De Zanie begon te lachen: ‘Ah-ah-ah-ah,’ steeds hoger en hoger tot het een zwevend gekrijs was dat maar aanhield, veel langer dan een stem kan blijven gillen, dwars door de tijd. Er was beweging in de duisternis, geritsel en gekraak, een hergroepering van oeroude eeuwen, een uittocht van voorboden. ‘Licht, licht,’ zei een onmetelijke stem in eindeloze lettergrepen, éénmaal of oneindig veel malen. ‘Licht. Blok op het vuur, daar. Een beetje licht.’ Het was de dokter uit Spreve. Hij was de kring binnengegaan. Die was helemaal verbroken. Hij zat geknield bij de Zanies, de zwaksten, de verbindingsschakels; ze lagen allebei ineengedoken op de grond. De kemmerer lag met zijn hoofd op de knieën van Faxe, hij schokte nog steeds en hij snakte naar adem; Faxe streelde hem vriendelijk, maar afwezig over zijn haar. De Verdorvene zat alleen in een hoek, somber en terneergeslagen. De zitting was afgelopen, de tijd verstreek weer met gewone snelheid, het web van kracht was uiteengevallen in onwaardigheid en vermoeidheid. Waar was mijn antwoord, het raadsel van het orakel, de dubbelzinnige voorspelling?
Ik knielde naast Faxe. Hij keek me aan met zijn heldere ogen. In dat ogenblik zag ik hem zoals ik hem in het duister had gezien, als een vrouw in een harnas van licht die in een vuur stond te branden en schreeuwde:’ Ja —’
Faxes zachte stem verbrak het visioen. ‘Heb je je antwoord, Vrager?’
‘Ik heb mijn antwoord, Wever.’
Ik had inderdaad mijn antwoord. Over vijf jaar zou Gethen lid zijn van de Oecumene: ja. Geen raadsels, geen verstoppertje. Zelfs toen besefte ik wat voor soort antwoord het was, het was niet zozeer een voorspelling maar eerder een waarneming. Ik kon mijn eigen zekerheid dat het antwoord juist was, niet ontkennen. Het had de dwingende helderheid van een voorgevoel.
Wij hebben schepen bijna net zo snel als het licht en rechtstreekse verbindingen en denktaal, maar wij zijn er nog niet in geslaagd het voorgevoel te temmen, daarvoor moeten we naar Gethen.
‘Ik doe dienst als gloeidraad,’ vertelde Faxe me, een dag of twee na de Voorspelling. ‘De energie in ons neemt voortdurend toe, gaat telkens heen en weer, waarbij iedere keer de impuls wordt verdubbeld, tot hij naar buiten breekt en het licht in me is en om me heen, tot ik het licht ben… De Oude Man van de Sterkte Arbin zei eens dat als je de Wever op het moment van het Antwoord in een vacuum zou kunnen plaatsen, hij jarenlang zou kunnen blijven branden. Dat geloven de Yomeshta van Meshe: dat hij het verleden en het heden zag, niet voor even, maar zijn hele leven lang, na de Vraag van Shorth. Ik kan het moeilijk geloven. Ik betwijfel of iemand dat zou kunnen uithouden. Doet er ook niet toe…’
Nusuth , de alomtegenwoordige en dubbelzinnige ontkenning van de Handdara. We wandelden naast elkaar en Faxe keek me aan. Zijn gezicht, een van de mooiste mensengezichten die ik ooit zag, leek hard en fijn als gebeeldhouwde steen. ‘In de duisternis,’ zei hij, ‘waren er tien; geen negen. Er was een vreemde.’
‘Ja, die was er. Ik kon je niet buitensluiten. Jij bent een Ontvanger, Faxe, een natuurlijke empaat; en waarschijnlijk ook een krachtige, natuurlijke telepaat. Daarom ben jij de Wever, degene die de spanningen en reacties van de groep in een zelfvermeerderend patroon kan doen verlopen tot de spanning zelf het patroon verbreekt en jij het antwoord kunt grijpen.’
Hij luisterde ernstig en geïnteresseerd. ‘Het is vreemd de geheimen van mijn leer van buitenaf te beschouwen, door jouw ogen. Ik heb ze allemaal van binnenuit gezien, als een leerling —’
‘Als je het goed vindt — als je het wilt, Faxe, zou ik graag in de denktaal met je praten.’ Ik was er nu zeker van dat hij een natuurlijk communicatievermogen bezat; zijn toestemming en een beetje oefening zouden genoeg zijn om mijn onbewuste barrière op te heffen. ‘Als je dat eenmaal doet, hoor ik dan wat anderen denken?’
‘Nee, nee. Niet meer dan je toch al doet als empaat. Denktaal is communicatie, vrijwillig gezonden en vrijwillig ontvangen.’
‘Waarom dan niet overluid gesproken?’
‘Nou, als je spreekt kan je liegen.’
‘In denktaal niet?’
‘Niet opzettelijk.’
Faxe dacht daar enige tijd over na. ‘Dat is iets dat de belangstelling zal wekken van koningen, politici en zakenlieden.’
‘Toen men pas had uitgevonden dat het geleerd kon worden, hebben zakenlieden zich heftig tegen het gebruik van denktaal verzet; ze hebben het tientallen jaren verboden.
Faxe lachte. ‘En koningen?’
‘Wij hebben geen koningen meer.’
‘Ja. Ik begrijp het… Nou, dank je, Genry. Maar mijn taak is het afleren van dingen, niet het aanleren. En ik zou liever die kundigheid die de wereld volkomen zal veranderen nog niet leren.’
‘Maar volgens je eigen voorspelling zal deze wereld toch veranderen en al binnen de vijf jaar.’
‘En ik zal meeveranderen, Genry. Maar ik verlang er niet naar.’
Het regende, de lange, fijne regen van de Getheense zomer. We wandelden onder de hemmenbomen op de hellingen boven de Sterkte, waar geen paden waren. Het grijze licht viel door de donkere takken en van de scharlakenrode naalden dropen heldere druppels. De lucht was kil maar toch zacht en vol met het geluid van de regen.
‘Faxe, dit moet je me toch eens vertellen. Jullie Handdarata hebben een gave waar mensen op alle werelden naar hebben verlangd. Jullie hebben die. Jullie kunnen de toekomst voorspellen. En toch leven jullie net als de rest van ons, het schijnt niet uit te maken-’
‘Hoe kan het iets uitmaken, Genry?’
‘Nou kijk. Neem bijvoorbeeld die rivaliteit tussen Karhide en Orgoreyn, die ruzie over de Sinothvallei. Ik heb begrepen dat Karhide van de week lelijk zijn gezicht heeft verloren. Waarom heeft Koning Argaven zijn Voorspellers niet geraadpleegd, om te vragen wat hij moest doen of welk lid van de kyorremy hij eerste minister moest maken, of iets dergelijks.’
‘De vragen zijn moeilijk te stellen.’
‘Ik zie niet in waarom. Hij zou toch gewoon kunnen vragen: wie zal mij het best dienen als eerste minister? — en het daarbij laten.’
‘Dat zou hij kunnen doen. Maar hij weet niet wat hem het best dienen kan betekenen. Het zou kunnen betekenen dat de man die hij koos de vallei aan Orgoreyn zou uitleveren of in ballingschap zou gaan of de koning zou vermoorden; het zou heel veel dingen kunnen betekenen die hij niet zou verwachten of aanvaarden.’
‘Hij zou zijn vraag zeer nauwkeurig moeten formuleren.’
‘Ja. Maar dan zouden er een heleboel vragen zijn, zie je. En zelfs de koning moet de prijs betalen.’
‘Zou hij veel moeten betalen?’
‘Zeer veel,’ zei Faxe rustig. ‘De Vrager betaalt wat hij kan opbrengen, zoals je weet. Er zijn wel eens Koningen bij Voorspellers geweest, maar niet erg vaak…’
‘En als een van de Voorspellers zelf een machtig man is?’
‘Inwoners van de Sterkte hebben geen rang of status. Ik kan naar Erhenrang worden gezonden, naar de kyorremy; nou, als ik ga, neem ik mijn status en mijn schaduw weer aan, maar met het voorspellen is het afgelopen. Als ik een vraag had terwijl ik dienst deed in de kyorremy zou ik daar naar de Sterkte Orgny gaan, mijn prijs betalen en mijn antwoord krijgen. Maar wij van de Handdara willen geen antwoorden. Het is moeilijk ze te vermijden, maar we proberen het.’
‘Faxe, ik geloof niet dat ik het begrijp.’
‘Nou, we komen hier voornamelijk naar de Sterkten om te leren welke vragen we niet moeten stellen.’
‘Maar jullie geven de Antwoorden!’
‘Begrijp je nog niet, Genry, waarom we het Voorspellen beoefenen en vervolmaken?’
‘Nee-’
‘Om de volmaakte nutteloosheid aan te tonen van het weten en het antwoorden op de verkeerde vragen.’
Daar dacht ik lange tijd over na terwijl we naast elkaar door de regen liepen onder de donkere takken van het Woud van Otherhord. Faxe’s gezicht onder de witte kap zag er kalm en vermoeid uit, het licht was gedoofd. Toch boezemde hij me nog steeds een beetje ontzag in. Als hij me aankeek met zijn heldere, vriendelijke, oprechte ogen, bekeek hij me vanuit een overlevering van dertienduizend jaar oud: een manier van denken en leven, zo oud, zo vastomlijnd, zo geïntegreerd en samenhangend, dat hij een menselijk wezen de onbewustheid, het gezag, de volkomenheid van een wild dier geeft; een groot, vreemd wezen dat je recht in je ogen kijkt vanuit zijn eeuwige heden…
Читать дальше