragen te komen. Tot dusverre heeft u die zorgvuldig vermeden.’
‘Dat is bot genoeg uitgedrukt,’ mompelde Fowler. En bedoeld om ons een beetje uit ons evenwicht te brengen, nietwaar, vriendje? Je bent een gladakker. ‘We willen eerst wat inlichtingen hebben. Omtrent jullie geschiedenis.’
‘Ah.’ Charlie aarzelde slechts een seconde, maar ze zag de seintjes die Jock haar door middel van gebaren gaf en de vingerbewegingen van de Meester. ‘U maakt zich zeker zorgen over onze oorlogen?’
‘Zeg dat wel, verdomme,’ beaamde senator Fowler. ‘Jullie hebben zo ongeveer jullie hele geschiedenis voor ons verzwegen. En wat jullie ons wél vertelden was allemaal gelogen.’
Er steeg een afkeurend gemompel op. Doctor Horvath wierp Fowler een blik vol verachting toe. Wist die man dan niets van onderhandelingen af? Maar natuurlijk wist hij dat wel, en dat maakte een dergelijke grofheid zelfs nog raadselachtiger…
Charlie antwoordde hierop met een bijna menselijk schouderophalen. ‘Zoals u ook met ons gedaan heeft, senator. En wat onze geschiedenis betreft: goed dan. Evenals jullie mens wezens hebben wij perioden van oorlogen gekend. Vaak ging dit over godsdiensten. Onze laatste grote oorlogen hebben verscheidene van jullie eeuwen geleden plaatsgehad. Sinds die tijd hebben we kans gezien ons te beheersen. Maar van tijd tot tijd vinden er opstanden plaats. Geleid door Meesters die veel van jullie buitenwerelders weghebben, en die onafhankelijkheid belangrijker vinden dan het welzijn van het ras. Wij zijn dan wel genoodzaakt hen te bestrijden.
‘Waarom hebben jullie dat destijds niet meteen toegegeven?’ wilde Rod weten.
De Splinter haalde opnieuw de schouders op. ‘Wat wisten we van jullie af? Wat kónden we van jullie afweten, totdat jullie ons die tri-vee gaven en ons toestonden jullie te zien zoals jullie zijn? En wij schamen ons net zozeer voor onze gewapende conflicten als velen uwer dat voor de uwe doen. U moet goed begrijpen dat bijna alle Bemiddelaars in dienst staan van Meesters die niets met het voeren van oorlogen te maken hebben. Ons werd opgedragen u van onze vreedzame bedoelingen ten opzichte van uw ras te verzekeren. Wij waren van mening dat onze interne conflicten u niet aangingen.’
‘En daarom hebben jullie dus jullie wapens voor ons verborgen gehouden?’ vroeg Rod.
Charlie keek Jock aan. De andere Bemiddelaar antwoordde in haar plaats. ‘Voor zover we die hebben. Wij bewonen één enkel zonnestelsel, heer. Ons ras kent geen vijanden en beschikt over slechts weinig hulpmiddelen om aan oorlogsschepen te besteden — onze strijdkrachten, voor zover wij die hebben, komen eerder overeen met uw politie dan met uw Marine of uw Mariniers.’ De vriendelijke glimlach van het Splinterwezen onthulde verder niets, maar bracht op de een of andere manier ook nog een andere gedachte over: Ze zouden wel heel dom zijn de menswezens te laten weten hoeveel of hoe weinig wapentuig ze tot hun beschikking hadden.
Sally gimlachte blij. ‘Ziet u wel, oom Ben, ik zéí u toch al —’ Senator Fowler knikte. ‘Er is nóg een kleinigheid, Charlie. Hoe vaak planten jullie reproduktieve kasten zich eigenlijk voort?’ Ditmaal was het Jock die antwoordde. Toen Charlie aarzelde, sloeg David Hardy dit met belangstelling gade — communiceerden ze met elkaar door middel van gebaren? ‘Wanneer het hun toegestaan wordt,’ zei het buitenaardse wezen vlot. ‘Is dat bij jullie soms niet zo?’
‘Hè?’
‘Jullie houden jullie bevolkingsaanwas in bedwang door middel van economische prikkels en gedwongen emigratie. Geen van beide alternatieven staan ons ter beschikking, maar toch is onze voortplantingsdrang niet minder sterk dan de uwe. Onze Meesters planten zich voort zo vaak ze maar kunnen.’
Читать дальше