‘Mijn vader heeft nogal wat baandermannen, en de meesten van hen hebben dochters.’ Jaime tastte met één hand naar zijn kelk en trachtte zich de betreffende Jeane voor de geest te halen. De Westerlings waren een oud geslacht dat meer trots dan macht bezat.
‘Dat kan niet waar zijn,’ zei Briënne koppig. ‘Koning Robb had gezworen een Frey te trouwen. Hij zou nooit zijn trouw breken, hij…’
‘Zijne genade is een jongen van zestien,’ zei Rous Bolten mild. ‘En ik zou u erkentelijk zijn als u niet aan mijn woorden twijfelde, jonkvrouwe.’
Jaime had bijna medelijden met Robb Stark. De oorlog gewonnen op het slagveld en verloren in de slaapkamer, de arme dwaas. ‘Hoe vindt heer Walder het om in plaats van met wolf met forel te dineren?’ vroeg hij.
‘O, forel is heel smakelijk.’ Bolten hief een bleke vinger naar zijn schenker op. ‘Maar mijn arme Elmar heeft het nakijken. Hij zou met Arya Stark trouwen, maar mijn goede vader Frey was wel gedwongen die verloving te verbreken toen koning Robb hem verried.’
‘Is er nieuws over Arya Stark?’ Briënne boog zich naar voren. ‘Vrouwe Catelyn was bang dat… leeft het meisje nog?’
‘O ja,’ zei de heer van Fort Gruw.
‘Dat is een feit dat zeker is, heer?’
Rous Bolten haalde zijn schouders op. ‘Het is waar dat Arya Stark een tijdlang zoek is geweest, maar nu is ze weer terecht. Ik ben van plan haar veilig naar het noorden terug te zenden.’
‘Haar en haar zuster,’ zei Briënne. ‘Tyrion Lannister heeft ons beide meisjes beloofd in ruil voor zijn broer.’
Dat leek de heer van Fort Gruw te amuseren. ‘Jonkvrouwe, is u dat nooit verteld? Lannisters liegen.’
‘Wordt hier de eer van mijn huis gekrenkt?’ Jaime pakte met zijn goede hand het kaasmes. ‘Rond aan het uiteinde, en nog bot ook,’ zei hij, terwijl hij zijn duim langs de snede liet gaan, ‘maar desondanks zal het zich wel in uw oog boren.’ Het zweet stond op zijn voorhoofd. Hij kon alleen maar hopen dat hij er minder zwak uitzag dan hij zich voelde.
Heer Boltens lachje deed zijn lippen weer eens aan. ‘Stoutmoedig gesproken voor iemand die hulp nodig heeft om zijn brood te breken. Ik moet u erop wijzen dat mijn wachters overal om ons heen staan.’
‘Overal om ons heen, en mijlenver weg.’ Jaime keek de eindeloos lange zaal door. ‘Tegen de tijd dat ze bij ons zijn bent u net zo dood als Aerys.’
‘Het is niet echt ridderlijk om een gastheer over zijn eigen kaas en olijven heen te bedreigen,’ sprak de heer van Fort Gruw berispend. ‘In het noorden zijn de wetten der gastvrijheid ons nog heilig.’
‘Ik ben hier een gevangene en geen gast. Uw geit heeft mijn hand afgehakt. Als u denkt dat ik dat voor een paar pruimen door de vingers zie, vergist u zich deerlijk.’
Nu was heer Bolten beduusd. ‘Misschien wel, ja. Misschien zou ik u als huwelijksgeschenk aan Edmar Tulling moeten geven… of uw hoofd afslaan, zoals uw zuster bij Eddard Stark heeft gedaan.’
‘Dat zou ik u niet aanraden. De Rots van Casterling heeft een geheugen als een ijzeren pot.’
‘Tussen mijn muren en uw rots liggen duizenden mijlen vol bergen, zeeën en moerassen. De vijandschap van de Lannisters heeft voor Bolten weinig om het lijf.’
‘De vriendschap van de Lannisters zou een heleboel om het lijf kunnen hebben.’ Jaime dacht dat hij inmiddels wel wist welk spelletje hier gespeeld werd. Maar weet de deerne het ook? Hij durfde niet te kijken om erachter te komen.
‘Ik ben er niet zeker van of u het soort vrienden bent dat een wijs man er graag op na wil houden.’ Rous Bolten wenkte de jongen. ‘EIrnar, snijd een plak van het gebraad af voor onze gasten.’
Briënne werd het eerst bediend, maar maakte geen aanstalten om te eten. ‘Heer,’ zei ze. ‘Ser Jaime moet tegen vrouwe Catelyns dochters worden uitgewisseld. U moet ons vrijlaten, zodat we onze weg kunnen vervolgen.’
‘De raaf uit Stroomvliet maakte melding van een ontsnapping, niet van een uitwisseling. Als u deze gevangene hebt geholpen zich van zijn boeien te ontdoen bent u schuldig aan verraad, jonkvrouwe.’
De forse deerne rees op. ‘Ik dien vrouwe Stark.’
‘En ik de Koning in het Noorden. Of de Koning-die-het-Noorden-kwijt-is, zoals hij tegenwoordig door sommigen wordt genoemd. Hij heeft ser Jaime nooit aan de Lannisters willen terugverkopen.’
‘Ga zitten en eet, Briënne,’ drong Jaime aan toen Elmar een plak gebraad voor hem neerlegde, donker en bloederig. ‘Als Bolten van plan was ons te vermoorden zou hij niet met gevaar voor eigen ingewanden zijn kostbare pruimen aan ons verspillen.’ Hij staarde naar het vlees en realiseerde zich dat hij dat onmogelijk met één hand kon snijden. Ik ben nog minder waard dan een meid, dacht hij. Die geit heeft er een eerlijke ruil van gemaakt, al betwijfel ik of vrouwe Catelyn hem daarvoor zal bedanken als Cersei haar welpen in dezelfde toestand teruggeeft. Bij die gedachte trok hij een gezicht. Ik wed dat ik daar ook weer de schuld van krijg.
Rous Bolten sneed methodisch zijn vlees, en het bloed liep over zijn bord. ‘Jonkvrouwe Briënne, gaat u weer zitten als ik u zeg dat ik ser Jaime hoop door te sturen, precies zoals u en vrouwe Catelyn dat willen?’
‘Ik… u wilt ons verder sturen?’ De deerne klonk achterdochtig, maar ging wel zitten. ‘Dat is een goede zaak, heer.’
‘Inderdaad. Echter, heer Vargo heeft een klein… probleempje voor me gecreëerd.’ Hij richtte zijn fletse ogen op Jaime. ‘Weet u waarom Hoat uw hand heeft afgehakt?’
‘Omdat hij graag handen afhakt.’ Het linnen om Jaimes stomp was met bloed en wijn bespat. ‘Hij hakt ook graag voeten af. Ik heb niet de indruk dat hij daar een reden voor nodig heeft.’
‘Desondanks had hij er een. Hoat is sluwer dan hij lijkt. Niemand die zijn hersens niet een klein beetje bij elkaar heeft houdt het lang uit als aanvoerder van een compagnie als de Dappere Gezellen.’ Bolten spietste een homp vlees aan de punt van zijn dolk, stak die in zijn mond, kauwde nadenkend en slikte. ‘Heer Vargo heeft het huis Lannister de rug toegekeerd omdat ik hem Harrenhal aanbood, een beloning die duizendmaal zo groot was als wat hij van heer Tywin kon verwachten. Als vreemdeling in Westeros wist hij niet dat er een adder onder het gras school.’
‘De vloek van Harren de Zwarte?’ zei Jaime spottend.
‘De vloek van Tywin Lannister.’ Bolten stak zijn kelk uit en EImar vulde die zwijgend. ‘Onze geit had de Teerbeeks of de Reyns moeten raadplegen. Die hadden hem misschien gewaarschuwd hoe heer Tywin met verraders afrekent.’
‘Er zijn geen Teerbeeks of Reyns meer,’ zei Jaime.
‘Precies. Heer Vargo hoopte ongetwijfeld dat heer Stannis in Koningslanding zou zegevieren en hem van daaruit in het bezit van dit kasteel zou bevestigen uit dankbaarheid voor zijn kleine aandeel in de val van het huis Lannister.’ Hij grinnikte droog. ‘Hij weet ook weinig van Stannis Baratheon af, vrees ik. Het kan zijn dat die hem Harrenhal had gegeven voor zijn goede diensten… maar hij zou hem ook de strop hebben gegeven voor zijn misdaden.’
‘Een strop is barmhartiger dan wat hij van mijn vader zal krijgen.’
‘Dat is hij inmiddels ook gaan beseffen. Nu Stannis verslagen en Renling dood is kan alleen een overwinning van de Starks hem voor heer Tywins wraak behoeden, maar de kansen daarop worden gruwelijk klein.’
‘Koning Robb heeft al zijn veldslagen gewonnen,’ zei Briënne met aplomb. Ze bleef even hardnekkig trouw met woorden als met daden.
‘Alle veldslagen gewonnen, maar de Freys, de Karstarks, Winterfel en het Noorden verloren. Jammer dat de wolf zo jong is. Zestienjarige jongens denken altijd dat ze onsterfelijk en onoverwinnelijk zijn. Een oudere man zou zijn knie gebogen hebben, denk ik. Oorlog wordt altijd door vrede gevolgd en vrede gaat met begenadigingen gepaard… althans voor de Robb Starks. Niet voor lieden als Vargo Hoat.’ Bolten wierp hem een dun lachje toe. ‘Hij is door beide zijden gebruikt, maar geen van beiden zullen ze een traan om zijn verscheiden laten. De Dappere Gezellen hebben niet in de Slag op het Zwartewater gestreden, maar ze zijn er wel gestorven.’
Читать дальше