Albert Baantjer - De Cock en de broeders van de zachte dood
Здесь есть возможность читать онлайн «Albert Baantjer - De Cock en de broeders van de zachte dood» весь текст электронной книги совершенно бесплатно (целиком полную версию без сокращений). В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Год выпуска: 1979, ISBN: 1979, Издательство: De Fontein, Жанр: Детектив, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.
- Название:De Cock en de broeders van de zachte dood
- Автор:
- Издательство:De Fontein
- Жанр:
- Год:1979
- ISBN:978 90 261 2507 2
- Рейтинг книги:3 / 5. Голосов: 1
-
Избранное:Добавить в избранное
- Отзывы:
-
Ваша оценка:
- 60
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
De Cock en de broeders van de zachte dood: краткое содержание, описание и аннотация
Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «De Cock en de broeders van de zachte dood»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.
De Cock en de broeders van de zachte dood — читать онлайн бесплатно полную книгу (весь текст) целиком
Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «De Cock en de broeders van de zachte dood», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.
Интервал:
Закладка:
Hij draaide zich abrupt om en beende de kamer uit.
De commissaris riep hem na… maar dat hoorde De Cock niet meer.
Terug in de recherchekamer wenkte De Cock naar rechercheur Prins, die nog achter zijn schrijfmachine zat.
‘Kun je je vrij maken?’
‘Waarvoor?’
‘Om met Vledder en mij mee te gaan.’
Fred Prins sprong glunderend overeind. ‘Graag… gaan we iemand arresteren?’
De Cock antwoordde niet. Hij wees naar een rij contactsleutels aan een plankje. ‘Neem een dienstwagen, die nog starten wil en rij achter ons aan.’
‘En waar gaan jullie heen?’
‘Naar de Keizersgracht.’
Vledder keek naar De Cock op. In zijn blik lag onbegrip. ‘Wat gaan we daar doen?’
De grijze speurder glimlachte.
‘Inbreken… in het pand van de Broeders en de Zusters van de Heilige Zegeningen.’
Het gezicht van Fred Prins betrok. ‘Inbreken?’ herhaalde hij.
De Cock keek op zijn horloge en knikte. ‘Het is een geschikte tijd.’
Fred Prins gebaarde met zijn handen. ‘Wat moet ik bij een inbraak?’
De Cock keek hem grijnzend aan.
‘Heb je nooit van een uitkijk gehoord?’
De Keizersgracht lag er verlaten bij. Het water glinsterde in het schaarse licht van een paar straatlantaarns. Ver weg, vanuit de richting van de Raadhuisstraat, was nog geluid van verkeer. Tussen geparkeerde auto’s aan de wallenkant scharrelde een enkele rat. Voor het huis van het genootschap bleef De Cock staan en keek omhoog. Het was een gewoon grachtenpand met een souterrain, een blauwstenen stoep en bel- en andere etages. Hij wist dat hij bij de brede souterraindeuren weinig kans maakte. Ze waren meestal aan de binnenzijde met een ijzeren balk vergrendeld.
Voorzichtig stapte hij de blauwstenen stoep op. Boven op het bordes bleef hij staan. Verderop in de schaduw van een boom stond Vledder en op de hoek van de Herenstraat ontwaarde hij de imposante gestalte van rechercheur Prins. Inwendig lachte hij om de situatie. Als er iets verkeerd liep, had hij bij de autoriteiten veel te verantwoorden.
Ineens viel het hem op dat aan de wallenkant voor het pand geen auto’s stonden geparkeerd. Tussen de bomen op het wegdek waren witte rechthoeken en daarin het woord Invalide . Het was geen officiële aanduiding, zoals de verkeersdienst die gebruikte. Iemand moest ze hebben neergekalkt. De Cock staarde naar de letters van Invalide . Er was iets wat hem trof.
Hij draaide zich om en diepte uit zijn zak het apparaatje dat hij eens, langgeleden, van zijn vriend en tegenstander Handige Henkie had gekregen. Toen de inbreker na ampele overwegingen besloot om de misdaad voorgoed de rug toe te keren, had hij zijn inbrekerstuig aan De Cock vermaakt. Het was een koperen houdertje met daarin een keur van fijnstalen baarden in allerlei fatsoenen. In de loop der jaren had De Cock in het hanteren ervan een vaardigheid verkregen, waarop Handige Henkie in zijn allerbeste jaren jaloers zou zijn geweest. In precies tachtig seconden had hij de deur ontgrendeld. Hij duwde de zware deur wat naar binnen. Toen hij geen alarm hoorde, liep hij iets terug op het bordes en wenkte Vledder en Prins, dat ze konden komen. Ze stapten met z’n drieën naar binnen en deden de deur achter zich dicht. Het licht van hun zaklantaarns maakte grillige ovalen langs de witgekalkte wanden en de weelderige engeltjes aan het plafond.
Fred Prins, die de inbreekpraktijken van De Cock nog nooit zo van nabij had meegemaakt, liep naast de oude speurder op. ‘Als er nu toevallig eens iemand in huis is?’ vroeg hij wat bezorgd.
De Cock grinnikte. ‘Dan vertellen wij heel openhartig dat wij, tot onze schrik en verbazing, de buitendeur van het pand ongesloten vonden. En omdat wij onraad vermoedden, trokken wij op onderzoek uit.’
‘En wordt dat geslikt?’
‘Vaak… heel vaak.’
Vledder stootte hem in de rug.
‘Ik begrijp niet wat je hier zoekt. Wat dacht je hier nu te vinden?’
De Cock antwoordde niet direct.
‘Als het er is,’ sprak hij raadselachtig, ‘verwacht ik het in het souterrain.’
Vledder maakte een wrevelig gebaar. ‘Als wát er is?’ fluisterde hij kriegel.
De Cock trok zijn schouders op. ‘Ik weet niet precies hoe het eruitziet,’ sprak hij ontwijkend. ‘Ik heb er slechts een flauwe voorstelling van.’
Aan het eind van de marmeren gang liep een trap naar beneden. Voorzichtig daalden ze af. De oude traptreden kraakten onder hun voeten.
Het souterrain was laag. Gebukt trokken ze naar de voorzijde van het pand. Plotseling bleef De Cock staan. Het licht van zijn zaklantaarn gleed over een laag wagentje met luchtbanden. Op het wagentje was een brede plank, die wat schuin afliep. De Cock streek met zijn hand over het hout. Het voelde vochtig.
Vledder hijgde in zijn nek. ‘Wat is dat?’
‘Een, twee, drie… in Gods naam.’
‘Wat?’
De Cock staarde somber voor zich uit. ‘Het toestel voor de tewaterlating.’
17
Rechercheur De Cock stak het apparaatje van Handige Henkie in zijn broekzak. Hij had de deur van het grachtenhuis weer gesloten op de wijze zoals hij die had aangetroffen. De beide jonge rechercheurs stonden onder aan de blauwstenen stoep op hem te wachten. De Cock kwam van het bordes naar beneden.
Vledder gebaarde naar het souterrain.
‘Hadden we dat wagentje met die plank niet in beslag moeten nemen?’
‘Dat komt nog wel.’
‘En als de moordenaar het intussen laat verdwijnen?’
De Cock tuitte zijn lippen en schudde het hoofd. ‘Daar krijgt hij de kans niet meer voor,’ sprak hij met enige nonchalance.
Hij slenterde de gracht op in de richting van de beide Volkswagentjes, die zij half op het trottoir midden op de brug naar de Herenstraat hadden geparkeerd. Vledder en Prins volgden.
Nu hij dicht bij het einde was, voelde De Cock zich vreemd, onvoldaan, bijna onbehaaglijk. Hij wist wie de moordenaar was en kende zijn motieven. Het liefst was hij nu naar huis gegaan en had de zaak verder laten rusten. Maar dat kon niet. Hij was rechercheur van politie, ambtenaar, aangesteld om misdaden op te lossen en de daders aan Justitie te presenteren. Dat was zijn taak. Bij de wagentjes bleef hij staan.
De beide jonge rechercheurs merkten zijn besluiteloosheid op. Ze keken hem een tijdje zwijgend aan. Vledder, die zijn oudere collega al zo lang kende, begreep wat er nu in hem omging. ‘Wat eh… wat nu?’ vroeg hij zacht.
De Cock liet het hoofd wat zakken en beet op zijn onderlip. Even scheen hij nog te aarzelen, toen trok hij zijn hoofd op. ‘Naar de Ronde Hoep,’ sprak hij hees, ‘in Ouderkerk aan de Amstel.’
Ze reden langs de bochtige Amstel. De Cock had geen oog voor de bleke maan, die rimpelend op het water in een zilveren spoor naar hem lonkte. Zijn gedachten waren bij de aanstaande confrontatie. Door een slapend stadje trokken ze naar de Ronde Hoep. Bij de villa minderden zij vaart en reden over het knarsende grind. Het licht van de koplampen gleed langs de fraaie houten gevel. De rechercheurs stapten uit. Met De Cock in het midden liepen ze op de deur toe.
Rosita Stuyvenburg deed zelf open en stapte naar buiten. Onbevangen blikte ze in de strakke gezichten van de mannen voor haar. De avondlucht was kil. Ze sloeg de armen over elkaar en huiverde. Maar in haar donkere ogen lag een vurige gloed. Ze trok haar hoofd iets naar achteren.
‘Een onzalig uur,’ sprak ze scherp.
De Cock knikte gelaten. ‘Men kan het uur niet altijd kiezen.’
Ze blikte hooghartig, bijna vernederend op hem neer. ‘Wat komt u doen?’
De Cock antwoordde niet direct. Hij keek haar secondenlang strak in de ogen. ‘Wij wilden uw beide zoons meenemen,’ sprak hij onbewogen. ‘Compleet met de sleutel tot de toegang van de tempel in Duivendrecht.’
Uit het duister van de hal kwamen de zoons Alfred en Adriaan. Ze schaarden zich aan de zijde van Rosita Stuyvenburg. De confrontatie had iets dreigends. Alfred van Bovenkerken deed een halve stap naar voren.
Читать дальшеИнтервал:
Закладка:
Похожие книги на «De Cock en de broeders van de zachte dood»
Представляем Вашему вниманию похожие книги на «De Cock en de broeders van de zachte dood» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.
Обсуждение, отзывы о книге «De Cock en de broeders van de zachte dood» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.