‘Dus wat doen we nu?’ wilde Staley weten.
‘We proberen Charlies baas te bereiken. Daar zullen jullie veilig zijn. (Fluittoon, klik, fluittoon.) Uh, noem hem maar Koning Peter. We houden er geen koningen op na eigenlijk, maar op het moment is hij van het mannelijk geslacht. Hij is een van de machtigste gevers van bevelen, en nadat hij met jullie gesproken heeft zal hij er waarschijnlijk wel toe bereid zijn jullie te helpen om weer terug naar huis te komen.’
‘Waarschijnlijk,’ zei Horst peinzend. ‘Hoor eens, wat is dat voor een geheim, dat jullie zo angstvallig willen bewaren?’
‘Nu niet. We moeten hier vandaan.’
Horst Staley trok zijn pistool. ‘Nee, nu, en wel meteen. Potter, is er iets in dit museum, kan niet schelen wat, met behulp waarvan we in contact zouden kunnen komen met de Lenin? Zie of je iets kunt vinden.’
‘Goed — maarr is dat pistool nou beslist nodig?’
‘Ga nou maar, en vind een radio!’
‘Horst, luister nou eens,’ drong Whitbreads Splinter aan. ‘De nemers van besluiten wéten dat jullie hier ergens in de buurt geland zijn. Als je hiervandaan probeert een boodschap uit te zenden, zullen ze die boodschap onderscheppen. En als je er wél in slaagt contact op te nemen, zullen ze de Lenin vernietigen.’ Staley wilde wat zeggen, maar de Splinter liet hem niet aan het woord. ‘O ja, dat kunnen ze wel degelijk. Goed, het zou niet gemakkelijk zijn, want dat Veld van jullie is behoorlijk sterk. Maar jullie hebben zelf gezien wat onze Constructeurs presteren, en jullie hebben nog nóóit gezien waartoe onze Krijgers in staat zijn. We hebben nu gezien hoe een van jullie beste schepen vernietigd werd. We weten nu hoe dat gedaan kan worden. Denk je soms dat één klein slagschip stand zou kunnen houden tegen hele vloten, uitgezonden van zowel hier als van onze bases op de asteroïden?’
‘Jezus, Horst, ze zou wel eens gelijk kunnen hebben,’ zei Whitbread.
‘We moeten de Admiraal waarschuwen.’ Staley scheen niet helemaal zeker van zichzelf, maar de hand met het pistool beefde geen moment. ‘Potter, doe wat ik je gezegd heb.’
‘Zodra het veilig is, krijgen jullie de gelegenheid de Lenin op te roepen,’ hield Whitbreads Splinter vol. Gedurende een ogenblik klonk haar stem bijna schel, maar daalde toen af naar een meer gemoduleerde toon. ‘Horst, geloof me nou toch, het is de enige manier. En bovendien zal je zo’n communicator van ons nooit in je eentje kunnen bedienen. Daar zal je onze hulp bij nodig hebben, en voor het doen van domme dingen hoef je op onze hulp niet te rekenen. En nu moeten we hier vandaan!’
De andere Splinter gaf een paar trillers ten gehore. Whitbreads Splinter antwoordde en gedurende enkele ogenblikken tjilpten ze over en weer. Whitbreads Splinter vertaalde. ‘Als de soldaten van mijn eigen Meester niet hierheen komen, dan zullen de Krijgers van de Museumbewaarder komen. Ik weet niet welk standpunt de Bewaarder ten aanzien van dit geval inneemt. Charlie weet het ook niet. Bewaarders zijn steriel en ze zijn niet eerzuchtig, maar ze zijn érg gesteld op datgene wat ze al bezitten.’
‘Zullen ze ons bombarderen?’ vroeg Whitbread.
‘Niet zolang we hier binnen zijn. Dat zou het museum ruïneren, en musea zijn zéér belangrijk. Maar wel zal de Bewaarder soldaten sturen — als die van mijn eigen Meester ze tenminste niet vóór zijn.’
‘Waarom zijn ze er nog niet?’ wilde Staley weten. ‘Ik hoor nog niets.’
‘God nog toe, ze zijn misschien al onderweg! Hoor eens, mijn Meester — mijn voormalige Meester — heeft zich het alleenrecht weten te verschaffen jullie menswezens te bestuderen. Ze zal niet bereid zijn daar afstand van te doen, en dus zal ze er niemand anders bijhalen. Ze zal proberen de plaatselijken erbuiten te houden, en aangezien haar invloedssfeer zich rond het Kasteel uitstrekt, zal er enige tijd mee gemoeid zijn Krijgers hierheen te dirigeren. Het is ongeveer tweeduizend kilometer van hier.’
‘Dat vliegtuigje van jullie was anders snel genoeg,’ zei Staley botweg. ‘Een speciaal vervoermiddel voor Bemiddelaars, alleen voor noodgevallen. Meesters staan het gebruik daarvan niet aan elkaar toe. Door jullie komst in ons zonnestelsel was er toch al bijna een oorlog uitgebroken om uit te maken onder wiens jurisdictie dat viel, en het vervoeren van Krijgers in een van die vliegtuigen zou beslist aanleiding tot zo’n oorlog kunnen zijn…’
‘Houden jullie nemers van besluiten er dan helemaal geen militaire vliegtuigen op na?’ vroeg Whitbread.
‘Zeker, maar die zijn langzamer. En daarmee zouden ze wellicht alleen maar bereiken dat jullie dekking zouden zoeken en je schuilhouden. Er bevindt zich een ondergrondse spoorbaan onder dit gebouw —’
‘Een ondergrondse spoorbaan?’ zei Staley, met nadruk op ieder woord. Het ging hem allemaal te snel. Hij had hier het bevel, maar hij wist niet wat hij doen moest.
‘Natuurlijk. Musea krijgen wel eens bezoekers. En er gaat de nodige tijd mee heen om vanuit het Kasteel per ondergrondse hierheen te komen. Wie weet wat de Bewaarder in die tussentijd zal doen? Hij zou mijn Meester zelfs kunnen verbieden hier binnen te dringen. Maar als hij dat doet, kun je er zéker van zijn dat hij jullie doden zal, om te verhinderen dat andere Meesters hier zullen komen vechten.’
‘Al iets gevonden, Gavin?’ riep Staley.
Potter verscheen in de deuropening van een van de modernistische, zuilvormige bouwsels van glas en staal. ‘Niets dat ik bij wijze van com-municatorr zou kunnen gebrruiken. En ook niets waarrvan ’k zelfs maarr zekerr weet dat ’t d’rr een is. En daarrmee bedoel ik dan al ’t nieuwerre spul, Horrst. Alles wat zich in de oud’rre gebouwen bevindt is waarrschijnlijk doorr en doorr verroest.’
‘Horst, we moeten hier weg!’ drong Whitbreads Splinter opnieuw aan. ‘Er is geen tijd om te praten —’
‘Die Krijgers zouden met vliegtuigen naar het volgende station kunnen gaan en dan vandaar de ondergrondse nemen,’ waarschuwde Whitbread. ‘We zullen iets moeten doen, Horst.’
Staley knikte langzaam. ‘Oké. Hoe komen we hier vandaan? In jullie vliegtuigje?’
‘Daar kunnen we niet allemaal in,’ zei Whitbreads Splinter. ‘Maar twee van jullie zouden met Charlie mee kunnen gaan, en ik zou —’
‘Nee,’ zei Staley op gedecideerde toon. ‘We blijven bij elkaar. Kun je een groter vliegtuig hierheen laten sturen?’
‘Ik ben er niet eens zeker van dat zo’n vliegtuig kans op ontsnapping zou bieden. Nee, je hebt waarschijnlijk gelijk. Het is inderdaad maar beter dat we bij elkaar blijven. Nou, dan blijft ons niets anders over dan de ondergrondse.’
‘Die nu misschien al vol vijanden zit.’ Staley dacht een ogenblik na. De koepel was een bomvrije schuilplaats en dat spiegeldak vormde een goed afweermiddel tegen lasers. Ze konden zich hier verscholen houden — maar voor hoe lang? Hij begon iets van de onvermijdelijke vervolgingswaan te voelen, die een soldaat besluipt wanneer hij zich op vijandelijk terrein bevindt.
‘Waar moeten we naar toe om een bericht uit te kunnen zenden naar de Lenin?’ wilde hij weten. Vanzelfsprekend kwam dat op de eerste plaats.
‘Naar het gebied van koning Peter. Het is duizend kilometer hiervandaan, maar dat is de enige plek waar je over apparatuur zou kunnen beschikken om een bericht uit te zenden dat niet ontdekt en onderschept zou kunnen worden. En zelfs dat is niet zeker, maar we kunnen beslist nergens anders terecht.’
‘En we kunnen er niet per vliegtuig heen. Goed dan. Waar is die ondergrondse? We zullen een hinderlaag moeten voorbereiden.’
‘Een hinderlaag?’ Toen knikte de Splinter instemmend. ‘Ja, natuurlijk. Ik ben niet goed in krijgstactiek, Horst. Bemiddelaars vechten nooit. Ik probeer alleen maar jullie bij Charlies Meester te brengen. Over de mogelijkheid dat ze ons onderweg daarheen zullen proberen te doden, zul jij je zorgen moeten maken. Hoe goed zijn jullie wapens?’
Читать дальше