Het onderzoek werd bliksemsnel afgehandeld. Plotseling was het achter de rug. ‘U mag u nu wel even terugtrekken, kapitein,’ zei de presiderende Admiraal.
Sally en senator Fowler stonden in de gang te wachten. Ze waren in gezelschap van een jonge, in Schotse nationale dracht geklede vrouw, die een zakelijk uitziende aktentas bij zich had.
‘Dit is juffrouw McPherson. Mijn nieuwe privé-secretaresse,’ stelde Sally haar aan hem voor.
‘Het doet me zeer veel genoegen, met u kennis te maken, heer. Vrouwe, ik moest nu maar eens —’
‘Natuurlijk. Gaat u maar.’ McPherson vertrok met een getik van hoge hakken op het marmer van de vloer. Haar kwieke manier van lopen was prettig om naar te kijken. ‘Rod,’ zei Sally. ‘Rod, weet je hoeveel féésten er zijn waar we absoluut naartoe zullen moeten?’
‘Feesten! Grote God, vrouw, ze zitten daar binnen over mijn lot te beslissen, en jij praat over —’
‘Onzin,’ zei senator Fowler kortaf. ‘Daarover is al weken geleden beslist. Toen Merrill, Cranston, Armstrong en ik naar Kutuzovs rapport geluisterd hadden. Daar zat ik, met je benoeming door Zijne Majesteit in mijn zak, en jij had het bestaan je schip te verliezen! Het is een geluk dat je admiraal een eerlijke kerel is, jongen, ’n Verdomd groot geluk, mag ik wel zeggen.’
De deur ging open. ‘Kapitein Blaine?’ riep een klerk. Hij ging weer naar binnen, en moest voor de tafel komen staan. De Admiraal nam een vel papier ter hand en schraapte zijn keel. Unanieme bevindingen van een speciale Raad van Onderzoek, bijeengeroepen om een onderzoek in te stellen naar de omstandigheden rond het verlies van Zijner Keizerlijke Majesteits slagkruiser der Generaalsklasse MacArthur. Ten eerste. Deze Raad concludeert dat voornoemd vaartuig verloren gegaan is ten gevolge van de per ongeluk ontstane omstandigheid, dat het onveilig gemaakt werd door erin binnengedrongen buitenaardse levensvormen, en dat het terecht vernietigd werd om besmetting van andere vaartuigen te voorkomen. Ten Tweede. Deze Raad spreekt haar gezagvoerder, kapitein Roderick Blaine, krm, eervol vrij van nalatigheid. Ten derde. Deze Raad draagt de overlevende officieren van de MacArthur op, een gedetailleerd overzicht op te stellen van te volgen procedures waardoor dergelijke verliezen in de toekomst vermeden kunnen worden. Ten vierde. Deze Raad neemt nota van het feit dat het doorzoeken en steriliseren van de MacArthur belemmerd werd door de aanwezigheid van een groot aantal burgerlijke wetenschapsmensen en aan hen toebehorende uitrustingen aan boord, en dat minister Anthony Horvath, de wetenschappelijke leider, tegen het steriliseren van het schip protesteerde en zich uitsprak voor een zo min mogelijk verstoren van de experimenten waarmee genoemde burgers zich bezighielden. Ten vijfde. Deze Raad neemt in aanmerking dat kapitein Blaine voortvarender zou zijn opgetreden bij het doorzoeken van zijn schip, indien hij niet met de onder punt vier genoemde moeilijkheden te kampen zou hebben gehad; en deze Raad acht een berisping aan het adres van haar gezagvoerder derhalve niet op zijn plaats. Gelet op de eenstemmigheid van deze bevindingen is deze Raad hierbij ontbonden. U kunt gaan, kapitein.’
‘Dank u, meneer.’
‘Laat maar zitten. Dat was een mooie rotzooi, Blaine. Dat weet je zeker wel, hè?’
‘Jawel, meneer.’ Mijn God, hoe vaak heb ik dat ook al niet bedacht? ‘Maar ik betwijfel of er wel iemand bij de Marine is, die het er beter afgebracht zou hebben. Dat schip moet een gekkenhuis geweest zijn met al die burgers aan boord. Ja, goed, senator, u mag hem meenemen. In Kamer 675 hebben ze alles al klaarliggen.’
‘Mooi zo. Bedankt, admiraal.’ Fowler duwde Blaine de verhoorzaal uit en de gang door naar de lift, die al door een onderofficier voor hen opengehouden werd.
‘Waar gaan we nu weer naartoe?’ wilde Rod weten. ‘Zesvijfenzeventig? Maar dat is de Afdeling Pensioenen!’
‘Natuurlijk,’ zei de senator. Ze stapten in de lift. ‘Je dacht toch zeker niet dat je bij de Marine kon blijven en tegelijk zitting hebben in die Commissie, is ’t wel? Dat is de reden waarom we haast hadden met die Raad van Onderzoek. Eerst moest die een officiële uitspraak gedaan hebben en moest daarvan aantekening gemaakt zijn in je staat van dienst, voordat je met pensioen kon gaan.’
‘Maar senator —’
‘Ben. Noem me maar Ben.’
‘Jawel, meneer. Eh, Ben. Maar ik wil helemaal geen ontslag nemen! De Marine is mijn carrière —’
‘Nu niet meer.’ De lift hield stil, en Fowler duwde Rod naar buiten. ‘Je had haar uiteindelijk tóch vaarwel moeten zeggen. Daarvoor ben je van een veel te belangrijke familie. We kunnen nu eenmaal niet toestaan dat edellieden hun regeringsplichten verwaarlozen en hun hele leven in die schepen blijven rondjagen. Je wist immers dat je vroeg met pensioen zou moeten gaan.’
‘Zeker, meneer. Sinds de dood van mijn broers heeft daar nooit enige twijfel over bestaan. Maar nu nog niet! Hoor eens, kunnen ze me niet zolang met verlof sturen?’
‘Gebruik je verstand. Dat Splintervraagstuk zal ons nog lange tijd bezighouden. En Sparta is te ver weg om er zich mee bezig te kunnen houden. Hier. We zijn er.’ Fowler troonde hem mee naar binnen. De papieren voor zijn ontslag lagen al klaar. Roderick Harold, Heer Blaine: te bevorderen tot Schout-bij-nacht, en op de non-actieve lijst te plaatsen op last van Zijne Keizerlijke Majesteit. ‘Naar welk adres dienen we uw pensioen te zenden, meneer?’
‘Pardon?’
‘U heeft recht op pensioen. Waar had u het naartoe gezonden willen hebben, heer?’ Voor de onderofficier-schrijver was Rod reeds teruggekeerd tot de burgermaatschappij.
‘Kan ik het schenken aan het Ondersteuningsfonds van de Marine?’
‘Jazeker, meneer.’
‘Doe dat dan.’
De schrijver maakte haastig een aantekening. ‘Als u nu nog even hier wilt ondertekenen, heer.’
De pen voelde koud aan in zijn hand. Rod nam hem met tegenzin aan. ‘Vooruit, schiet nou op, er liggen wel een dozijn afspraken te wachten,’ drong senator Fowler aan. ‘Voor jou zowel als voor Sally. Vooruit nou, jongen, teken!’
‘Ja, meneer.’ Het heeft geen zin, het nog langer uit te stellen. Er valt niet over te twisten. Als de Keizer me in hoogst eigen persoon tot lid van die verdomde Commissie benoemd heeft — Hij plaatste snel zijn handtekening en daarna zijn duimafdruk op de papieren.
Een taxi vervoerde hen met bekwame spoed door de nauwe straten van Nieuw-Schotland. Er was veel verkeer en de taxi had geen officiële vlaggetjes om hen ruim baan te verschaffen. Voor Rod was het een onwennige gewaarwording zich op deze manier te verplaatsen; hij had doorgaans de beschikking gehad over vliegtuigjes van de Marine, die hem van het ene dak naar het andere brachten, en de laatste keer dat hij in Nieuw-Schotland geweest was had hij zelfs zijn eigen landingssloep met bemanning gehad, die op hem wachtte. Maar dat was nu voorgoed voorbij, voorgoed voorbij.
‘Ik zal me een vliegtuig moeten aanschaffen, en een piloot op de kop moeten zien te tikken,’ zei Rod. ‘Ik neem aan dat een Gevolmachtigde recht heeft op een vergunning voor eigen luchttransport?’
‘Vanzelfsprekend. Je hebt recht op alles wat je maar hebben wilt,’ zei senator Fowler. ‘Er is aan zo’n benoeming zelfs een titulaire rang van baron verbonden; niet dat jij dat nodig hebt, maar wel is het een van de redenen waarom ons gezelschap zo gezocht is de laatste tijd.’
’ Hoeveel Gevolmachtigden komen er eigenlijk?’
‘Ook op dat punt heb ik vrijheid van handelen. We moeten er niet te veel benoemen; dat lijkt me minder wenselijk.’ De taxi maakte een zwaai toen de chauffeur bijna een voetganger overreed. Fowler raadpleegde zijn zakcomputer. ‘We zijn alwéér laat. Afspraak op het Paleis. Hij logeert daar, dat spreekt vanzelf. De bediendenverblijven zullen wel aardig propvol zitten, maar voor de jouwe zullen we ook nog wel een plaatsje weten te vinden — heb je al iemand, of zal ik mijn secretaris opdracht geven er eentje voor je te vinden?’
Читать дальше