‘Zo.’ Rod streek met zijn vingers langs de rug van zijn neus. ‘Kevin, wie heeft je er eigenlijk toe aangezet om hier bij mij te komen? Horvath, soms?’
‘Nee, natuurlijk niet. Het was mijn eigen idee.’ Renner aarzelde even. ‘Maar een beetje werd ik er wel toe aangemoedigd, kap’tein.’ Hij wachtte af om te zien wat Blaine hierop antwoorden zou, maar die staarde hem slechts niet-begrijpend aan. Renner snoof. ‘Soms vraag ik me wel eens af hoe het komt dat de aristocratie niet allang uitgestorven is; jullie kunnen allemaal toch zó dom doen af en toe. Waarom roept u Sally niet eens op via de intercom? Ze zit in haar kajuit met ’n somber gezicht te kniezen en met een hele stapel boeken en aantekeningen voor zich, waar ze momenteel geen belangstelling voor kan opbrengen Met een ruk stond Renner op. ‘Ze zou het best kunnen gebruiken een beetje opgevrolijkt te worden.’
‘Sally? Maakt die zich zorgen om —’
‘Jee-zus Chris-tus,’ mopperde Renner. Hij draaide zich om en verliet met grote stappen de kajuit.
De Lenin naderde het Gekke Gerrit-punt met een acceleratie van anderhalve gee. Datzelfde deed ook het geschenkenschip. Het geschenkenschip was een gestroomlijnde cylinder met een verdikking aan het van vele ramen voorziene voorstuk, waarop het op een door een fusievlam voortgestuwde minaret leek. Sally Fowler en aalmoezenier Hardy maakten zich daar erg vrolijk over. Niemand anders scheen deze onbeholpen poging tot fallische vormgeving opgemerkt te hebben — of dat te willen toegeven.
Kutuzov haatte dat geschenkenschip. Het probleem van de ambassadeurs kon hij oplossen door domweg zijn instructies op te volgen, maar dat geschenkenschip was een ander verhaal. Het had de Lenin achterhaald en vloog nu op een afstand van drie kilometer keurig in formatie met hen mee na hen een opgewekte boodschap toegeseind te hebben, terwijl de kannoniers van de Lenin het machteloos volgden met hun kanonnen. Kutuzov stelde zichzelf gerust met de gedachte dat het onmogelijk een wapen aan boord kon hebben dat groot genoeg was om ermee door het Veld van de Lenin heen te kunnen dringen. Maar hij had er nog een grondigere reden voor, dat schip te haten. Het bracht Kutuzov namelijk in de verleiding zijn boekje te buiten te gaan. De bemanningsleden van de MacArthur die zich als vrijwilligers gemeld hadden om aan boord te gaan en het ding te inspecteren waren enthousiast over alles wat ze daar aangetroffen hadden. De bedienings-apparatuur kwam overeen met die van een Marinesloep, maar de aandrijving was zo’n standaardfusieaandrijving van de Splinters, met zo’n lange, slanke angel waardoor plasma toegevoerd werd op een manier die een geweldig rendement opleverde. Er waren ook nog andere dingen, die allemaal even waardevol waren; admiraal Kutuzov was er begerig naar dat vaartuig mee naar huis te nemen. Maar tegelijkertijd was hij bang om het te dicht in de buurt van zijn eigen schip te laten komen.
Nadat de Marineofficieren het schip onderzocht hadden, moesten en zouden die burgers natuurlijk ook aan boord. Al dit verkeer maakte het toch al doorzichtige verzinsel van die epidemie aan boord van de MacArthur helemaal tot een aanfluiting, en Kutuzov besefte dit maar al te goed; maar hij zou tenminste geen tekst en uitleg behoeven te geven aan een of ander Splinterwezen. Hij dacht er niet over met hen in verbinding te treden. Horvath mocht hem de officiële instructies voor de expeditie voorlezen en erop staan krijgsraad te houden zoveel hij wilde. Zolang hij, Kutuzov, nog leefde zouden er geen buitenaardse wezens aan boord van de Lenin toegelaten worden. Maar dat vaartuig —
Hij keek ernaar zoals het daar op zijn beeldschermen hing te zweven, terwijl een bootlading wetenschappers net op weg was erheen. Die waren naar de Lenin gekomen om de rouwdienst bij te wonen, en haastten zich nu terug om hun nieuwe stuk speelgoed verder te gaan onderzoeken.
Alle rapporten toonden aan dat het gevuld was met wonderen die enorm waardevol waren voor het Keizerrijk, maar toch, hoe zou hij het durven wagen, het ding aan boord te nemen? En advies inwinnen kon hij ook al niet. Kapitein Blaine zou hem misschien hebben kunnen helpen, maar nee, die was een gebroken man, gedoemd om steeds dieper weg te zinken in zijn gepieker over het feit dat hij gefaald had, en onbruikbaar, net wanneer je zijn advies nodig zou kunnen hebben. Horvath had een blind geloof in de goede bedoelingen van alles wat Splinter heette. En dan was daar nog Bury, die al even verblind was, maar dan door haat, ondanks alle bewijzen dat de Splinters vriendschappelijk gezind en ongevaarlijk waren.
‘Waarschijnlijk zijn ze dat ook,’ zei Kutuzov hardop. Horace Bury keek verbaasd op. Hij had op de brug thee zitten drinken met de admiraal, terwijl ze samen het geschenkenschip op het beeldscherm gadesloegen. De Handelsman wierp de admiraal een vragende blik toe.
‘Waarschijnlijk zijn Splinters vriendschappelijk. Ongevaarlijk,’ herhaalde Kutuzov.
‘Dat gelooft u toch zeker niet wérkelijk?’ protesteerde Bury. Kutuzov haalde zijn schouders op. ‘Zoals ik al tegen de anderen gezegd heb, wat ik geloof komt er niet op aan. Mijn opdracht luidt, zoveel mogelijk informatie mee terug te brengen voor regering. Nu we alleen nog maar over dit schip beschikken, betekent iedere kans op verlies verlies van alle informatie. Maar dat ruimtevaartuig van Splinterwezens zou van grote waarde zijn, nietwaar, excellentie? Wat zou u bereid zijn aan Marine te betalen voor licentie om schepen te mogen bouwen met die aandrijving erin?’
‘Ik zou er nog veel meer voor over hebben het gevaar van de Splinterwezens voor altijd bezworen te zien,’ zei Bury op ernstige toon. ‘Hm.’ De admiraal was geneigd het daarover met hem eens te zijn. Er waren al genoeg problemen in de Trans-Kolenzak-Sector. God mocht weten hoeveel koloniën er in opstand waren, en hoeveel van die buitenwerelders gemene zaak met elkaar gemaakt hadden tegen het Keizerrijk; buitenaardse wezens waren een complicatie waar de Marine best buiten kon. ‘Maar toch — denk eens aan die technologie. Aan handelsmogelijkheden. Ik zou toch denken dat u daar wel belangstelling voor zou hebben.’
‘We kunnen ze niet vertrouwen,’ zei Bury. Hij beheerste zich zorgvuldig en sprak op kalme toon. De admiraal had geen hoge dunk van mannen die niet in staat waren hun emoties in bedwang te houden. Bury begreep hem heel goed — zijn eigen vader was precies zo geweest. ‘Admiraal, ze hebben onze cadetten gedood. Dat fabeltje over die landingspoging gelooft u toch zeker niet? En ze hebben die monsters losgelaten in de MacArthur, en ze zijn er bijna in geslaagd ze ook aan boord van de Lenin te smokkelen.’ Er ging een nauwelijks merkbare rilling door de Handelsman. Die kleine gloeiende oogjes. Het had maar zo weinig gescheeld — ‘U zult deze buitenaardse wezens toch zeker geen toegang verschaffen tot het Keizerrijk? U zult ze toch zeker niet toestaan aan boord van uw schip te komen?’ Gedachtenlezende monsters. Telepathisch of niet, ze konden gedachten lezen. Bury worstelde om zijn wanhoop te bedwingen: als zelfs admiraal Kutuzov de leugens van die buitenaardse wezens begon te geloven, wat had het Keizerrijk dan nog voor kans? Die nieuwe technologie zou het Keizerlijk Genootschap van Handelslieden in een staat van opwinding brengen zoals nog niets dat ooit had vermogen te doen, en alleen de Marine bezat genoeg invloed om zich met succes tegen de handelsbetrekkingen te verzetten, die het KGH luidkeels zou eisen. Bij de Baard van de Profeet, er moest iets gedaan worden! ‘Ik vraag me af of u misschien niet een beetje te veel beïnvloed bent door doctor Horvath?’ vroeg Bury op beleefde toon.
De admiraal trok een nijdige frons, en Horace Bury glimlachte inwendig. Horvath. Dat was de sleutel, hij moest Horvath en de admiraal tegen elkaar uitspelen. Iémand moest het doen…
Читать дальше