Op een gegeven moment werd hij diep in de nacht wakker van de pijn. Zijn kussen zat onder het bloed en hij proefde bloed in zijn mond. Zijn vingers deden zeer. Hij zag dat hij in zijn slaap op zijn eigen vuist had liggen knagen. Het bloed stroomde er nog uit. ‘Mazer!’riep hij. Rackham werd wakker en liet onmiddellijk een dokter komen.
Terwijl de dokter de wond verbond zei Mazer: ‘Het kan me niet schelen hoeveel je eet, Ender, maar voor zelfkannibalisme word je niet van deze school verwijderd.’
‘Ik sliep,’zei Ender. ‘Ik wil helemaal niet weg van de Officiersopleiding.’
‘Mooi.’
‘De anderen. Die het niet redden.’
‘Waar heb je het over?’
‘Vóór mij. De andere leerlingen die de opleiding niet konden afmaken. Wat is er met hen gebeurd?’
‘Ze redden het niet. Meer niet. Mislukkingen worden niet bestraft. Ze gaan gewoon — niet verder.’
‘Net als Bonzo.’
‘Bonzo?’
‘Hij werd naar huis gestuurd.’
‘Niet als Bonzo.’
‘Wat dan? Wat is er met hen gebeurd? Toen ze mislukten?’
‘Waarom is dat belangrijk, Ender?’
Ender gaf geen antwoord.
‘Geen van hen mislukte op dit punt in hun opleiding, Ender. Je hebt met Petra een vergissing gemaakt. Zij zal wel weer herstellen. Maar Petra is Petra en jij bent jij.’
‘Een deel van wat ik ben is Petra. Is wat zij van me maakte.’
‘Jij mislukt niet, Ender. Niet in dit vroege stadium van de opleiding. Je bent een paar keer door het oog van de naald gegaan, maar je hebt altijd gewonnen. Je weet nog niet wat je grenzen zijn maar als je ze nu al bereikt hebt, ben je een heel stuk zwakker dan ik dacht.’
‘Gaan ze dood?’
‘Wie?’
‘Leerlingen die mislukken.’
‘Nee, ze gaan niet dood. Grote hemel jongen, jullie spelen alleen maar spelletjes.’
‘Volgens mij ging Bonzo wel dood. Ik droomde vannacht over hem. Ik herinnerde me hoe hij eruitzag nadat ik hem een kopstoot in zijn gezicht had gegeven. Ik denk dat ik zijn neus in zijn hersens heb gedrukt. Er kwam bloed uit zijn ogen. Volgens mij was hij toen al dood.’
‘Het was maar een droom.’
‘Mazer, ik wil zulke dingen niet dromen. Ik ben bang om te gaan slapen. Ik blijf maar aan dingen denken die ik me helemaal niet wil herinneren. Mijn hele leven blijft maar aan me voorbij gaan of ik een videorecorder ben en iemand anders de akeligste stukken van mijn leven wil bekijken.’
‘We kunnen je geen slaapmiddelen geven, als je dat soms hoopte. Het spijt me dat je zo akelig droomt. Moeten we voortaan ‘s nachts het licht aanlaten?’
‘Neem me niet in de maling!’zei Ender. ‘Ik ben bang dat ik gek word.’
De dokter was klaar met verbinden. Mazer zei dat hij kon gaan. Hij ging.
‘Ben je daar echt bang voor?’vroeg Mazer.
Ender dacht erover na en wist het niet echt zeker.
‘In mijn dromen,’zei Ender, ‘ben ik er nooit zeker van of ik mezelf wel ben.’
‘Vreemde dromen zijn een veiligheidsklep, Ender. Je wordt voor het eerst van je leven door mij een beetje onder druk gezet. Je lijf zoekt manieren om dat te compenseren, anders niet. Je bent nu een grote jongen. Het is tijd dat je over je angst voor het donker heen groeit.’
‘In orde,’zei Ender. Hij besloot ter plaatse om Mazer nooit meer over zijn dromen te vertellen.
De dagen regen zich aaneen met elke dag weer gevechten tot Ender helemaal gewend raakte aan zijn routine van zelfvernietiging. Hij begon pijn in zijn maag te krijgen. Ze zetten hem op een dieet van laffe kost, maar al gauw had hij helemaal nergens trek meer in. ‘Eet,’zei Mazer en dan stopte Ender werktuiglijk een hap eten in zijn mond. Maar als niemand hem opdroeg om te eten, at hij niet.
Nog twee van zijn eskaderleiders stortten in op dezelfde manier als Petra; de druk op de overigen werd navenant groter. De vijand had nu in ieder gevecht een meerderheid van drie of vier tegen één; de vijand trok zich ook sneller terug als het slecht ging en wist de gevechten door hergroeperen steeds langer te rekken. Soms duurden gevechten wel uren voor ze eindelijk het laatste vijandelijke schip konden vernietigen. Ender begon zijn eskaderleiders tijdens een en hetzelfde gevecht te wisselen zodat goed uitgeruste en frisse leiders de plaats konden innemen van hen die een beetje traag begonnen te worden.
‘Weet je,’zei Erwt op een keer toen hij het bevel over de vier resterende jagers van Kouwe Soep overnam, ‘dit spel is lang zo leuk niet meer als vroeger.’
En op een dag toen Ender aan het oefenen was met zijn eskaderleiders, werd ineens het hele vertrek zwart en werd hij wakker op de grond met een bloedende wond in zijn gezicht waar hij tegen het regelpaneel was geklapt.
Ze stopten hem in bed en daarna was hij drie dagen erg ziek. Hij herinnerde zich dat hij in zijn dromen gezichten zag, maar het waren geen echte gezichten en dat besefte hij al terwijl hij nog meende dat hij ze zag. Soms dacht hij dat hij Valentine zag en soms Peter; soms zijn vrienden van de Krijgsschool en soms waren de kruiperds hem aan het ontleden. Eens leek het wel ontzettend echt toen hij kolonel Graff over zijn bed gebogen zag staan en zacht tegen zich hoorde praten als een aardige vader. Maar toen werd hij wakker en trof hij alleen zijn vijand aan, Mazer Rackham.
‘Ik ben wakker,’zei Ender.
‘Dat zie ik,’zei Mazer. ‘Duurde lang genoeg. Je hebt vandaag een gevecht.’
En dus stond Ender op en leidde het gevecht en won het. Maar die dag was er geen tweede gevecht en ze lieten hem eerder naar bed gaan. Zijn handen beefden bij het uitkleden.
Die nacht meende hij dat hij vriendelijk strelende handen voelde. Handen vol genegenheid en liefde. Hij droomde dat hij stemmen hoorde.
‘Je bent niet zacht voor hem geweest.’
‘Dat was mijn opdracht niet.’
‘Hoe lang kan hij nog doorgaan? Hij begint het te begeven.’
‘Lang genoeg. Het is bijna gebeurd?’
‘Zo gauw al?’
‘Nog een paar dagen, dan heeft hij het gehad.’
‘Hoe zal hij het doen, als hij nu al zo is?’
‘Prima. Zelfs vandaag vocht hij beter dan ooit.’
In zijn droom leken de stemmen wel die van kolonel Graff en Mazer Rackham. Maar zo was dat nu eenmaal met dromen, de krankzinnigste dingen konden erin gebeuren want hij hoorde een van de stemmen zeggen: ‘Ik vind het ondraaglijk om aan te moeten zien wat dit hem aandoet.’En de andere stem antwoordde: ‘Ik weet het. Ik hou ook van hem.’En toen veranderden ze in Valentine en Alai en in zijn droom begroeven ze hem, maar waar ze zijn lijk neerlegden groeide een heuvel en hij droogde uit en werd een onderkomen voor kruiperds, net als de Reus.
Allemaal dromen. Als er iemand van hem hield of met hem meeleefde was dat alleen in zijn dromen.
Hij werd wakker en leidde een nieuw gevecht en won. Toen ging hij naar bed en sliep weer en droomde weer en daarna werd hij wakker en won weer en sliep weer en hij merkte nog amper wanneer zijn waken in slapen overging. Het kon hem trouwens ook niets schelen.
De volgende dag was zijn laatste dag op de Officiersopleiding, hoewel hij dat niet wist. Mazer Rackham was niet bij hem in de kamer toen hij wakker werd. Hij ging onder de douche en kleedde zich aan en wachtte tot Mazer de deur kwam openmaken. Hij kwam niet. Ender voelde aan de deur. Die was los.
Was het per ongeluk dat Mazer hem deze morgen vrij liet? Niemand die hem opdroeg om te eten, te oefenen of te slapen. Vrijheid. De moeilijkheid was, hij wist niet wat hij moest doen. Hij dacht er even over om zijn eskaderleiders op te zoeken om met hen te kletsen terwijl hij hen kon aankijken, maar hij wist niet waar ze waren. Voor zover hij wist konden ze wel twintig kilometer hier vandaan zitten. Toen hij dus een tijdje door de tunnels had rondgedwaald ging hij naar de kantine en ontbeet daar in de buurt van een paar mariniers die schuine moppen zaten te vertellen die Ender in de verste verte niet begreep. Toen ging hij naar het simulatorvertrek om te oefenen. Ook al was hij vrij, hij wist niet wat hij anders moest doen.
Читать дальше