Albert Baantjer - De Cock en de broeders van de zachte dood
Здесь есть возможность читать онлайн «Albert Baantjer - De Cock en de broeders van de zachte dood» весь текст электронной книги совершенно бесплатно (целиком полную версию без сокращений). В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Год выпуска: 1979, ISBN: 1979, Издательство: De Fontein, Жанр: Детектив, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.
- Название:De Cock en de broeders van de zachte dood
- Автор:
- Издательство:De Fontein
- Жанр:
- Год:1979
- ISBN:978 90 261 2507 2
- Рейтинг книги:3 / 5. Голосов: 1
-
Избранное:Добавить в избранное
- Отзывы:
-
Ваша оценка:
- 60
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
De Cock en de broeders van de zachte dood: краткое содержание, описание и аннотация
Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «De Cock en de broeders van de zachte dood»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.
De Cock en de broeders van de zachte dood — читать онлайн бесплатно полную книгу (весь текст) целиком
Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «De Cock en de broeders van de zachte dood», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.
Интервал:
Закладка:
De Cock grijnsde met een scheve mond. ‘God en de duivel… zij krijgen altijd hun deel.’ Hij spreidde zijn handen in een triest gebaar. ‘Mij… mij ontloopt er wel eens een.’
Broeder Crispijn keek hem niet-begrijpend aan. ‘Wie ontloopt u wel eens?’
De Cock plukte aan zijn neus. ‘Een moordenaar.’
Het gezicht van broeder Crispijn versomberde. ‘Ja,’ verzuchtte hij, ‘ik heb horen verluiden dat er volgens u sprake is van moord. Broeder Rigobertus was er zeer door ontsteld. Hij hoopte dat uw zienswijze zich tijdens het verloop van het onderzoek zou wijzigen.’ Hij blikte op, het hoofd wat scheef: ‘Is het moord?’
De Cock knikte nadrukkelijk. ‘Een dubbele moord in duplo.’
Broeder Crispijn nam een kleine pauze. Hij vouwde devoot de handen.
‘Ik… en ook vele andere broeders en zusters van het genootschap, delen deze mening niet. Wij zijn ervan overtuigd, dat zij die van ons heengingen, de lasten des levens niet meer konden dragen.’
De Cock keek hem schuins onderzoekend aan. ‘Een simpele zelfmoord.’
‘Simpel… ja.’
‘En daarom liet u ze cremeren.’
Broeder Crispijn antwoordde niet direct. Hij staarde langs De Cock heen, ontweek zijn blik.
‘Volgens de maatstaven van ons geloof, menen wij, in het genootschap, dat zij die de hand aan zichzelf slaan, het recht op een christelijke begrafenis hebben verloren.’ Hij gebaarde wat verontschuldigend. ‘Ik ben in het Carillon aangesteld om erop toe te zien dat de zuiverheid van ons geloof wordt bewaard. Daarom heb ik, na rijp beraad, hun crematie bevolen.’
De Cock boog zich naar hem toe. De aanmatigende toon van de man begon hem te prikkelen. ‘Alberdina Tuijlinga, mij dierbaarder als Blonde Tieneke, behoorde niet tot uw genootschap. Zij was geen lid. Wat bezielde u om ook haar te laten cremeren?’
De gladde, uitgebalanceerde gebaartjes van broeder Crispijn werden wat hoekiger, minder gecontroleerd.
‘Ik heb tegen die oude manke vrouw in de binnenstad gezegd,’ sprak hij gelaten, ‘dat wat God in de dood heeft verenigd, wij, mensen, niet mogen scheiden.’
De ogen van De Cock begonnen te flikkeren.
‘En toen liet u hen beiden verbranden.’ Hij snoof. ‘Als een soort voorproefje van de hel die hen wachtte.’
Broeder Crispijn reageerde fel. ‘Zo mag u niet over crematie praten.’
De Cock kneep zijn lippen samen. ‘Maar zo is het toch,’ brieste hij, ‘in uw ogen. En in uw verdomde ijdelheid gaat u op Gods troon zitten en spreekt verdoemenis over hen uit.’ In een nauwelijks betoomde woede greep hij de gekrulde broeder Crispijn aan de revers van zijn fraai gesneden colbert en trok de man naar zich toe. De angst op het gezicht voor hem bekoelde hem niet.
‘Ik zal u zeggen,’ siste hij, ‘waarom u de slachtoffers liet cremeren. U wist verrekte goed dat zij allen waren vermoord. Dat wist u van het begin af aan. En u wist ook deksels goed dat het motief voor de moorden in de boezem van het genootschap lag. Daarom… om de zuiverheid van uw geloof te bewaren… besefte u dat crematie een prachtig middel was om belastende sporen te vernietigen.’
De Cock liet de man los. Zijn machtige armspieren trilden nog na. Zijn grof breed gezicht was een strak masker. Hij keek op de man neer, scherp, analyserend, vastbesloten om door het koele pantser van welwillend onbegrip heen te breken.
Broeder Crispijn streek met drie vingers tussen zijn witte boord. Zweet parelde op zijn voorhoofd. De plotselinge aanval van De Cock had hem verrast, totaal verbijsterd. Hij trok met bevende handen zijn colbert weer in de plooi. Daarna keek hij angstig omhoog.
‘U eh… u hebt niet het recht om mij zo te benaderen,’ sprak hij licht hoofdschuddend. ‘Ik zal mij daarover bij uw superieuren beklagen.’
De Cock knikte grijnzend. ‘Moet u doen,’ zei hij aanmoedigend. Hij boog zich over hem heen. ‘Maar ik heb nog steeds geen antwoord op mijn vragen.’
Broeder Crispijn zuchtte. Zijn gezicht zag bleek. ‘Ik ben door onze leider, broeder Rigobertus, naar u toegezonden om u enige helderheid te verschaffen. In de boezem van ons genootschap bestaan nauwelijks tegenstellingen, althans geen tegenstellingen die mogelijk tot eh… moord konden leiden.’ Hij slikte. ‘En om tot een antwoord te komen op uw eh… dwaze toespelingen: mijn besluit om de slachtoffers van die verdrinkingen te laten cremeren, geschiedde zuiver op religieuze gronden en had met het eh… vernietigen van belastende sporen, zoals u dat noemde, niets te maken.’ Hij trok zijn rug recht, won duidelijk iets aan zelfvertrouwen. ‘Bovendien zult u uw beschuldigingen waar moeten maken.’
De Cock ging achter zijn bureau zitten. Hij bekeek de man voor zich aandachtig. Broeder Crispijn was duidelijk een tegenstander van formaat. De grijze speurder wreef over zijn gezicht. Toen hij zijn hand had weggetrokken, had zijn gelaat een andere expressie; milder, met een toegankelijke welwillendheid.
‘De heer en mevrouw Schoonenbeek,’ sprak hij vriendelijk, ‘schreven u een brief, waarin zij een algehele samenkomst verzochten.’
‘Inderdaad.’
‘Hebt u die brief nog?’
Broeder Crispijn schudde het hoofd. ‘Die heb ik vernietigd. Het had na hun dood geen zin meer om aan hun verzoek gevolg te geven.’
De Cock glimlachte. ‘Hoe efficiënt.’
‘Wat bedoelt u?’
De Cock gebaarde in zijn richting. ‘Het vernietigen van die brief. Nu kan niemand meer bewijzen dat het echtpaar Schoonenbeek u in die brief ook mededeelde dat het in Cortina d’Ampezzo broeder Rigobertus had ontmoet… en wel in gezelschap van een beeldschone vrouw, Monique van Bovenkerken… de wettige echtgenote van broeder Christiaan, een ander zo gewaardeerd lid van het Carillon.’
Broeder Crispijn keek hem verbijsterd aan. De smalle neusvleugels trilden. Hij bewoog het hoofd. De blonde krullen deinden mee. ‘Nee, nee. Dat is niet waar.’
De Cock kwam van zijn stoel overeind. Langzaam strekte hij een beschuldigende vinger naar broeder Crispijn uit. ‘U wist,’ sprak hij bedaard, ‘welke ontdekking de heer en mevrouw Schoonenbeek tijdens hun vakantie in Cortina d’Ampezzo hadden gedaan. U wist ook wat het betekende wanneer dit in een algehele samenkomst zou worden bekendgemaakt… de volledige ondergang van de geestelijke leider, broeder Rigobertus, de man met wie u zich zo verbonden voelde. Hij zei het ons ook zelf: broeder Crispijn… voor mij een grote steun… devoot, toegewijd .’
De Cock liet zijn beschuldigende arm zakken en steunde met beide handen op zijn bureau. Toen hij verder ging boog hij zich ver naar voren. ‘Om hem te beschermen, om de zuiverheid van het geloof, dat is de eenheid binnen het Genootschap van de Heilige Zegeningen te bewaren, besloot u tot een wanhoopsdaad… moord.’
Broeder Crispijn staarde hem aan. Zijn ogen werden groot. Hij gleed van zijn stoel en knielde biddend op de vloer.
‘Lieve Heer,’ stamelde hij ontsteld, ‘help mij… nu de Boze zo nabij is.’
Vledder keek zijn oude leermeester van terzijde aan. Om zijn mond dartelde een gulle lach.
‘Ik mag die broeder Crispijn wel. Eindelijk eens een man die jouw persoon duidelijk typeert: De Cock… de Boze, die zo nabij is.’
De grijze speurder staarde somber voor zich uit. Hij had het grapje van de jonge rechercheur niet verstaan, of hij kon het niet waarderen. Er was bij hem geen enkele reactie. De grillige accolades rond de mond bewogen niet.
De Cock was duidelijk ontevreden. De gang van zaken zinde hem niet. Het leek in dit onderzoek alsof hij steeds tegen een muur botste; groter, hoger, ongenaakbaarder dan de muur om de tempel in Duivendrecht. De vergelijking bracht op zijn gezicht een grimmige grijns.
Een volle minuut bleef hij in gepeins verzonken staan.
Toen begon hij door de recherchekamer te stappen, in een trage cadans. De moeilijkheid was, zo overdacht hij, dat hij niet tot een sluitend motief kon komen. Zeker, zijn theorieën hadden een reële grond, maar hij had het onbestemde gevoel dat ze de kern van de zaak niet raakten, dat ergens, diep verborgen, een afschuwelijk geheim school.
Читать дальшеИнтервал:
Закладка:
Похожие книги на «De Cock en de broeders van de zachte dood»
Представляем Вашему вниманию похожие книги на «De Cock en de broeders van de zachte dood» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.
Обсуждение, отзывы о книге «De Cock en de broeders van de zachte dood» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.