Koen is volgende week jarig. Zijn vader is op zoek naar een trommel voor hem.
– Kijk, mijnheer, – zegt de verkoopster – deze rode hier kost 5 euro, die blauwe 7 euro en die gele, ja, dat is een speciale. Die kost 12 euro.
– Hm… En wat is er dan wel zo speciaal aan? – vraagt de vader.
– Die is gegarandeerd binnen een week stuk, mijnheer, – antwoordt de verkoopster.
– Ober, waar is hier het toilet(официант, где здесь туалет)?
– U kunt er op dit ogenblik geen gebruik van maken(вы не можете им в настоящий момент пользоваться: gebruik maken – «делать использование» = gebruiken – использовать ) , het is verstopt(он засорен; verstoppen – затыкать; прятать; засорять; stoppen – сунуть; затыкать ).
– O, dan help ik wel even zoeken(о, тогда помогу я, пожалуй, как раз искать! /игра слов/: verstoppen – спрятать; забить, засорить )!
– Ober, waar is hier het toilet?
– U kunt er op dit ogenblik geen gebruik van maken, het is verstopt.
– O, dan help ik wel even zoeken!
Met opzet
(Умышленно: «с намерением»)
Een cowboy gaat een verzekering afsluiten(один ковбой собирается застраховаться: «страхование заключить»; verzekering – страхование; страховка; verzekeren – обеспечивать; страховать, застраховывать; zeker – безопасный; надежный; afsluiten – запирать; заключать ) . De verzekeringsagent vraagt of hij wel eens een ongeluk heeft gehad(страховой агент спрашивает, был ли у него когда-нибудь несчастный случай).
– Nee, – antwoordt de cowboy. – Ik ben wel al een keer door een slang gebeten(я, пожалуй, уже один раз змеей был укушен = один раз меня укусила змея) . En op een andere keer werd ik door een paard getrapt(а в другой раз меня лягнула лошадь; trappen – ударить ногой, брыкнуть ) . Ik had toen drie gebroken ribben(у меня тогда было три сломанных ребра; breken – ломать ).
– Noem je dat geen ongelukken? – vraagt de agent verbaasd(и ты называешь это не несчастные случаи? спрашивает агент, удивленный).
– Oh nee, – zegt de cowboy. – Ze deden dat met opzet(нет, они делали это умышленно: «с умыслом»; doen – делать ).
Een cowboy gaat een verzekering afsluiten. De verzekeringsagent vraagt of hij wel eens een ongeluk heeft gehad.
– Nee, – antwoordt de cowboy. – Ik ben wel al een keer door een slang gebeten. En op een andere keer werd ik door een paard getrapt. Ik had toen drie gebroken ribben.
– Noem je dat geen ongelukken? – vraagt de agent verbaasd.
– Oh nee, – zegt de cowboy. – Ze deden dat met opzet.
De juiste weg
(Правильный путь)
Een auto rijdt door de voorgevel van een huis(одна машина въезжает через фасад дома = врезается в стену фасада дома) en komt in de woonkamer bruusk tot stilstand(и останавливается резко в жилой комнате; tot stilstand komen: «прийти к остановке» = stilstaan – замереть, останавливаться ).
De bewoner van het huis(обитатель/житель дома) komt in pyjama zijn slaapkamer uit(выходит в пижаме из своей спальни) en wordt woest als hij de schade ziet(и становится разъяренным/свирепым, когда он видит повреждения; woest – пустынный, необитаемый; необузданный, разнузданный; schade – убыток, вред, ущерб: schade lijden – терпеть убыток, de schade vergoeden – возместить убытки ).
– Waar moet u heen(куда вам надо) ? – roept hij woedend(кричит он в бешенстве; woeden – неистовствовать; woede – ярость, бешенство ).
– Euh… naar Brussel… – antwoordt de versufte chauffeur(ээ… в Брюссель… отвечает растерянный водитель; versuffen – отуплять ).
– Rij dan verder door de gang tot in de keuken(проезжай тогда дальше по коридору до кухни; ver – далеко; verder – дальше ) , neem daarna de eetkamer rechts(возьми потом столовую: «комнату для еды» справа) , sla linksaf(возьми налево; afslaan – поворачивать ) en ga via de badkamer tot voorbij de kelder(и поезжай через ванную «до» мимо подвала) . Maar doe een beetje rustig aan(но «делай» немного спокойнее = но потише; rustig – спокойный; мирный; rust – отдых, покой; мир, тишина ) want de kinderen slapen(потому что дети спят)!
Een auto rijdt door de voorgevel van een huis en komt in de woonkamer bruusk tot stilstand.
De bewoner van het huis komt in pyjama zijn slaapkamer uit en wordt woest als hij de schade ziet.
– Waar moet u heen? – roept hij woedend.
– Euh… naar Brussel… – antwoordt de versufte chauffeur.
– Rij dan verder door de gang tot in de keuken, neem daarna de eetkamer rechts, sla linksaf en ga via de badkamer tot voorbij de kelder. Maar doe een beetje rustig aan, want de kinderen slapen!
Zonder tanden
(Без зубов)
Jantje loopt naar de oude man die op een bank in het park zit(Янтье идет к пожилому мужчине, который сидит на скамейке в парке).
– Opa, heb jij tanden(дедушка, у тебя есть зубы)?
– Nee, mijn jonge, ik heb geen enkele tand meer(нет, мой мальчик, у меня нет ни одного: «ни единого» зуба больше).
– Echt(в самом деле; echt – настоящий, подлинный; действительно ) ? Wil je dan mijn appel even vasthouden(не хотел бы ты тогда мое яблоко немного подержать = подержи, пожалуйста…; vast – крепко; vasthouden – крепко держать, удерживать ) terwijl ik mijn veter vastmaak(пока я мой шнурок завязываю; vastmaken – закреплять: «делать крепким»; завязывать )?
Jantje loopt naar de oude man die op een bank in het park zit.
– Opa, heb jij tanden?
Читать дальше
Конец ознакомительного отрывка
Купить книгу