J. Tolkien - In de ban van de Ring
Здесь есть возможность читать онлайн «J. Tolkien - In de ban van de Ring» весь текст электронной книги совершенно бесплатно (целиком полную версию без сокращений). В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Жанр: Фэнтези, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.
- Название:In de ban van de Ring
- Автор:
- Жанр:
- Год:неизвестен
- ISBN:нет данных
- Рейтинг книги:3 / 5. Голосов: 1
-
Избранное:Добавить в избранное
- Отзывы:
-
Ваша оценка:
- 60
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
In de ban van de Ring: краткое содержание, описание и аннотация
Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «In de ban van de Ring»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.
In de ban van de Ring — читать онлайн бесплатно полную книгу (весь текст) целиком
Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «In de ban van de Ring», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.
Интервал:
Закладка:
‘Maar je kunt er toch mee ophouden; schei toch uit met Drostje spelen als het niet langer een eerbiedwaardig ambt is,’ zei Sam. ‘Dat is ons niet toegestaan,’ zei Rob. ‘Als ik niet toegestaan nog veel vaker te horen krijg,’ zei Sam, ‘word ik boos.’
‘Ik moet zeggen dat het me niet zou spijten als dat gebeurde,’ zei Rob, terwijl hij zachter ging praten. ‘Als we allemaal met elkaar boos werden, zou er misschien iets aan te doen zijn. Maar het zijn die Mannen, Sam, de Mannen van de Chef. Hij stuurt ze overal op af, en als een van ons kleine lieden voor zijn rechten opkomt, werpen ze hem in de Slotholen. Ze hebben de ouwe Oliebol, de ouwe Willie Witvoet, de Burgemeester, als eerste meegenomen, en nog een heleboel anderen. De laatste tijd is het erger geworden. Ze slaan ze nu meestal.’
‘Waarom doen jullie hun werk dan voor ze?’ vroeg Sam nijdig. ‘Wie heeft jullie naar Puitenlee gestuurd?’
‘Niemand. Wij wonen hier in het grote Drosthuis. Wij zijn nu de Eerste Troep Oosterkwartier. Er zijn bij mekaar honderden Drosten, en ze willen er nog meer hebben met al die nieuwe voorschriften. De meesten zitten er tegen hun wil in, maar niet allemaal. Zelfs in de Gouw zijn erbij die het prettig vinden hun neus in andermans zaken te steken en op te scheppen. En er zijn er bij die nog erger zijn: er zijn er een paar die voor de Chef en zijn Mannen spioneren.’
‘Ah! Dus zo hebben jullie nieuws over ons gekregen, niet?’
‘Zo is het. Wij mogen er nu niets meer mee verzenden, maar ze gebruiken de oude Snelle Postdienst en hebben speciale koeriers op verschillende punten klaarstaan. Gisteravond is er een uit Witvoren met een “geheime boodschap” gekomen, en een andere heeft die weer vandaar verder gebracht. En vanmiddag kwam er een boodschap terug om te zeggen dat jullie gearresteerd moesten worden en naar Bijwater gebracht, niet regelrecht naar de Slotholen. De Chef wil jullie blijkbaar meteen zien.’
‘Hij zal niet zo happig zijn wanneer meneer Frodo met hem klaar is.’
Het Drosthuis van Puitenlee was even beroerd als het Brughuis. Het had maar één verdieping, maar het had dezelfde smalle ramen, en het was opgetrokken uit lelijke lichte bakstenen, die slecht waren gemetseld. Binnen was het vochtig en vreugdeloos, en het avondeten werd opgediend op een lange kale tafel die in weken niet was geschrobd. Het eten was geen betere omgeving waard. De reizigers waren blij om er weg te gaan. Het was ongeveer achttien mijl naar Bijwater, en zij gingen ’s ochtends om tien uur op weg. Ze zouden eerder op weg zijn gegaan als het oponthoud de leider van de Drosten niet zo duidelijk had geërgerd. De westenwind was naar het noorden gedraaid en het begon kouder te worden, maar het regende niet meer. Het was een nogal komische optocht die het dorp verliet, hoewel de weinige lieden die uitliepen om zich aan de uitmonstering van de reizigers te vergapen, niet goed wisten of lachen was toegestaan. Een twaalftal Drosten moest de ‘gevangenen’ escorteren; maar Merijn liet hen vooroplopen, terwijl Frodo en zijn vrienden erachteraan reden. Merijn, Pepijn en Sam zaten op hun gemak te praten, te lachen en te zingen terwijl de Drosten voortsjokten en probeerden er streng en belangrijk uit te zien. Frodo zweeg echter en keek nogal droevig en nadenkend. De laatste persoon die zij passeerden was een dikke ouwe gabber die een haag aan het knippen was. ‘Hallo, hallo,’ spotte hij. ‘Wie heeft nou wie gearresteerd?’ Twee van de Drosten scheidden zich onmiddellijk van het gezelschap af en gingen naar hem toe. ‘Leider,’ zei Merijn. ‘Beveel je mannen onmiddellijk hun plaatsen weer in te nemen als je niet wilt dat ze met mij te maken krijgen.’ Op een scherpe terechtwijzing van hun leider kwamen de twee hobbits mokkend terug. ‘En nu voortmaken,’ zei Merijn, en daarna zorgden de reizigers ervoor dat het tempo van hun pony’s snel genoeg was om de Drosten zo vlug op te laten schieten als ze konden. De zon kwam tevoorschijn, en ondanks de kille wind waren ze weldra aan het puffen en zweten. Bij de Drie-Kwartierensteen gaven zij het op. Zij hadden bijna veertien mijl afgelegd, met maar één pauze ’s middags. Het was nu drie uur. Ze hadden honger en hun voeten deden pijn en zij konden het tempo niet volhouden. ‘Nou, komen jullie dan maar in je eigen tijd!’ zei Merijn. ‘Wij gaan verder.’
‘Dag, Robbertje!’ zei Sam. ‘Ik zal voor De Groene Draak op je wachten, als je niet vergeten bent waar die is. En treuzel niet onderweg!’
‘Jullie verbreken je arrest, dat doen jullie,’ zei de leider spijtig, ‘maar ik ben niet aansprakelijk.’
‘We zullen nog heel wat meer dingen breken, zonder jou ervoor aan te spreken,’ zei Pepijn. ‘Veel geluk gewenst!’
De reizigers draafden verder, en toen de zon naar de Witte Heuvels ver weg aan de westelijke horizon begon te zinken, kwamen zij in Bijwater met zijn wijde poel en daar kregen zij hun eerste, werkelijk pijnlijke schok. Dit was Frodo’s en Sams eigen land e n zij kwamen nu tot de ontdekking dat zij er meer van hielden dan van enige andere plek op de wereld. Vele van de huizen die zij hadden gekend stonden er niet meer. Sommige schenen afgebrand te zijn. Het aardige rijtje hobbitholen in de berm aan de noordzijde van de Plas was verlaten, en hun kleine tuintjes, die vroeger zo kleurig naar de rand van het water hadden gelopen, waren door onkruid overwoekerd. Erger nog, er stond een hele rij lelijke nieuwe huizen langs de kant van de Plas waar de Hobbitsteeweg vlak langs de berm liep. Daar had een rij bomen gestaan. Die waren alle verdwenen. En toen zij met ontsteltenis de weg naar Balingshoek langskeken, zagen zij een grote bakstenen schoorsteen in de verte. Die spuwde zwarte rook in de avondlucht. Sam was buiten zichzelf. ‘Ik ga meteen door, meneer Frodo,’ riep hij uit. ‘Ik ga kijken wat er aan de hand is. Ik wil de Gabber proberen te vinden.’
‘We moeten eerst zien uit te vissen wat ons te wachten staat, Sam,’ zei Merijn. ‘Ik vermoed sterk dat de “Chef” een troep schurken bij de hand heeft. Wij kunnen beter iemand zien te vinden die ons kan vertellen hoe de zaken er hier voorstaan.’ Maar in het dorpje Bijwater waren alle huizen en holen dicht, en niemand begroette hen. Zij verbaasden zich hierover, maar ontdekten weldra de reden ervoor. Toen zij De Groene Draak bereikten, het laatste huis aan de kant van Hobbitstee, nu zonder leven en met gebroken ramen, zagen zij tot hun verontrusting een half dozijn onguur uitziende Mannen tegen de muur van de herberg geleund staan; zij hadden loensende ogen en een vaalgele huid.
‘Net zoals die vriend van Willem Varentje in Breeg,’ zei Sam. ‘Als velen die ik in Isengard heb gezien,’ mompelde Merijn.
De schurken hadden knuppels in de handen en hoorns aan hun riemen, maar zij hadden geen andere wapens voor zover ze konden zien. Toen de reizigers eraan kwamen rijden, liepen ze van de muur naar het midden van de weg om hun de doorgang te versperren. ‘Waar denken jullie dat je naartoe gaat?’ vroeg er een, de grootste en onguurste van de troep. ‘Jullie mogen niet verder. En waar zijn die verdomde Drosten?’
‘Die schieten al aardig op,’ zei Merijn. ‘Een beetje zere voeten, misschien. We hebben beloofd dat we hier op ze zouden wachten.’
‘Verdraaid, wat heb ik gezegd?’ zei de schurk tegen zijn maten. ‘Ik heb Sjappie gezegd dat je die kleine idioten niet kunt vertrouwen. Ze hadden een paar van onze jongens moeten sturen.’
‘En wat voor verschil zou dat hebben gemaakt, dacht je?’ zei Merijn. ‘We zijn niet gewend aan struikrovers in dit land, maar we weten wel hoe we met ze moeten afrekenen.’
‘Struikrovers, hè?’ zei de man. ‘Zo, dus dat is jullie toontje. Maar je mag wel wat lager zingen, anders zullen we er iets aan doen. Jullie kleine luitjes beginnen een beetje te brutaal te worden. Vertrouw niet te veel op de goedhartigheid van de Chef. Sjappie is gekomen en hij zal doen wat Sjappie zegt.’
Читать дальшеИнтервал:
Закладка:
Похожие книги на «In de ban van de Ring»
Представляем Вашему вниманию похожие книги на «In de ban van de Ring» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.
Обсуждение, отзывы о книге «In de ban van de Ring» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.