Albert Baantjer - De Cock en de broeders van de zachte dood

Здесь есть возможность читать онлайн «Albert Baantjer - De Cock en de broeders van de zachte dood» весь текст электронной книги совершенно бесплатно (целиком полную версию без сокращений). В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Год выпуска: 1979, ISBN: 1979, Издательство: De Fontein, Жанр: Детектив, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.

De Cock en de broeders van de zachte dood: краткое содержание, описание и аннотация

Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «De Cock en de broeders van de zachte dood»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.

De Cock en de broeders van de zachte dood — читать онлайн бесплатно полную книгу (весь текст) целиком

Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «De Cock en de broeders van de zachte dood», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.

Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Broeder Constantijn keek hem verwijtend aan.

‘Uw sarcasme is misplaatst,’ sprak hij bestraffend. ‘Ik kwam beide malen juist uit onze vestiging aan de Keizersgracht. Het was pure toevalligheid. En ik verzeker u, geen prettige ervaringen. Wat Richard tijdens zijn leven ook geweest mag zijn, hij was mijn vader.’ Hij boog verdrietig het hoofd. ‘Broeder Rigobertus, onze leider, werd door mij zeer gerespecteerd.’

De Cock streek met de pink over de rug van zijn neus. Tussen zijn vingers door keek hij naar de man voor hem.

‘Bent u al klaar om zijn positie over te nemen?’

De gepolijste uitdrukking op het gezicht van broeder Constantijn veranderde. Hij wond zich zichtbaar op. Rode blosjes stegen naar zijn wangen. ‘Broeder Crispijn en ik zullen ons daarover moeten beraden.’

‘En broeder Cornelis?’

Er verscheen een meelijwekkend lachje om zijn mond. ‘Broeder Cornelis denkt alleen aan zijn stemmen.’

‘En u?’

Broeder Constantijn gebaarde heftig.

‘Het voortbestaan van ons genootschap staat op het spel. Dat is duidelijk. We zullen op korte termijn maatregelen moeten treffen om…’

De Cock onderbrak hem.

‘Om de reeks moorden te stoppen?’

Broeder Constantijn sprong op. Zijn neusvleugels trilden. ‘Ons Genootschap van de Heilige Zegeningen heeft met die moorden niets te maken.’

De Cock veinsde verwondering. Hij liet zich in de fauteuil wat onderuitzakken en keek naar de man omhoog. ‘Het is toch opmerkelijk,’ sprak hij zalvend, ‘dat juist de oudere leden van het Carillon, alsmede de geliefde leider van het genootschap, stelselmatig uit de weg zijn geruimd.’ Hij pauzeerde even, grijnsde vals. ‘Om plaats te maken voor een oprukkende generatie.’

Broeder Constantijn reageerde fel. Hij boog zich voorover naar De Cock. In zijn ogen blonk haat, geweld.

‘Dat is een pure leugen,’ brulde hij. ‘Een infame insinuatie.’

Ook Rosita Stuyvenburg kwam overeind. Ze pakte haar zoon bij de arm vast en trok hem terug. ‘Alfred,’ riep ze bestraffend, ‘beheers je.’

Broeder Constantijn zakte terug in zijn fauteuil. Rosita Stuyvenburg bleef staan. Ze wendde zich tot De Cock, koel, waardig, het hoofd iets achterover. ‘Uw theorieën omtrent de moorden,’ sprak ze scherp, ‘interesseren ons niet in het minst. Wanneer u meent ten aanzien van een van ons, of ten aanzien van ons allen, over afdoende bewijzen te beschikken, komt u terug om uw ambtelijke bezigheden te vervullen. Tot dat moment wensen wij geen inbreuk meer op onze privacy.’ Ze ademde diep. ‘Ik vind uw optreden ronduit ergerlijk. De wijze waarop u mij in het Wilhelmina Gasthuis met die eh… juffrouw Monique confronteerde, was bepaald weinig tactvol.’

De Cock boog beschaamd het hoofd. ‘U hebt gelijk. Mijn beroep dwingt mij wel eens onvriendelijker en minder tactvol te zijn dan goede omgangsvormen toelaten.’ Hij stond op en schonk haar zijn beminnelijkste glimlach. ‘Daarvoor mijn oprechte verontschuldiging.’ Hij wenkte Vledder op te staan. ‘We zullen niet langer van uw gastvrijheid gebruik maken.’

Hij stond juist op het punt de kamer uit te stappen, toen zijn aandacht werd getrokken door een foto, die in een zilveren lijst op een donkere eiken kast stond. De Cock liep erheen en nam de lijst in de handen. Het was een portret van een jonge man en een jonge vrouw.

Rosita Stuyvenburg kwam naast hem staan. ‘Dat is mijn zoon Adriaan met Jessica.’

De Cock hijgde. De foto boeide hem ongemeen. ‘Wie is Jessica?’

De vrouw naast hem aarzelde. Hij hoorde haar ademhaling. ‘Jessica is… was de verloofde van Adriaan. Ze kwam op een tragische manier om het leven.’

De Cock nam het beeld goed in zich op. Hij wilde de zilveren lijst terugzetten, toen een jongeman de kamer binnenkwam. Ineens stoof hij met een rood hoofd op De Cock toe en griste hem de foto uit de handen. Hij keek naar Rosita Stuyvenburg op, een verbeten trek om de mond. ‘Hoe vaak heb ik je niet gezegd,’ brieste hij, ‘dat ik die foto niet meer op de kast wil zien?’ Met forse stappen beende hij met het portret de kamer uit.

Rosita Stuyvenburg schudde triest het hoofd.

‘Adriaan… sinds haar dood is hij zichzelf niet meer.’

15

Toen Vledder de recherchekamer binnenstapte, keek De Cock van zijn papieren op. ‘Hoe was de sectie?’

De jonge rechercheur glimlachte. ‘Dokter Rusteloos maakte er haastwerk van. In ruim tweeënhalf uur was hij klaar.’

‘Met beiden?’

Vledder knikte bevestigend. ‘Ik heb hem en zijn assistent nog nooit zo hard zien werken. Ze hadden het ook overstelpend druk. Voor vandaag hadden ze nog drie secties op het program. Twee in Groningen en een in Den Bosch.’

‘Bijzonderheden?’

Vledder trok zijn schouders op. ‘Broeder Rigobertus had een extra grote lever en Monique van Bovenkerken had vermoedelijk tijdens haar leven last van niersteentjes.’

‘Doodsoorzaak?’

Vledder keek zijn collega grinnikend aan. ‘Wat dacht je?’

‘Verdrinking.’

Vledder maakte een hulpeloos gebaar.

‘Ik heb dokter Rusteloos van de vorige gevallen verteld. Ik heb hem ook gezegd wat jouw bedenkingen waren. En daar was hij het wel mee eens. Maar hij kon toch tot geen andere conclusie komen.’

De Cock wreef zich achter in de nek. Hij voelde zich wat vermoeid. ‘Laten we hopen dat het toxicologisch onderzoek wat oplevert. Heb je de lijkdelen naar doctorandus Eskes gebracht?’

Vledder knikte.

‘Ik heb hem gezegd dat je haast had. Dat scheen hij van jou te kennen. Hij vroeg of je nog een bepaald vergif op het oog had.’

De Cock schudde het hoofd.

‘Ik durf geen suggesties te doen. Ik weet het eenvoudig niet. Het kan vrijwel elk vergif zijn… als het maar niet direct dodelijk is.’

Een tijdlang zwegen beiden. De jonge Vledder pakte een stoel en ging tegenover De Cock aan zijn bureau zitten.

‘En wat heb jij in de tussentijd gedaan?’

De Cock glimlachte.‘Ik heb mij beziggehouden met een familiedrama.’

Vledder fronste zijn wenkbrauwen. ‘Welke familie… en welk drama?’

De Cock tikte met een vinger op de bescheiden voor zich. ‘Moeder Stuyvenburg, haar zoon Adriaan… en de tragische dood van Jessica.’

‘Het meisje van de foto in de zilveren lijst.’

De Cock knikte. ‘Jessica van Wijngaerde. Ze pleegde zelfmoord.’

‘Zelfmoord?’

De Cock gebaarde naar de stukken op zijn bureau. ‘Ik heb het proces-verbaal dat destijds van die zelfmoord is gemaakt, opgevraagd en doorgelezen. Het is een wat vreemd geval.’

Vledder boog zich gespannen naar voren. ‘Aanwijzingen voor misdrijf?’

De Cock schudde het hoofd. ‘Dat niet. De zelfmoord is wel duidelijk. Er is alleen geen aanwijsbare aanleiding.’

‘Je bedoelt dat er oppervlakkig gezien voor haar geen reden was om zich van het leven te beroven.’

‘Precies.’

‘Hoe deed ze het?’

De Cock keek zijn jonge collega strak aan. ‘Ze hing zich op.’

De Cock keek naar de vrouw voor zich. Hij schatte haar op achter in de veertig. Ze had een bijna rond gezicht met licht uitstekende jukbeenderen. De huid was strak, glanzend. Het golvende zilvergrijze haar was gevangen in een bijna onzichtbaar netje.

‘Mevrouw Van Wijngaerde?’ vroeg hij vriendelijk.

Ze blikte naar de beide mannen op haar stoep. In haar blauwe ogen lag een zweem van verbazing en achterdocht.

‘Dat eh… dat ben ik,’ sprak ze aarzelend.

De grijze speurder glimlachte beminnelijk. ‘Mijn naam is De Cock.’ Hij wees achter zich. ‘En dat is mijn collega Vledder. Wij zijn rechercheurs van politie.’

‘Politie?’

De Cock knikte. ‘Ik eh… wij wilden nog eens met u praten over het droevig verscheiden van uw dochter Jessica.’

Ze deed de deur verder open en liet de beide mannen binnen. Via een kleine hal met een fraai bewerkte dekenkist kwamen ze in een ruime kamer. Het vertrek was sober, maar smaakvol gemeubileerd. Op de schoorsteenmantel ontdekte De Cock eenzelfde zilveren lijst met daarin dezelfde foto als op de donkere eiken kast in de Ronde Hoep in Ouderkerk aan de Amstel.

Читать дальше
Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Похожие книги на «De Cock en de broeders van de zachte dood»

Представляем Вашему вниманию похожие книги на «De Cock en de broeders van de zachte dood» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.


Отзывы о книге «De Cock en de broeders van de zachte dood»

Обсуждение, отзывы о книге «De Cock en de broeders van de zachte dood» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.

x