Ze zweeg beleefd.
Dus kwam ik met het stoere gezonde verstand van onwetendheid en vooroordeel op de proppen. ‘Kijk eens, Ster, ik ben niet van plan het onmogelijke te geloven alleen maar omdat ik het gezien heb. Een natuurwet is een natuurwet. Dat zul je moeten toegeven.’
We reden enkele roeden voor ze antwoordde: ‘Hoe Heer Held erover denken mag, de wereld is niet wat we zouden wensen dat die was. Hij is wat hij is. Nee, ik matig me teveel aan. Misschien is hij inderdaad zoals wij hem ons wensen. Hoe dan ook, hij is wat hij is. Le voilà ! Aanschouw hem zoals hij zichzelf ten toon spreidt. Das Ding an sich . Bijt er in. Hij bestaat. Ai-je raison ? Spreek ik de waarheid?’
‘Maar dat is precies wat ik gezegd heb! Het heelal is wat het is en kan niet veranderd worden door hocus pocus. Het werkt volgens vaste regels, net als een machine.’ (Ik aarzelde, ik herinnerde me een auto, die we eens gehad hadden, die een hypochonder was. Hij werd ziek, en werd weer beter zodra een monteur hem trachtte aan te raken.) Ik vervolgde vastberaden: ‘Een natuurwet wordt nooit uitgeschakeld. De constantheid van natuurwetten is de hoeksteen van de wetenschap.’
‘Dat is ook zo.’
‘Nou dan?’ vroeg ik.
‘Zo veel te beroerder voor de wetenschap.’
‘Maar —’ Ik zweeg en reed gekrenkt en zwijgend verder.
Even later streelde er een slanke hand over mijn onderarm.
‘Zo’n sterke rechterarm,’ zei ze zachtjes. ‘Heer, mag ik het uitleggen?’
‘Ga je gang,’ zei ik. ‘Als je mij kunt omverpraten, kun je de Paus tot het Mormonisme bekeren. Ik ben halsstarrig.’
‘Zou ik je uit honderden miljarden als mijn ridder verkozen hebben als je dat niet was?’
‘Honderden miljarden?’ Je bedoelt zeker honderden miljoenen?’
‘Luister naar me, Heer. Geef me mijn zin. Laten we Socratisch zijn. Ik zal de bedrieglijke vragen stellen en jij geeft de domme antwoorden — en zo zullen we erachter komen wat er eerder was, de kip of het ei. Daarna is het jouw beurt en zal ik de domme stroman zijn. Oké?’
‘Goed, stop maar een munt in de gleuf.’
‘Nou dan. Vraag: Zijn de gebruiken in huize Doral de gebruiken waar je thuis aan gewend was?’
‘Wat? Je weet dat dat niet zo is. Ik heb nooit zo verstomd gestaan sinds de dochter van de dominee me mee naar de toren nam om me de Heilige Geest te laten zien.’ Ik grinnikte schaapachtig. ‘Ik zou er nu nog om moeten blozen, maar mijn zekeringen zijn doorgebrand.’
‘Toch ligt het fundamentele verschil tussen Neviaanse gebruiken en de jouwe slechts in één punt. Heer, er zijn werelden waarin de mannetjes de vrouwtjes doden zodra er eieren zijn gelegd — en andere waarin de vrouwtjes de mannetjes doden terwijl ze bevrucht worden’- zoals die zwarte weduwe, die je voor een nichtje van me aanzag.’
‘Dat heb ik niet gemeend, Ster.’
‘Ik heb het me niet aangetrokken, mijn liefste. Een belediging is als een borrel, die heeft alleen invloed op je als je hem aanvaardt. En trots is te zware bagage voor mijn reis; die heb ik niet. Omar, zou je dergelijke werelden vreemder vinden dan deze?’
‘Je hebt het over spinnen of iets dergelijks. Niet over mensen.’
‘Ik heb het over mensen, het dominerende ras op elk van zijn werelden. Hoog beschaafd.’
‘Hù!’
‘Je zult geen ‘hù’ meer zeggen als je ze gezien hebt. Ze zijn zo verschillend van ons dat hun huiselijk leven voor ons niet van belang kan zijn. Daarentegen lijkt deze planeet heel veel op jouw Aarde — maar jullie gebruiken zouden de oude Jocko zo schokken dat hij er zijn stem van kwijt zou raken. Lieveling, jouw wereld heeft een gebruik dat uniek is in de Universa. Dat wil zeggen, de Twintig Universa die mij bekend zijn van de duizenden of miljoenen of triljoenen die er bestaan. In de bekende Twintig Universa kent alleen de Aarde dit verbijsterende gebruik.’
‘Bedoel je Oorlog?’
‘O, nee! De meeste werelden kennen oorlogen. Deze planeet Nevia is een van de weinige waar meer en détail gedood wordt dan en gros. Hier zijn Helden, er wordt met hartstocht gedood. Dit is een wereld van liefde en doodslag, beide vrolijk en ongedwongen. Nee, ik bedoel iets veel stuitenders. Kun je het niet raden?’
‘Eh... televisiereclame?’
‘Naar de aard ben je er dichtbij, maar je slaat de plank helemaal mis. Jullie hebben een uitdrukking ‘het oudste beroep’. Hier — en in alle andere bekende werelden is het nog niet eens het jongste. Niemand heeft er ooit van gehoord en ze zouden het niet geloven als ze ervan hoorden. De enkelen van ons die de Aarde bezoeken praten er niet over. Niet dat het er iets op aan zou komen; de meeste mensen geloven reisverhalen niet.’
‘Ster, probeer je me te vertellen dat er elders in het Universum geen prostitutie is?’
‘De Universa, mijn lieveling. Nergens.’
‘Weet je,’ zei ik nadenkend, ‘dat zal een schok zijn voor mijn eerste sergeant. Helemaal nergens?’
‘Ik bedoel,’ zei ze ronduit, ‘dat hoereren uitgevonden schijnt te zijn door de bevolking van de Aarde en door niemand anders — en het denkbeeld zou de oude Jocko zo schokken dat hij er impotent van zou worden. Hij is een streng moralist.’
‘Nou breekt m’n klomp! Wij zijn een stelletje viezerikken!’
Ik wilde je niet beledigen, Omar; ik noemde alleen maar feiten. Maar dit vreemde van de Aarde is in zijn eigen verband niet zo vreemd. Iedere koopwaar wordt altijd verkocht — gekocht, verkocht, gehuurd, verhuurd, verruild, verhandeld, in prijs verlaagd, opgedreven, gesmokkeld, gewettigd — en de ‘koopwaar’ van een vrouw, zoals het op de Aarde in eerlijker dagen genoemd werd, maakt daar geen uitzondering op. Het enige wonderlijke is het krankzinnige idee om het als koopwaar te beschouwen. Wel, het verwonderde me dermate, dat ik een keer zelfs — maar dat komt er niet op aan. Overal kan koopwaar van gemaakt worden. Ik zal je nog wel eens beschavingen laten zien die in de ruimte wonen, niet op planeten — zonder enig soort fundament; niet alle universa hebben planeten — beschavingen waar de levenslucht wordt verkocht zoals ze in de Provence een kilo boter verkopen. Andere plaatsen, die zo overbevolkt zijn dat het voorrecht om in leven te blijven aan belasting onderworpen is — en degenen die er zich aan onttrekken worden op staande voet gedood door het Departement van Eeuwig Inkomen en de huurlieden komen niet alleen niet tussenbeide, ze zijn er blij mee.’
‘Goede God! Waarom?’
‘Zij hebben het raadsel van de dood opgelost, Heer, en de meesten van hen willen niet emigreren, hoewel er planeten zijn met veel meer ruimte. Maar we hadden het over de Aarde. Niet alleen is hoereren elders onbekend, maar ook wat er mee samen hangt — bruidschat, bruidsprijs, alimentatie, duurzame scheiding, alle verscheidenheden die alle instellingen op Aarde kenmerken — alle gebruiken die maar in de verte verwant zijn aan het ongelooflijke denkbeeld dat datgene wat alle vrouwen mateloos in voorraad hebben, koopwaar zou zijn, die gehamsterd en geveild wordt.’
Ars Longa snoof van afkeer. Nee, ik geloof niet dat ze het verstond. Ze verstaat wel wat Neviaans, maar Ster sprak Engels; Neviaans heeft er geen woorden voor.
‘Zelfs jullie bijkomstige gebruiken,’ vervolgde ze, ‘worden gevormd door die unieke instelling. Kleding — je hebt wel gemerkt dat er hier geen werkelijk verschil is in de manier waarop de beide sexen zich kleden. Ik heb vanochtend een maillot aan en jij een korte broek, maar als het andersom zou zijn, zou niemand dat gemerkt hebben.’
‘Dat had je gedacht! Jouw maillot zou me niet passen.’
‘Het is een stretch-maillot. En de gêne om het lichaam, wat een onderdeel is van de kleding die op seks is gericht. Hier is naaktheid net zo min opmerkenswaardig als op dat mooie eilandje waar ik je gevonden heb. Alle onbehaarde mensen dragen soms kleren en alle mensen, hoe behaard ze ook zijn dragen sieraden, maar het taboe van de naaktheid wordt alléén gevonden waar het koopwaar is die verpakt en tentoongesteld wordt... dat wil zeggen, op de Aarde. Het komt overeen met ‘Niet in de tomaten knijpen’ en het aanbrengen van dubbele bodems in manden met aardbeien. Als ergens nooit over gekibbeld wordt heeft het geen zin er een mysterie van te maken.’
Читать дальше