Ze aten met z’n drieën die avond laat, Vorkosigan, Cordelia en luitenant Kodelka. Vorkosigans nieuwe privésecretaris zag er een beetje moe uit.
‘Wat hebben jullie de hele dag gedaan?’ vroeg Cordelia. ‘Mannen bijeengedreven, voornamelijk,’ antwoordde Vorkosigan. ‘Premier Vortala had een paar stemmen die niet zo volledig binnen waren als hij beweerde, en die mensen hebben we bewerkt, een of twee tegelijk, achter gesloten deuren. Wat je morgen in de raadszaal zult zien, is niet de Barrayaraanse politiek in werking, maar het resultaat ervan. Heb jij je vermaakt vandaag?’
‘Prima. Ik ben wezen winkelen. Wacht maar tot je ziet wat ik heb gekocht.’ Ze haalde de degenstok te voorschijn en trok het papier eraf. ‘Om ervoor te zorgen dat je Ko niet helemaal te gronde richt.’ Kodelka keek dankbaar uit beleefdheid, maar daaronder ging irritatie schuil. Zijn blik veranderde in één van verrassing toen hij de stok aanpakte en bijna liet vallen door het onverwachte gewicht. ‘Hé! Dit is…’
‘Je moet op die knop drukken. Richt hem niet… !’ Pats!
‘… op het raam.’ Gelukkig raakte de schede het kozijn en stuiterde met een klap terug. Ko en Aral sprongen allebei op.
Kodelka’s ogen lichtten op toen hij de kling bekeek, terwijl Cordelia de schede haalde. ‘O, mevrouw!’ Toen betrok zijn gezicht. Hij schoof voorzichtig de schede er weer over en gaf hem somber terug. ‘Daar hebt u natuurlijk niet aan gedacht. Ik ben geen Vor. Volgens de wet mag ik geen eigen degen bezitten.’
‘O.’ Cordelia was diep teleurgesteld.
Vorkosigan trok een wenkbrauw op. ‘Mag ik hem eens zien, Cordelia?’ Hij bekeek hem en liet de schede er wat voorzichtiger afspringen. ‘Hmm. Heb ik gelijk als ik denk dat ik hiervoor heb betaald?’
‘Nou, dat zul je doen, vermoed ik, als de rekening komt. Maar ik vind niet dat je degene moet betalen die ik gebroken heb. En deze kan ik net zo goed terugbrengen.’
‘Ik begrijp het.’ Hij glimlachte een beetje. ‘Luitenant Kodelka, als uw bevelvoerend officier en eerste ondergeschikte van Ezar Vorbarra, verstrek ik u officieel dit wapen van mij, om te dragen in dienst van de keizer, lang moge hij heersen.’ De onvermijdelijke ironie van deze formele frase deed zijn mond verstrakken, maar hij schudde de somberheid van zich af en gaf de stok terug aan Kodelka, die weer helemaal opfleurde.
‘Dank u, meneer!’
Cordelia schudde alleen haar hoofd. ‘Ik geloof niet dat ik deze planeet ooit zal begrijpen.’
‘Ik zal Ko wat informatie over het rechtsstelsel voor je laten opzoeken. Maar vanavond niet. Hij heeft nog maar nauwelijks de tijd om zijn aantekeningen van vandaag te rangschikken voordat we Vortala hier verwachten met nog een paar van zijn dolenden. Je kunt gebruik maken van de bibliotheek van mijn vader, Ko; daar zullen we de bespreking voeren.’
Het diner werd beëindigd. Kodelka trok zich terug in de bibliotheek om te werken, terwijl Vorkosigan en Cordelia naar de zitkamer daarnaast gingen om te lezen, totdat Vorkosigans bespreking van die avond begon. Hij had nog meer rapporten, die hij snel door een handviewer liet gaan. Cordelia verdeelde haar tijd tussen een oormicrofoontje waarmee ze Barrayaraans-Russische taallessen beluisterde en een nog intimiderender schijfje over kinderverzorging. De stilte werd af en toe verbroken door gemompel van Vorkosigan, meer tegen zichzelf dan tegen haar, van zinnen als: ‘Aha! Dus dat voerde die smeerlap in zijn schild’, of’ Verdomme, dat zijn rare cijfers. Die moet ik natrekken…’ Of van Cordelia: ‘Lieve help, ik vraag me af of alle baby’s dat doen.’ En van tijd tot tijd weerklonk er een bons uit de bibliotheek; dan keken ze elkaar aan en barstten in lachen uit.
‘O jee,’ zei Cordelia na de derde of vierde keer dat dat gebeurde. ‘Ik hoop dat ik hem niet te veel afleiding van zijn werk heb bezorgd.’
‘Hij zal het prima doen, als hij eenmaal gewend is. Vorbarra’s privé-secretaris heeft hem onder zijn hoede genomen en laat hem zien hoe hij zijn werk moet structureren. Nadat Ko samen met hem de hele ceremonie rond de begrafenis heeft doorlopen, zou hij alles aan moeten kunnen. Die degenstok was trouwens een geniaal idee; bedankt.’
‘Ja, het viel me op dat hij nogal overgevoelig was wat betreft zijn handicap. Ik dacht dat dit hem misschien een beetje op zijn gemak zou stellen.’
‘Het ligt aan onze maatschappij. Die heeft de neiging nogal… hard te zijn voor iedereen die het tempo niet kan bijbenen.’
‘Ik begrijp het. Vreemd… nu je het zegt, herinner ik me niet dat ik iets anders dan gezond ogende mensen heb gezien, op straat en zo, behalve in het ziekenhuis. Geen zweefstoelen, niet van die wezenloze types die achter hun ouders aan hobbelen…’
‘Die zul je ook niet zien.’ Vorkosigan keek grimmig. ‘Alle problemen die op te sporen zijn, worden voor de geboorte geëlimineerd.’
‘Ja, dat doen wij ook. Hoewel meestal voor de conceptie al.’
‘Of bij de geboorte. En daarna, in afgelegen gebieden.’
‘O.’
‘En wat de verminkte volwassenen betreft…’
‘Goeie help, daar plegen jullie toch zeker geen euthanasie op?’
‘Die officier Dubauer van jou zou hier niet meer in leven zijn.’ Dubauer was door een zenuwvernietiger in zijn hoofd geraakt en had het overleefd. Min of meer.
‘En verwondingen zoals die van Kodelka of erger… Het maatschappelijke stigma is heel groot. Sla hem maar eens gade in een grotere groep, niet met zijn beste vrienden. Het is geen toeval dat het zelfmoordpercentage onder afgekeurde soldaten hoog is.’
‘Dat is afschuwelijk.’
‘Eens vond ik bet vanzelfsprekend. Nu… niet meer. Maar veel mensen nog wel.’
‘En hoe zit het met problemen zoals die van Bothari?’
‘Dat hangt ervan af. Hij was een bruikbare krankzinnige. Voor de onbruikbaren…’ zijn stem stierf weg en hij keek strak naar zijn laarzen. Cordelia had het koud gekregen. ‘Ik denk steeds dat ik begin te wennen aan deze planeet. Dan sla ik een hoek om en loop ik recht tegen zoiets op.’
‘Het is pas tachtig jaar geleden dat Barrayar weer in contact kwam met de rest van de galactische beschaving. We zijn niet alleen op het gebied van technologie achteropgeraakt in de tijd van de Afzondering. Die konden we snel weer omhangen, als een geleende jas. Maar daaronder… zijn we op sommige plekken nog behoorlijk naakt. In vierenveertig jaar heb ik pas een beetje gezien hóé naakt.’ Kort daarna kwamen graaf Vortala en zijn ‘dolenden’ binnen, en Vorkosigan verdween in de bibliotheek. Later die avond kwam graaf Pjotr Vorkosigan, Arals vader, aan vanuit zijn district om deel te nemen aan de stemming van de voltallige Raad.
‘Nou, dat is tenminste één stem waarop hij morgen kan rekenen,’ grapte Cordelia tegen haar schoonvader terwijl ze hem uit zijn jasje hielp, dat hij stram uittrok in de hal met de tegelvloer.
‘Ha. Hij mag blij zijn dat hij die krijgt. Hij heeft de laatste jaren verdomd rare radicale ideeën opgepikt. Als hij mijn zoon niet was, kon hij ernaar fluiten.’ Maar Pjotrs gerimpelde gezicht stond trots. Cordelia knipperde met haar ogen bij deze beschrijving van de politieke overtuigingen van Aral Vorkosigan. ‘Ik moet toegeven dat ik hem nooit als een revolutionair heb beschouwd. Radicaal is blijkbaar een rekbaarder begrip dan ik dacht.’
‘O, maar zo ziet hij zichzelf ook niet. Hij denkt dat hij tot halverwege kan gaan en dan kan stoppen. Ik denk dat hij over een paar jaar zal merken dat hij een tijger berijdt.’ De graaf schudde grimmig zijn hoofd. ‘Maar kom eens zitten, meisje, en vertel me of het goed met je gaat. Je ziet er goed uit… Is alles in orde?’
De oude graaf was hevig geïnteresseerd in de ontwikkeling van zijn aanstaande kleinzoon. Cordelia voelde dat haar zwangerschap haar status voor hem aanzienlijk had verhoogd, van een gedoogde bevlieging van Aral tot iets dat gevaarlijk dicht grensde aan het half goddelijke. Hij overlaadde haar werkelijk met zijn goedkeuring. Het was bijna onweerstaanbaar en ze lachte hem er nooit om uit, hoewel ze er geen illusies over koesterde.
Читать дальше