‘Daar zijn de vakbonden ook al over bezig,’ zei Merrill droogjes. ‘Nog geen uur geleden was de voorzitter van de if van A hier, en eiste dat we de Splinters niet op de mensheid zullen loslaten totdat zijn staf de kans gehad heeft de daaraan verbonden werkeloosheidsprobiemen te bestuderen. Niet dat hij tégen het invoeren van nieuwe technologie is, maar hij verlangt van ons dat we voorzichtig te werk zullen gaan. Ik kan niet zeggen dat ik ’t hem kwalijk neem.’
‘Het kgh is ook al niet eensgezind meer,’ voegde Rod daaraan toe. ‘Toen ik gisteravond op het feestje van Vrouwe Malcolm was, ontmoette ik daar een paar Handelslieden die me vertelden dat ze van hun oorspronkelijke opvatting teruggekomen waren voor wat de Splinters betrof.’ Rod trok aan de revers van zijn fel gekleurde, geweven tuniek. Burgerkleren pasten beter en behoorden eigenlijk lekkerder te zitten dan een marineuniform, maar dat laatste was niet het geval, tenminste, zo kwam het hem voor. ‘Verdomme, ik weet eenvoudig niet wat ik op zulke dingen antwoorden moet! Ik heb het zo druk gehad met het houden van onbenullige toespraken en het bijwonen van besprekingen en die verdomde feestjes, dat ik gewoon geen tijd gehad heb om tot constructieve gedachten te komen.’
‘Tuurlijk, tuurlijk,’ zei Merrill sussend. ‘Maar dat neemt niet weg dat ik duidelijke instructies van Zijne Majesteit gekregen heb. Ik moet het advies van uw Commissie opvolgen. En ik zit nog steeds op dat advies te wachten. Vrouwe Sandra —’
‘Sally. Noemt u me alstublieft Sally.’ Ze had altijd een hekel aan haar doopnaam gehad, maar waarom zou ze niet hebben kunnen zeggen. ‘Vrouwe Sally heeft ons tenminste iets aan de hand gedaan. Senator, u en Blaine zullen méér moeten doen dan alleen maar te protesteren dat jullie nog niet genoeg weten!’
‘lin dan is daar nog die kleinigheid van wat ik met m’n vloot moet doen,’ kwam Armstrong ertussen. ‘Ik moet weten of Cranstons slagschepen zich weer aan ’t jagen op de buitenwerelders kunnen gaan wijden, of moet ik ze paraat houden in dit gedeelte van de sector? Strraks krrijgen we nog méér rrevoluties, als we de vlag nie laten zien in de afgelegen prrovincies!’
‘Stellen die nog altijd dezelfde eisen?’ vroeg Rod.
‘Jae. Ze willen eigen schepen hebben. En ook meerr insprraak in de keizerrlijke politiek, maarr ’t is ze hoofdzakelijk om die schepen te doen. Tis genoeg om mee je kop tegen de muurr te lopen! Op ’t gebied van hun interrne aangelegenheden hébben ze al zelfbestuurr. En ze betalen geen cent meerr belasting dan wij. Maarr zodra de buiten-werelderrs zich rroerren, schrreeuwen ze om de Marrine, en dan moeten we ze te hulp komen. Maarr dat zijn nie úw prroblemen, heerr. Als we wérrkelijk schepen nodig mochten hebben om de mensheid tegen buitenaarrdse monsterrs te verrdedigen, dan zal ik ze voorr u weten te vinden, al moest ik zélf op de schecpswerrven van MacPherrson gaan werrken.’
‘ ’t Zou bijna de moeite waard zijn als de Splinters ons inderdaad vijandig gezind waren,’ zei Merrill peinzend. ‘Als het Keizerrijk werkelijk bedreigd werd, zou dat de provincies helpen consolideren — Ik vraag me af of de baronnen voor dat verhaal zouden vallen?’
‘Maar Hóógheid!’ protesteerde Sally. ‘ ’t Is maar ’n gedachte, ’t is maar ’n gedachte.’
‘We moeten ze afleiden met voetenwerk,’ gromde Fowler. Ze draaiden zich allemaal naar hem om en staarden hem aan. ‘Net zoals boksers dat doen. Dat ligt toch voor de hand. Laat de pers zich naar hartelust uitleven. Wanneer de Lenin straks arriveert, maken we er een show van zoals ze hier in Nieuw-Schotland nog nooit te zien hebben gekregen. Grote receptie voor de Splinters. Volledig eerbetoon. Hopen plechtigheden, parades, défilés, rondleidingen. Conferenties met lui van Externe Zaken. Niemand zal er iets op aan kunnen merken, als de openbare verschijningen van de Splinters tot zuiver ceremoniële aangelegenheden beperkt blijven en Externe Zaken op de rest van hun tijd beslag legt. En ondertussen krijgen wij de kans aan het werk te gaan. Hoogheid, we zullen u zo spoedig mogelijk advies uitbrengen, maar Leoni — eh, Zijne Majesteit heeft me niet hierheen gestuurd om overhaaste besluiten te nemen. Totdat ik beter op de hoogte ben zullen we ons domweg moeten behelpen.’
Het landingsvaartuig daalde op het dak van het Paleis met een hoog, gierend geluid van straalmotoren, dat langzaam wegstierf tot een dof gerommel; toen werd het stil. Buiten begon een tromgeroffel dat bleef aanhouden. Het krijgshaftige geluid ervan drong door tot in de cabine, en klonk toen plotseling veel luider toen de deur werd geopend. David Hardy knipperde met zijn ogen tegen het licht van de ochtendzon, dat fel op de veelkleurige stenen van het Paleis scheen. Hij snoof de frisse lucht op, die niet naar schepen en mensen en filters rook, en hij voelde de warmte van Ouwe Cal. Zijn voeten bespeurden vaste rotsgrond onder zich. Thuis best! ‘EREWACHT, ATTEN-TIE!’
Och Here, ze trekken alle registers open, dacht David. Hij trok zijn schouders recht en liep de loopplank af, terwijl cameramannen hun zoomlenzen op hem instelden. Hij werd gevolgd door nog andere Marineofficieren en burgers. Doctor Horvath kwam het laatst naar buiten, en toen hij verscheen knikte David naar de officier die de leiding had. ‘PRESENTEÉRT — GEWEER!’ Klap! Krak! Vijftig paar witte handschoenen maakten precies dezelfde bewegingen en werden op precies hetzelfde moment met een kletsend geluid tegen de wapens geslagen. Vijftig zwaar met goud gegalonneerde mouwen werden lijnrecht op een rij gehouden, roerloos. Het tromgeroffel zwol aan, luider en sneller. Nu kwamen de Splinters de loopplank af. Ze knipperden met hun ogen tegen het zonlicht van Cal. Trompetten schetterden een saluut en zwegen toen tegelijk met het tromgeroffel. De stilte werd slechts verbroken door zwakke verkeersgeluiden, die vanuit een halve kilometer verderop gelegen straten tot hier doordrongen. Zelfs de verslaggevers waren stil op hun hoge platform. De Splinters lieten hun bovenlichamen snel ronddraaien om alles beter in zich op te kunnen nemen.
Een gevoel van grote nieuwsgierigheid! Eindelijk een menselijke wereld, en menswezens die met gezag bekleed waren; maar wat deden ze eigenlijk? Voor hen uit zagen ze twee rijen van vijfentwintig Mariniers in een verstijfde houding staan, die hun wapens vasthielden op een manier die niet gemakkelijk kon zijn; ze zagen er allemaal precies eender uit en bedreigden kennelijk niemand, maar toch draaide Iwan zich automatisch om om naar zijn Krijgers te zoeken.
Aan hun rechterkant stonden nog meer van die Mariniers, maar die hadden lawaaimakers bij zich en geen wapens, en verscheidenen daarvan droegen banieren, die ze naar de grond gericht hielden; daarna nog eens drie die weer wapens droegen, en ten slotte een vierde, die een grotere banier droeg, die hij niet naar de grond richtte, maar omhoog hield: symbolen die ze al eerder hadden gezien. Kroon en ruimteschip, adelaar, sikkel en hamer.
Recht voor hen uit, voorbij de groep menswezens van de Lenin en de MacArthur, stonden nog meer menswezens, die allemaal in een bonte verscheidenheid van kleuren gekleed waren. Ze stonden daar kennelijk te wachten om de Splinters toe te spreken, maar toch spraken ze niet. ‘Kapitein Blaine en juffrouw Fowler,’ tjilpte Jock. ‘Hun houding geeft te kennen dat eerbied verschuldigd is aan die twee die vóór hen staan.’
David Hardy leidde de Splinters naar voren. Nog steeds rimpelden de buitenaardse wezens hun neuzen en ze maakten muzikale kwettergeluiden tegen elkaar. ‘Als onze lucht u onaangenaam is,’ zei David, ‘kunnen we filters voor u construeren. Maar aan boord van het schip is het me niet opgevallen dat de lucht u hinderde.’ Zelf zoog hij zijn longen nog eens goed vol met dat schone, kostelijke spul.
Читать дальше