‘Begin me niet van sterk te lullen. Die jongen is elf jaar. Gun hem wat rust, Rackham. De vlam is nog niet in de pan geslagen. We kunnen een schildwacht voor zijn deur zetten.’
‘Of voor een andere deur en net doen of het de zijne is.’
‘Wat dan ook.’
Ze gingen weg. Ender viel weer in slaap.
De tijd verstreek zonder Ender anders dan oppervlakkig te beroeren. Een keer werd hij een paar minuten wakker omdat er iets op zijn hand lag dat er met een doffe, aanhoudende pijn op drukte. Hij stak zijn andere hand uit om te voelen wat het was; het was een naald die in een ader stak. Hij probeerde hem eruit te trekken, maar het ding zat vastgeplakt met een pleister en hij was veel te zwak. Een andere keer werd hij wakker in het donker en hoorde vlak naast zich mensen zachtjes mompelen en vloeken. Zijn oren tuitten van een hard geluid waarvan hij was wakker geschrokken; het geluid zelf kon hij zich niet herinneren. ‘Doe het licht aan,’zei iemand. En weer een andere keer dacht hij dat hij naast zich iemand zachtjes hoorde huilen.
Misschien duurde het een dag; misschien duurde het een week; als hij op zijn dromen afging kon het wel maanden geduurd hebben. In zijn dromen leek hij vele malen zijn leven te moeten overdoen. Hij maakte de hele Reuzendrank weer mee, de wolfskinderen, alle vreselijke doden en het niet aflatende moorden; hij hoorde in het bos een stem fluisteren: je moest de kinderen wel doden om het Einde van de Wereld te bereiken. En hij probeerde te antwoorden: ik heb nooit iemand dood willen maken. Niemand heeft me ooit gevraagd of ik dat wel wilde, iemand doodmaken. Maar het bos lachte hem uit. En als hij aan het Einde van de Wereld in de afgrond sprong was het soms geen wolk die hem opving, maar een jager die hem naar een punt bracht waar hij een goed uitzicht had op de planeet van de kruiperds zodat hij telkens weer de dodelijke uitbarsting kon zien waarmee Dokter Toestel de kettingreactie op het oppervlak van de planeet op gang bracht; maar dan telkens van dichterbij tot hij op het laatst kon zien hoe individuele kruiperds in een lichtflits ontploften en voor zijn ogen in een hoopje stof veranderden. En de koningin, omringd door haar kinderen; alleen was de koningin zijn moeder en de kinderen Valentine en alle kinderen die hij op de Krijgsschool had gekend. Een van hen, met het gezicht van Bonzo, lag op de grond uit neus en oren te bloeden en zei: Jij hebt geen eer. En de droom eindigde altijd met een spiegel of een gladde waterplas of het glanzende metalen oppervlak van een schip, iets waarin hij zijn eigen gezicht weerkaatst zag. Aanvankelijk was het aldoor Peters gezicht, met bloed om zijn mond en het puntje van een slangestaart uit zijn mondhoek hangend. Maar na een tijdje werd het zijn eigen gezicht, oud en bedroefd, met ogen die treurden om miljarden, miljarden vermoorden — maar het waren tenminste zijn eigen ogen en hij was er wel tevreden mee.
Dat was de wereld waarin Ender vele mensenlevens lang leefde tijdens de vijf dagen van de Bondsoorlog.
Toen hij weer wakker werd lag hij in het donker. In de verte hoorde hij de doffe ploffen van explosies. Hij lag een tijdje te luisteren. Toen hoorde hij zachte voetstappen.
Hij draaide zich om en stak razendsnel zijn hand uit om de persoon die hem stiekem besloop vast te grijpen. En hij kreeg inderdaad iemands kleren te pakken en trok hem met een ruk omlaag tegen zijn knieën, klaar om hem te doden als het nodig mocht zijn.
‘Ender, ik ben het, ik ben het!’
Hij kende die stem. Hij doemde op uit zijn geheugen als van een miljoen jaar geleden.
‘Alai.’
‘Salaam, kontkrummel. Wat probeerde je eigenlijk te doen? Wou je me vermoorden?’
‘Ja. Ik dacht dat jij probeerde om mij te vermoorden.’
‘Ik probeerde om je niet wakker te maken. Nou ja, je hebt in ieder geval nog wat overlevingsinstinct over. Als je Mazer hoort praten, ben je al half op weg om een plant te worden.’
‘Ik deed mijn best. Wat zijn die ploffen?’
‘Er wordt hier gevochten. Onze sectie is verduisterd voor onze veiligheid.’
Ender zwaaide zijn benen opzij om te gaan zitten. Maar dat ging niet. Zijn hoofd deed veel te zeer. Hij kreunde van pijn.
‘Blijf liggen, Ender. Maak je niet druk. Het ziet ernaar uit dat we misschien gaan winnen. Niet alle Warschaupact-mensen kozen de kant van de Polemarch. Een hele hoop sloten zich bij ons aan toen de Strateeg hun vertelde dat jij de I.V. trouw bleef.’
‘Ik sliep.’
‘Nou, dan heeft hij dus gelogen. Je beraamde toch geen verraad in je dromen, wel? Een stel Russen dat zich bij ons aansloot vertelde dat ze, toen de Polemarch hun opdroeg om jou op te sporen en te vermoorden, hem zelf bijna vermoordden. Hoe ze ook over andere mensen mogen denken, Ender, ze zijn allemaal gek op jou. De hele wereld heeft onze gevechten gezien. Dag en nacht draaiden ze de videobanden. Ik heb er ook een paar gezien. Compleet met jouw stem die de bevelen geeft. Alles staat erop, er is niet in geknipt. Toffe dingen. Je kan wel filmster worden.’
‘Dat denk ik niet,’zei Ender.
‘Ik maakte maar een geintje. Hé, niet te geloven toch? Wij hebben de oorlog gewonnen. We wilden zo graag groot worden om mee te kunnen vechten en al die tijd waren we het zelf. Ik bedoel, we zijn kinderen, Ender. En we hebben het geflikt.’Alai lachte. ‘Jij hebt het geflikt, in ieder geval. Je was ijzersterk, chef. Ik wist niet hoe je ons uit die laatste zou kunnen redden. Maar je deed het toch. Je was beregoed.’
Het viel Ender op dat hij de verleden tijd gebruikte. Ik was beregoed. ‘Wat ben ik nu , Alai?’
‘Nog steeds beregoed.’
‘Waarin?’
‘In — alles. Er zijn wel een miljoen soldaten die je tot het eind van het heelal zouden willen volgen.’
‘Ik wil niet naar het eind van het heelal.’
‘Nou, waar wil je dan wel heen? Ze volgen je.’
Ik wil naar huis, dacht Ender, maar ik weet niet waar dat is.
Er kwam een eind aan de knallen.
‘Hoor je dat?’zei Alai.
Ze luisterden. De deur ging open. Er stond iemand op de drempel. Een kleine gestalte. ‘Het is afgelopen,’zei hij. Het was Erwt. En als om het te bewijzen ging het licht aan.
‘Hoi, Erwt,’zei Ender.
‘Hoi, Ender.’
Petra stapte achter hem aan naar binnen, hand in hand met Dink. Ze kwamen bij Enders bed staan. ‘Hé, de held is wakker,’zei Dink.
‘Wie heeft gewonnen?’vroeg Ender.
‘Wij, Ender,’zei Erwt. ‘Je was er zelf bij.’
‘Zo krankjorem is hij nou ook weer niet, Erwt. Hij bedoelde wie er nu net heeft gewonnen.’Petra pakte Enders hand. ‘Er was op Aarde een wapenstilstand. Ze hebben dagen zitten onderhandelen. En eindelijk zijn ze overeengekomen om het voorstel van Locke te aanvaarden.’
‘Hij weet niet wat het voorstel van Locke inhoudt —’
‘Het is erg ingewikkeld, maar het komt er op neer dat de I.V. blijft bestaan, maar dat het Warschaupact niet meer meedoet. De mariniers van het Warschaupact gaan dus naar huis. Volgens mij heeft Rusland vooral toegestemd omdat ze met een opstand van de Slavische heloten zitten. Iedereen heeft problemen. Hier kwamen ongeveer vijfhonderd mensen om, maar op Aarde was het erger.’
‘De Hegemoon heeft zijn ambt neergelegd,’zei Dink. ‘Het is daar beneden een gekkenhuis. Wat kan het ons schelen.’
‘Alles in orde?’vroeg Petra terwijl ze even haar hand op zijn hoofd legde. ‘Je liet ons lelijk schrikken. Ze zeiden dat je gek was en wij zeiden dat zij gek waren.’
‘Ik ben gek,’zei Ender. ‘Maar ik geloof dat ik wel in orde ben.’
‘Wanneer ben je tot die conclusie gekomen?’vroeg Alai.
‘Toen ik dacht dat jij me wilde vermoorden en ik besloot om jou dan eerst te vermoorden. Ik zal wel een moordenaar in hart en nieren zijn, maar ik ben toch liever levend dan dood.’
Читать дальше