‘Ik doe het niet,’ zei Burton.
Göring zuchtte. ‘Engelsen! Wel, ik zou je liever aan mijn kant hebben, maar als je niet rationeel wilt handelen, dan zij het zo. En jij?’ zei hij tegen Frigate. Frigate, die nog steeds hevige pijn leed, zei: ‘Je as kwam op een vuilnishoop in Dachau terecht als gevolg van wat je deed en wat je was. Ga je dezelfde misdaden op deze wereld herhalen?’
Göring lachte en zei: ‘Ik weet wat er met me gebeurde. Genoeg joodse slaven hebben me dat verteld.’
Hij wees naar Monat. ‘Wat voor gedrocht is dat?’
Burton legde het uit. Göring keek nadenkend en zei: ‘Ik zou hem niet kunnen vertrouwen. Hij gaat naar het slavenkamp. Jij daar, aapmens, wat zeg jij ervan?’
Tot Burton’s verbazing stapte Kazz naar voren. ‘Ik dood voor jou, ik wil niet slaaf zijn.’ Hij nam de knots, terwijl de bewakers hun speren op hem gericht hielden voor het geval hij andere ideeën over het gebruik ervan had. Van onder zijn vooruitstekende voorhoofdsbeenderen staarde hij hen moordlustig aan en hief toen de knots op. Er klonk een luid gekraak en de slaaf viel voorover in de modder. Kazz gaf de knots aan Campbell terug en ging aan de kant staan.
Hij keek Burton niet aan.
Göring zei: ‘Alle slaven worden vanavond bijeengebracht om ze te laten zien wat er met hen gebeurt als ze proberen weg te lopen. De vluchtelingen zullen een tijdje worden geroosterd en dan uit hun lijden worden verlost. Mijn geachte collega zal persoonlijk de knots hanteren. Hij houdt van dat soort werk.’
Hij wees naar Alice. ‘Ik neem die daar.’
Tullius stond op. ‘Nee, nee, ik wil haar hebben. Neem jij de anderen, Hermann. Je kunt ze allebei krijgen, maar haar wil ik erg graag hebben. Ze ziet er als een, hoe noem je dat, aristocrate uit. Een... koningin?’
Burton brulde, rukte de knots uit Campbell’s hand en sprong op tafel. Göring viel achterover en de punt van de knots miste zijn neus op een haar na. Tegelijkertijd wierp de Romein een speer naar Burton en verwondde hem in de schouder. Burton hield de knots vast, draaide zich snel om en sloeg het wapen uit Tullius’ hand.
Schreeuwend besprongen de slaven hun bewakers. Frigate rukte een speer los en sloeg het uiteinde ervan tegen Kazz’ hoofd. Kazz zakte in elkaar. Monat trapte een bewaker in het kruis en raapte zijn speer op.
Hierna herinnerde Burton zich niets meer. Hij werd enkele uren voor het invallen van de schemering wakker. Zijn hoofd deed nog meer pijn dan tevoren. Zijn ribben en beide schouders kon hij van de pijn niet bewegen. Hij lag op een door houtblokken ommuurd terrein op het gras. De middellijn van het terreintje was ongeveer dertig meter. Vijf meter boven het gras was tegen de binnenzijde van de muur een houten looppad aangebracht, waarop gewapende bewakers heen en weer liepen.
Hij kreunde toen hij rechtop ging zitten. Frigate, die dicht bij hem op de hurken zat, zei: ‘Ik was bang dat je nooit meer bij zou komen.’
‘Waar zijn de vrouwen?’ vroeg Burton. Frigate begon te snikken. Burton schudde zijn hoofd en zei: ‘Hou op met snotteren. Waar zijn ze?’
‘Waar, verdomme, denk je dat ze zijn?’ zei Frigate. ‘O, mijn God!’
‘Denk niet aan de vrouwen. Je kunt niets voor hen
doen, nu niet tenminste. Waarom hebben ze me niet gedood nadat ik Göring had aangevallen?’
Frigate veegde zijn tranen af en zei: ‘Geen flauw idee. Misschien bewaren ze jou en mij voor het vuur, als afschrikwekkend voorbeeld. Ik wou maar dat ze ons gedood hadden.’
‘Wat, nog maar zo kort in het paradijs en je wilt er al weer uit?’ zei Burton. Hij begon te lachen maar hield daar gauw mee op vanwege de pijnscheuten in zijn hoofd.
Burton sprak met Robert Spruce, een Engelsman die in 1945 in Kensington geboren was. Spruce zei dat Göring en Tullius minder dan een maand geleden de macht hadden gegrepen. Voorlopig lieten zij hun buren met rust. Uiteindelijk zouden zij natuurlijk proberen de aangrenzende gebieden te veroveren en ook het gebied van de Onondaga Indianen aan de overkant van De Rivier. Tot dusverre was er geen slaaf ontsnapt die het nieuws van Göring’s bedoelingen had kunnen verspreiden.
‘Maar de mensen aan de grenzen kunnen zelf zien dat er muren door slaven gebouwd worden,’ zei Burton.
Spruce grinnikte wrang en zei: ‘Göring heeft het gerucht verspreid dat het allemaal joden zijn en dat hij alleen maar joden in slavernij wil brengen. Wat kan het hun dus schelen? Zoals je zelf kunt zien is het niet waar. De helft van de slaven bestaat uit niet-joden.’
Bij het invallen van de schemering werden Burton, Frigate, Ruach, De Greystock en Monat uit de palissade gehaald en naar een graalrots gevoerd. Daar bevonden zich ongeveer tweehonderd slaven die door ongeveer zeventig Göring-volgelingen werden bewaakt. De gralen werden op de rots gezet en men wachtte. Na het loeien van de blauwe vlammen werden de gralen er afgehaald. Elke slaaf opende de zijne en de bewakers haalden de tabak, de drank en de helft van het voedsel eruit.
Frigate had snijwonden aan hoofd en schouder, die genaaid moesten worden, hoewel het bloeden was opgehouden. Hij had wat meer kleur gekregen, hoewel zijn rug en nieren hem veel pijn bezorgden.
‘Dus nu zijn we slaven,’ zei Frigate. ‘Dick, jij zag tamelijk veel in slavernij als maatschappelijk verschijnsel. Hoe denk je er nu over?’
‘Dat was Oosterse slavernij,’ zei Burton. ‘In dit soort slavernij heeft een slaaf geen kans zijn vrijheid te verwerven. Er bestaat evenmin enig persoonlijk gevoel tussen slaaf en eigenaar, behalve haat natuurlijk. In het Oosten was de toestand anders. Zoals in zoveel menselijke instellingen waren er natuurlijk uitwassen.’
‘Jij bent een koppig man,’ zei Frigate. ‘heb je opgemerkt dat minstens de helft van de slaven joden zijn? De meesten ervan zijn Israëli uit het einde van de twintigste eeuw. Dat meisje daar heeft me verteld dat het Göring lukte de graalslavernij op gang te brengen door het anti-Semitisme in dit gebied op te rakelen. Natuurlijk moet het voordien bestaan hebben omdat het anders niet aangewakkerd kon worden. Nadat hij met hulp van Tullius aan de macht was gekomen heeft hij veel van zijn vroegere volgelingen in slavernij gebracht.’
‘De ellende ervan is,’ ging hij voort, ‘dat Göring relatief gesproken geen echte anti-Semiet is. Hij is persoonlijk bij Himmler en anderen tussenbeide gekomen om joden te redden maar hij is iemand, die zelfs nog erger is dan een echte jodenhater, hij is een opportunist. Het anti-Semitisme in Duitsland was een vloedgolf. Om iets te bereiken moest je op de golf meedrijven en dus liet Göring zich daar drijven, precies zoals hij het hier heeft gedaan. Anti-Semieten, zoals Goebbels of Frank, geloofden in de principes waarvan zij getuigden. Perverse en haatdragende principes natuurlijk, maar toch principes, terwijl die grote opportunistische vetlap van een Göring in wezen op geen enkele wijze in joden geïnteresseerd was. Hij wilde hen alleen maar gebruiken.’
‘Alles goed en wel,’ zei Burton, ‘maar wat heb ik hiermee te maken? O, ik begrijp het! Die speciale blik van je! Je gaat me weer eens de les lezen.’
‘Dick, ik bewonder je zoals ik maar weinig mannen heb bewonderd. Ik houd van je zoals de ene man van de andere kan houden. Ik voel me net zo gelukkig en verheugd, dat ik het uitzonderlijk goede geluk heb gehad jou aan te treffen, als, laten we zeggen, Plutarchus zou zijn als hij Alcibiades of Theseus ontmoet had, maar ik ben niet blind. Ik ken je fouten en dat zijn er tamelijk veel en ik betreur die.’
‘Welke precies is het deze keer?’
‘Dat boek, ‘De Jood, de Zigeuner en de Islam’. Hoe heb je dat ooit kunnen schrijven? Het is een document van haat, dat vol vergeten nonsens, volksverhaaltjes en bijgeloof staat! Rituele moorden, hoe kom je er op!’
‘Ik was nog steeds boos over het onrecht, dat mij in Damascus was aangedaan. Denk je eens in dat ik uit mijn consulaat gestoten werd door de leugens van mijn vijanden, waaronder...’
Читать дальше