Ze betuigden lachend hun instemming. Toen barstte Ender in tranen uit en sloeg zijn armen om Erwt en Petra heen die het dichtst bij hem stonden. ‘Ik heb jullie zo gemist,’zei hij. ‘Ik wilde jullie zo verschrikkelijk graag zien.’
‘Je zag ons verschrikkelijk,’antwoordde Petra. Ze gaf hem een zoen op zijn wang.
‘Ik zag jullie geweldig,’zei Ender. ‘De lui die ik het hardst nodig had gebruikte ik het eerst op. Slechte planning van mijn kant.’
‘Iedereen is nu weer in orde,’zei Dink. ‘We mankeerden geen van allen iets dat niet genezen kon worden door midden in een oorlog vijf dagen in een verduisterd kamertje zitten schuilen.’
‘Ik hoef jullie bevelhebber toch niet meer te zijn, hè?’vroeg Ender. ‘Ik wil nooit meer iemand commanderen.’
‘Je hoeft helemaal niemand te commanderen,’zei Dink, ‘maar je blijft altijd onze bevelhebber.’
Toen zwegen ze een poosje.
‘Wat gaan we nu doen?’vroeg Alai. ‘De oorlog met de kruiperds is afgelopen en de oorlog op Aarde ook en zelfs de oorlog hier. Wat moeten wij nou verder?’
‘We zijn kinderen,’zei Petra. ‘Misschien sturen ze ons wel naar school. Dat staat in de wet. Je moet naar school tot je zeventiende.’
Daar moesten ze allemaal om lachen. Lachen tot de tranen over hun wangen stroomden.
15. Spreker voor de Doden
Het meer was bladstil; er stond geen zuchtje wind. De twee mannen zaten naast elkaar in stoelen op de drijvende steiger. Een klein houten vlot lag aan de steiger afgemeerd; Graff haakte zijn voet onder het touw en trok het vlot naar zich toe, liet het vervolgens weer wegdrijven en trok het weer naar zich toe.
‘Je bent magerder geworden.’
‘Van de ene soort spanning word ik dik en van de andere word ik weer mager. Ik ben een rasecht chemisch schepsel.’
‘Het zal wel zwaar geweest zijn.’
Graff haalde zijn schouders op. ‘Niet echt. Ik wist dat ik zou worden vrijgesproken.’
‘Sommigen van ons waren daar niet zo zeker van. De mensen waren echt een tijdje volslagen krankzinnig, hoor. Kindermishandeling, doodslag door nalatigheid — die videobanden van het overlijden van Bonzo en Stilson waren behoorlijk gruwelijk. Als je het ene kind dat het andere kind ziet aandoen.’
‘Ik denk juist dat de videobanden min of meer mijn redding waren. De aanklager had erin geknipt, maar wij lieten de hele toestand zien. Het was duidelijk dat Ender niet bepaald de aanstichter was. Daarna was het gewoon een spelletje van bewijs-maar-dat-het-anders-had-gekund. Ik zei dat ik had gedaan wat naar mijn mening noodzakelijk was voor het behoud van de mensheid en dat het had gewerkt; de rechters waren het met ons eens dat de aanklager onomstotelijk moest bewijzen dat Ender de oorlog ook gewonnen zou hebben zonder de opleiding die wij hem gaven. Daarna was het een fluitje van een cent. De noodzaken van een oorlog.’
‘Het was voor ons in ieder geval een hele opluchting, Graff. Ik weet dat we regelmatig ruzie hadden en ik weet dat de aanklager banden van onze gesprekken als belastend materiaal gebruikte. Maar inmiddels wist ik dat je gelijk had en ik heb aangeboden om voor je te getuigen.’
‘Ik weet het, Anderson. Mijn advocaten hebben het me verteld.’
‘Wat ga je nu doen?’
‘Ik weet het nog niet. Ik luier eerst nog wat. Ik heb een paar jaar aan verlofdagen opgespaard. Genoeg om tot m’n pensionering met vakantie te gaan en ik heb nog hopies ongebruikt salaris op allerlei banken staan. Ik zou van de rente kunnen leven. Misschien ga ik wel helemaal niks doen.’
‘Dat klinkt prettig. Maar ik zou er niet tegen kunnen. Ik heb drie verschillende aanbiedingen gekregen om hoofd van een universiteit te worden, allemaal in de veronderstelling dat ik een onderwijsdeskundige ben. Ze geloven me niet als ik zeg dat het enige waar ik me op de Krijgsschool voor interesseerde, het spel was. Ik denk dat ik maar op het andere aanbod inga.’
‘Bestuurslid van de Sportbond?’
‘Nu de oorlogen achter de rug zijn is het tijd om weer echte wedstrijden te spelen. Het zal trouwens meer op vakantie lijken dan op werk. Er spelen maar achtentwintig ploegen in de bond. Na alle jaren dat ik die kinderen heb zien rondvliegen zal football er alleen wel een beetje uitzien als een stel slakken dat op elkaar knalt.’
Ze moesten lachen. Graff zuchtte en duwde met zijn voet het vlot weg.
‘Dat vlot. Dat kan jou toch niet dragen.’
Graff schudde zijn hoofd. ‘Ender heeft het gebouwd.’
‘Dat is ook zo. Dit is de plek waar je hem mee naar toe hebt genomen.’
‘Het hele zaakje is zelfs op zijn naam gezet. Ik heb ervoor gezorgd dat hij ruimschoots beloond werd. Hij krijgt al het geld dat hij ooit nodig zal hebben.’
‘Als ze hem ooit zullen laten terugkeren om het te gebruiken.’
‘Dat doen ze nooit.’
‘Ook niet nu Demosthenes ervoor ijvert om hem naar huis te laten terugkeren?’
‘Demosthenes is van de netwerken verdwenen.’
Anderson trok een wenkbrauw op. ‘Wat betekent dat nu weer?’
‘Demosthenes is met pensioen. Voorgoed.’
‘Jij weet iets, ouwe strontmiegel. Jij weet wie Demosthenes is.’
‘Was.’
‘Nou, vertel op!’
‘Nee.’
‘Bah Graff, je bent helemaal niet leuk meer.’
‘Nooit geweest.’
‘Je kunt me in elk geval toch minstens vertellen waarom. Een heleboel van ons dachten dat Demosthenes ooit nog wel eens Hegemoon zou worden.’
‘Daar is nooit een schijn van kans op geweest. Nee, zelfs de politieke onbenullen van Demosthenes zouden de Hegemoon niet kunnen overhalen om Ender naar de Aarde te laten terugkeren. Ender is veel te gevaarlijk.’
‘Hij is nog maar elf. Twaalf inmiddels.’
‘Des te gevaarlijker omdat hij zo makkelijk te beïnvloeden zou zijn. Enders naam is in de hele wereld een soort toverspreuk. De kind-god, de wonderdoener die over leven en dood moest beslissen. Elk toekomstig tirannetje zou die jongen graag voor zijn leger willen zetten om vervolgens de wereld te zien toestromen om zich bij hem aan te sluiten of uit angst in een hoekje te zien wegkruipen. Als Ender naar de Aarde zou komen zou hij hierheen willen gaan, om uit te rusten, om nog te redden wat er te redden valt van zijn jeugd. Maar ze zouden hem nooit met rust laten.’
‘Ik begrijp het. Heeft iemand dat soms aan Demosthenes uitgelegd?’
Graff lachte. ‘Demosthenes heeft het uitgelegd aan iemand anders. Iemand die Ender had kunnen gebruiken als geen ander; om de wereldheerschappij te veroveren terwijl de wereld het nog heerlijk zou vinden ook.’
‘Wie?’
‘Locke.’
‘Maar het was juist Locke die aanvoerde dat Ender op Eros moest blijven.’
‘Schijn bedriegt wel eens.’
‘Het gaat mij boven de pet, Graff. Geef mij maar football. Keurige, fatsoenlijke regels. Scheidsrechters. Een begin en een eind. Winnaars en verliezers en naderhand gaat iedereen gewoon naar huis naar zijn vrouw.’
‘Stuur mij af en toe eens een kaartje voor een wedstrijd, wil je.’
‘Je gaat toch niet echt hier zitten niksen, hè?’
‘Nee.’
‘Je gaat zeker deel uitmaken van de Hegemonie?’
‘Ik ben de nieuwe minister van Kolonisatie.’
‘Dus ze gaan het echt doen.’
‘Zodra we de rapporten binnen hebben over de door de kruiperds gekoloniseerde werelden. Ik bedoel, ze liggen kant en klaar op ons te wachten, vruchtbaar en wel, met behuizing en industrie allemaal al voorhanden en alle kruiperds dood. Gunstiger kan het niet. We trekken de Wet Bevolkingsaanwas in —’
‘Die door iedereen gehaat wordt —’
‘En al die drietjes en viertjes en vijfjes stappen in een sterschip en trekken weg naar bekende en onbekende werelden.’
‘Zullen de mensen echt gaan?’
‘Mensen gaan altijd. Altijd. Ze denken altijd dat ze een beter leven kunnen opbouwen dan in de oude wereld.’
Читать дальше