‘Hmm,’ zei Fowler. De nijdige frons verdween van zijn gezicht. ‘Misschien hebt u daar iets. We zullen — nee, ik zal het de Splinters straks vragen, wanneer ze binnenkomen. Doctor Hardy, u zit daar al die tijd al met het gezicht van iemand die op het punt staat opgehangen te worden bij lage zwaartekracht. Wat heeft u zo van de wijs gebracht?’
‘Ratten,’ zei de aalmoezenier nadrukkelijk.
Horvath keek snel om zich heen en knikte toen gelaten. ‘Hebben die jou dan ook al verontrust, David?’
‘Natuurlijk. Kan jij die opnamen uit het archief oproepen, of moet ik het doen?’
‘Laar maar,’ zuchtte Horvath. Hij krabbelde enkele cijfers op de invoerplaat van zijn zakcomputer. Het ding zoemde, en de beeldschermen langs de wanden lichtten op…
… een Splinterstad, door een catastrofe getroffen. Omvergeworpen en verroeste wagens in met puin bezaaide, omgewoelde straten. Neergestorte vliegtuigen, die vastzaten in de ruïnes van door vuur geblakerde gebouwen. Onkruid groeide uit scheuren in het plaveisel. In het midden van het beeld bevond zich een schuin aflopende puinhoop, met wel honderd naar alle kanten wegschietende en er overheen krioelende kleine zwarte gedaanten.
‘Het is niet wat je op het eerste gezicht zeggen zou. Het is een étage van de dierentuin van de Splinters,’ legde Horvath uit. Hij drukte op een paar knoppen van zijn zakcomputer en het beeld zoemde dichterbij en stelde zich in op één enkele zwarte gedaante, die groter en groter werd totdat de omtrekken ervan begonnen te vervagen: een spits ratte-gezicht met vervaarlijke, gemeen uitziende tanden. Maar het was geen rat.
Het had één vliezig oor en vijf ledematen. Het voorste lidmaat aan de rechterkant was geen vijfde poot; het was een lange en beweeglijke arm, aan het einde voorzien van klauwen als kromme dolken. ‘Ah!’ riep Horowitz uit. Hij keek Horvath beschuldigend aan. ‘Deze heb je me nooit laten zien… zeker nog meer oorlogen, hè? Een van die oorlogen moet zoveel leven vernietigd hebben, dat er ecologische vakken onopgevuld zijn gebleven. Maar dit — Heb je er een specimen van weten te bemachtigen?’
‘Helaas niet.’
‘Waar zou het van gedegenereerd kunnen zijn?’ vroeg Horowitz zich af. ‘Het is een hele stap van het intelligente Splinterwezen naar — naar dat. Is er misschien een kaste van Splinters die je me niet hebt laten zien? Iets wat daarop lijkt?’
‘Nee, natuurlijk niet,’ zei Sally.
‘Niemand zou met opzet dat soort dingen kweken,’ zei Horowitz peinzend. ‘Het moet een natuurlijke selectie geweest zijn —’ Hij glimlachte tevreden. ‘Alweer een bewijs, als we dat tenminste nog nodig hadden. Een van die oorlogen van hen heeft hun planeet nagenoeg ontvolkt. En voor een flinke lange tijd ook.’
‘Ja,’ zei Renner vlug. ‘En terwijl deze dingen Splinter Alpha overnamen, woonden er op de asteroïden nog beschaafde Splinters. Die moeten zich daar generaties lang voortgeplant hebben; Witten en Bruinen en Instrumentmakers, en misschien ook nog andere soorten die we nooit te zien hebben gekregen, omdat we de beschaving op de asteroïden nooit bezocht hebben.’
‘Maar toch ook weer een lange tijd geleden,’ zei Horvath. ‘Heel lang doctor Buckmans werk op het gebied van de banen van de asteroïden.
- Maar och, misschien zijn die Bemiddelaars wel in de ruimte geëvolueerd voordat ze zich opnieuw op de planeet gingen vestigen. Zoals u ziet, waren ze hard nodig.’
‘Wat betekent dat de Witten thans nog net zo oorlogszuchtig zijn als destijds,’ merkte senator Fowler op.
‘Maar nu hebben ze Bemiddelaars, oom Ben,’ bracht Sally hem in herinnering.
‘Ja. En misschien hebben ze hun bevolkingsproblemen opgelost — doctor, haal dat verdomde ding van het beeldscherm! Het bezorgt me de koude rillingen. Trouwens, wie maakt er nou een verwoeste stad tot onderdeel van een dierentuin? Waarom, verdomme?’ Het woeste, dierlijke gezicht verdween, en iedereen scheen opgelucht. ‘Dat hebben ze ons uitgelegd.’ Horvath leek bijna opgewekt nu. ‘Sommigen van hun varianten zijn speciaal geëvolueerd voor het leven in steden. Om compleet te zijn dient een dierentuin die ook te bevatten.’
‘ Verwoeste steden?’
‘Misschien is dat wel om ze eraan te herinneren wat er gebeurt als ze niet naar de Bemiddelaars luisteren,’ zei Sally zachtjes. ‘Een afschrikwekkend voorbeeld, om ervoor te zorgen dat ze bang blijven voor oorlogen.’
‘Ik kan me voorstellen dat ze er het beoogde resultaat mee zouden bereiken ook,’ zei Renner. Er ging een lichte rilling door hem heen. ‘Laten we een en ander even resumeren. Over een paar minuten komen de Splinters al,’ zei senator Fowler. ‘Punt Eén: Hun potentiële voort-plantingstempo is enorm, en de Splinters gedogen de aanwezigheid van kinderen op plaatsen waar wij dat niet zouden doen. Punt Twee: De Splinters hebben op zo’n manier gelogen, dat het hoge potentiaal van hun geboortecijfer voor ons verborgen bleef. Punt Drie: De Splinters hebben oorlogen gejiad. Minstens drie grote. Misschien zelfs wel meer.
Punt Vier: Ze bestaan al heel lang. Wérkelijk lang. Dat doet veronderstellen dat ze hun bevolkingsaanwas in de hand weten te houden. Hóé ze dat doen weten we niet, maar het feit dat ze kinderen meenemen bij gevaarlijke opdrachten zou daarmee in verband kunnen staan. We zullen het ze moeten vragen. Zijn jullie het tot dusverre met me eens?’ Een koor van instemmend gemompel. ‘Goed. En nu de keuzen die voor ons openstaan. Ten eerste zouden we de raad van doctor Horvath kunnen opvolgen en met ze gaan onderhandelen over handelsverdragen. De Splinters hebben om permanente handelsposten gevraagd, en het recht om binnen het Keizerrijk en daar buiten naar ongekoloniseerde werelden te mogen zoeken en zich daarop te vestigen. Ze willen geen aanspraak maken op de interplanetaire ruimte, maar wel zouden ze graag dingen willen hebben die wij niet gebruiken, zoals asteroïden en andere rotsklompen die zich voor terraformatie lenen. En in ruil daarvoor bieden ze ons een heleboel aan.’
Hij zweeg even om op commentaar te wachten, maar niemand zei wat. Ze waren er allemaal tevreden mee het officieel op de band vastleggen van deze opsomming aan de senator over te laten. ‘Nu betekent het bewandelen van dié weg, dat we de Splinters toestaan, hun isolement te verbreken. En als ze eenmaal over bases beschikken waar wij er geen toezicht meer over kunnen uitoefenen wie toegang tot hen heeft, kunnen we erop rekenen dat buitenwerelders en rebellen met de Splinters zullen gaan onderhandelen. We zullen ze moeten overtroeven, en het is mogelijk dat we door nu edelmoedig te zijn, straks op hun dankbaarheid zullen kunnen rekenen. Het sluiten van een onmiddellijke overeenkomst met hen heeft de steun van Gevolmachtigde Sandra Bright Fowler. Zijn we het tot dusverre nog steeds eens?’
Er werd opnieuw geknikt en bevestigend geantwoord. Een paar van de wetenschappers keken Sally een beetje bevreemd aan. Doctor Horvath glimlachte haar bemoedigend toe.
‘Tweede keus: We lijven de Splinters bij het Keizerrijk in. We installeren een Gouverneur-Generaal, op zijn minst op iedere door Splinters gekoloniseerde planeet en eventueel ook op Splinter Alpha zelf. Dit zou een kostbare geschiedenis zijn, en we weten niet wat er zou gebeuren als de Splinters zich daartegen zouden proberen te verzetten. Hun militaire potentieel is verdomd hoog.’
‘Dat zou vreselijk onverstandig zijn, denk ik,’ zei Anthonv Horvath. ‘Ik kan me niet voorstellen dat de Splinters zich gemakkelijk zouden laten onderwerpen, en —’
‘Ja. Ik probeer de mogelijkheden op een rijtje te zetten, doctor. Nu u toch al uw bezwaar daartegen kenbaar gemaakt heeft, kan ik u net zo goed nu meteen maar vertellen dat dit plan de voorlopige goedkeuring heeft van het Ministerie van Oorlog en het grootste deel van de mensen van Koloniale Zaken. Nog niet van enige Gevolmachtigden, maar ik ben wel van plan het de Splinters voor te leggen als een van de mogelijkheden. Verrek, misschien willen ze wel graag ingelijfd worden.’
Читать дальше