Albert Baantjer - De Cock en moord in beeld

Здесь есть возможность читать онлайн «Albert Baantjer - De Cock en moord in beeld» весь текст электронной книги совершенно бесплатно (целиком полную версию без сокращений). В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Город: Baarn, Год выпуска: 1998, ISBN: 1998, Издательство: De Fontein, Жанр: Детектив, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.

De Cock en moord in beeld: краткое содержание, описание и аннотация

Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «De Cock en moord in beeld»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.

Het onderzoek naar illegale giflozingen in de Amstel groeit uit tot een ingewikkelde zaak, waarin De Cock en Vledder naspeuringen doen.

De Cock en moord in beeld — читать онлайн бесплатно полную книгу (весь текст) целиком

Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «De Cock en moord in beeld», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.

Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

De Cock keek hem gespannen aan.

‘Wat is er?’

Vledder slikte.

‘Charles van Abbekerken.’

‘Wat?’

Vledder bracht zijn beide handpalmen tegen zijn voorhoofd.

‘Vermoord.’

De Cock stond achter zijn bureau op en waggelde in zijn zo typische slentergang naar de kapstok. Hij wurmde zich in zijn regenjas en schoof zijn oude hoedje op zijn hoofd. Zijn gezicht stond somber.

Vledder kwam bij hem staan.

‘Waar ga je heen?’

‘Naar Vreeland.’

De jonge rechercheur keek naar hem op.

‘Zal ik meegaan?’

De Cock schudde langzaam zijn hoofd. Hij wees naar de elektronische schrijfmachine op het bureau van Vledder.

‘Maak jij die papierwinkel maar verder af. Verbaliseer maar alles wat wij tot nu toe te weten zijn gekomen.’

Hij glimlachte vermoeid. ‘Ik denk dat ik dit beter alleen af kan.’

Vledder keek De Cock met gemengde gevoelens na toen deze de recherchekamer uit liep.

De Cock reed met de nieuwe Golf opnieuw langs de Gaasp. Hij vroeg zich af of hij deze route ooit nog eens zou rijden als deze zaak ten einde was.

Hij keek om zich heen naar de bomen aan de kant van de weg, naar de jonge lammeren in de wei en dacht aan zijn eerste rit langs de Gaasp in deze moordaffaire.

Het prille, lichte groen was in enkele dagen al iets verschoven naar het blauw en het weer had zich wat beter bij het Hollandse landschap aangepast, druilerig bewolkt met zo nu en dan een bui.

Midden in Nederhorst den Berg overdacht hij om voor een verrukkelijke kop koffie aan te wippen bij Het Wapen van Nederhorst en nog eens een praatje te maken met de kelner over het individuele gedrag van de dronken directeuren, die bewuste zaterdagavond, maar na ampele overwegingen besloot hij toch om door te rijden.

In Vreeland stapte hij het propere huisje van mevrouw Van Grevelingen binnen en sprak urenlang met haar over haar dochter Annemarie… de vriendinnen die ze had… haar mogelijke vriendjes… en de mavo waar ze haar lessen had gevolgd.

Met zijn handen diep in de zakken van zijn regenjas gestoken, zijn kraag hoog opgetrokken en zijn oude hoedje voor de regen ver naar voren geschoven, sjokte hij die dag alles af: vriendinnen, vriendjes, leraren van de school.

Toen hij naar zijn idee voldoende wist, slenterde hij door de nauwe straatjes van Vreeland naar de smalle dijk, opende het zwarte ijzeren hek van de kleine begraafplaats en zocht zich een beschut plekje bij de beukenhaag en het kleine stenen huisje.

Het begon langzaam donker te worden. Het regende niet meer. Zo nu en dan schemerde de maan door het grauwe wolkendek en wierp de schaduw van een molen met een hoog opstaande wiek over de stille graven.

Het werd steeds donkerder en De Cock begon zich al af te vragen of zijn missie die dag nog wel zou slagen, toen het knerpen van het roestige ijzeren hek, gevolgd door voetstappen in het grind, zijn oren deed spitsen. Het was te donker om alles te kunnen onderscheiden, maar de voetstappen kwamen steeds nader. Daarna verstomde het geluid.

Gespannen vroeg de oude rechercheur zich af op welk moment hij het best zou kunnen toeslaan.

Toen de maan weer even doorbrak zag hij een lange statige mannengestalte bij het graf van Annemarie van Grevelingen staan. Het zilvergrijs aan de slapen van de man glansde in het maanlicht.

De gestalte bukte zich diep, legde iets neer en kwam weer overeind. Licht gebogen, en met ontbloot hoofd, bleef de man staan.

Voorzichtig, het grind zoveel mogelijk vermijdend om geen geluid te maken, sloop De Cock dichterbij. Toen hij de man op enkele meters was genaderd, herkende hij gezicht en gestalte.

De lange statige man was zo in gedachten verdiept, dat hij het naderen van De Cock niet opmerkte. Pas op het moment dat de oude rechercheur pal naast hem stond, blikte hij geschrokken opzij.

De Cock glimlachte fijntjes.

‘Gewetenswroeging… heer Akersloot?’

In de grote recherchekamer aan de Warmoesstraat overzag De Cock zijn hulptroepen. Hij had buiten Vledder weer een beroep kunnen doen op de bonkige Fred Prins en de volle, bijna ronde Appie Keizer. Zij waren door de jaren heen zijn trouwe paladijnen geworden.

Eenzaam, wat verloren, zat uiterst links in de hoek van de recherchekamer de statige, aristocratische Herman Akersloot. In zijn donkergroene loden mantel, waaronder een dik kogelvrij vest, zag hij er vreemd, opgevuld uit.

De Cock stond op en liep op hem toe. Daarna schoof hij een stoel bij en ging naast hem zitten. Als een soort samenzweerder boog hij zich naar zijn oor.

‘Hebt u hem geschreven,’ fluisterde hij, ‘zoals ik u heb gezegd?’

‘Ja, dezelfde tekst.’

‘En?’

‘Hij heeft mij vanmiddag gebeld en toegezegd dat hij naar de strekdam zou komen om met mij over het bedrag te onderhandelen.’

‘Om elf uur?’

Herman Akersloot knikte.

‘Dat tijdstip heeft hij tijdens ons telefoongesprek vanmiddag nog herhaald.’

De Cock keek hem goedkeurend aan en veranderde van toon.

‘Nog steeds bereid om mee te doen?’ vroeg hij met enige bezorgdheid.

Herman Akersloot trok achteloos zijn schouders op.

‘Beschouw het als een boetedoening.’

‘Waarvoor?’

Herman Akersloot zuchtte.

‘Ik heb mij al die tijd steeds verweten dat ik niets heb gedaan… dat ik als verdoofd heb toegezien hoe Charles van Abbekerken dat gewonde meisje van de weg oppakte en in het water van de Vecht wierp. Dat beeld heeft mij nooit meer losgelaten.’

De Cock knikte begrijpend.

‘Bracht u daarom bloemen naar haar graf?’

Het bleke gezicht van Herman Akersloot stond strak.

‘Ik woon in Vreeland,’ antwoordde hij met zachte stem. ‘Al vele jaren. Ik kende Annemarie van gezicht. Zoals wij elkaar in Vreeland allen kennen. Elke dag liet ik mij door een bloemist een fraai boeketje bloemen bezorgen. Dat boeketje bracht ik haar dan ’s avonds in alle stilte… en vroeg haar om vergeving voor mijn laf gedrag.’ Hij schudde zuchtend zijn hoofd. ‘Ik heb nooit gedacht dat de kennis en macht van een simpele Amsterdamse rechercheur zo ver zou reiken, dat hij mij daarbij in Vreeland zou betrappen.’

De Cock schonk hem een milde glimlach.

‘In mijzelf steekt iets van een sentimentele dwaas… misschien dat ik daarom ook iets van de gevoelens en sentimenten van anderen begrijp. Dat is mogelijk een verklaring voor het gedrag van een simpele Amsterdamse rechercheur.’ De grijze speurder blikte op zijn horloge en stond op. ‘Het wordt tijd dat we onze posten gaan betrekken.’

De Cock zat onder het niveau van de kademuur gehurkt achter een grote meerpaal. In de verte, over het water van het IJ twinkelden de lichtjes. Op het Stenen Hoofd was het donker en stil. De geluiden van de binnenstad drongen slechts vaag tot hem door.

Wanneer hij zich even oprichtte, had De Cock vanaf de plek waar hij zat, een redelijk uitzicht over de kop. Aan de andere kant van de strekdam wist hij Fred Prins in een soortgelijke positie als de zijne en Appie Keizer waggelde als een onnozel dronken mannetje spiedend bij het ijzeren hek dat de strekdam afsloot.

Midden op de kop van de dam stond Herman Akersloot in zijn donkergroene loden mantel. Zijn silhouet tekende zich scherp af tegen een lichtende hemel. Zo nu en dan liep hij onrustig heen en weer.

De situatie deed De Cock sterk denken aan een avontuur uit een nog niet zo ver verleden, toen op diezelfde kop van de strekdam ene Ronald Kruisberg nerveus en gespannen rondliep. [10] Zie De Cock en moord op de Bloedberg .

De grijze speurder had als lokatie opnieuw voor het oude Stenen Hoofd gekozen… een strekdam in het IJ, waaraan in vroeger jaren bevriende buitenlandse oorlogsbodems afmeerden en door het grote publiek bezichtigd konden worden.

Hij had de keuze niet uit nostalgische overwegingen gemaakt, maar hij kende in de binnenstad van Amsterdam geen andere plek waar hij en zijn mannen meer kansen hadden dan de moordenaar. Bovendien lag de oude strekdam zo stil, afgelegen en verlaten, dat bij een mogelijke schietpartij geen onschuldige burgers konden worden getroffen.

Читать дальше
Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Похожие книги на «De Cock en moord in beeld»

Представляем Вашему вниманию похожие книги на «De Cock en moord in beeld» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.


Отзывы о книге «De Cock en moord in beeld»

Обсуждение, отзывы о книге «De Cock en moord in beeld» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.

x