Martin, R.R. - Een storm van zwaarden - Staal en sneeuw

Здесь есть возможность читать онлайн «Martin, R.R. - Een storm van zwaarden - Staal en sneeuw» весь текст электронной книги совершенно бесплатно (целиком полную версию без сокращений). В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Город: Amsterdam, Год выпуска: 2001, ISBN: 2001, Издательство: Luitingh, Жанр: Фэнтези, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.

Een storm van zwaarden: Staal en sneeuw: краткое содержание, описание и аннотация

Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «Een storm van zwaarden: Staal en sneeuw»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.

Wanneer de slagschaduwen van de winter naderen, raken de Zeven Koninkrijken door bloedveten verdeeld. De leden van de Nachtwacht die de Muur bewaken, bereiden zich voor op de grote kou en op de wandelende doden die onveranderlijk meekomen.
Elders in de ijzige streken voorbij de Muur, komt een leger van vogelvrijen bijeen. Zij beschikken over de wilde magie van deze ijswoestenij en maken zich op voor een invasie van het Noordelijke Rijk, waar de jeugdige Robb Stark nog maar zo kort zijn kroon draagt.
Robb wordt door bittere gevoelens gekweld — zijn zusters zijn verdwenen, verloren geraakt, dood of overgeleverd aan de grillen van de wrede kindkoning Joffrey, die met meedogenloos harde hand het Zuiden regeert. Het is niet de vraag of, maar wanneer de strijd zal losbarsten.

Een storm van zwaarden: Staal en sneeuw — читать онлайн бесплатно полную книгу (весь текст) целиком

Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «Een storm van zwaarden: Staal en sneeuw», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.

Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

‘Geen maïs. Hij heeft geen maïs.’ Sam sloot de ogen van de ouwe Beer en probeerde zich een gebed te herinneren, maar het enige wat hem te binnen schoot was: ‘ Genade, Moeder. Genade, Moeder. Genade, Moeder.’

‘Je moeder kan je nu niet helpen,’ zei de oude vrouw links. ‘En die dode oude man ook niet. Neem zijn zwaard, neem zijn grote warme bontmantel en neem zijn paard, als je het kunt vinden. En ga.’

‘Het meisje liegt niet,’ zei de oude vrouw rechts. ‘Die is van mij, en ik heb de leugens er al jong uitgeslagen. Je hebt gezegd dat je haar zou helpen. Doe wat Varentje zegt, jongen. Neem het meisje mee, en gauw ook.’

‘Gauw,’ zei de raaf. ‘ Gauw gauw gauw.’

‘Waarheen?’ vroeg Sam verbaasd. ‘Waar moet ik haar mee naartoe nemen?’

‘Naar een warme plek,’ zeiden de twee oude vrouwen als uit één mond.

Anje huilde. ‘Mij en de baby. Alsjeblieft. Dan ben ik je vrouw, zoals ik die van Craster was. Alsjeblieft, ser kraai. Het is een jongetje, precies zoals Nella zei. Als jij hem niet neemt, doen zij het.’

‘Zij?’ zei Sam, en de raaf hield zijn zwarte kop schuin en herhaalde ‘ Zij. Zij. Zij.’

‘De broers van de jongen,’ zei de oude vrouw links. ‘Crasters zoons. Daarbuiten trekt de witte kou op, kraai. Ik voel het in mijn botten. Die arme ouwe botten hier liegen niet. Nog even en ze zijn hier, de zoons.’

Arya

Haar ogen waren gewend geraakt aan het zwart. Toen Harwin de kap van haar hoofd trok moest Arya als zo’n stomme uil met haar ogen knipperen tegen de rossige gloed in de holle heuvel.

Midden in de lemen vloer was een grote vuurkuil gegraven, en van daaruit stegen de vlammen kronkelend en knetterend naar het beroete dak op. De wanden waren half van steen en half van aarde en enorme witte wortels kronkelden er als een menigte slangen doorheen. Terwijl ze ernaar keek verschenen er tussen de wortels mensen om de gevangenen te bekijken. Ze kropen uit de schaduwen, doken uit pikzwarte tunnels op en schoten uit alle hoeken en gaten. Op een plek aan de andere kant van het vuur vormden de wortels een soort trap naar een uitholling in de aarde waarin een man zat die in de wirwar van weirbomenhout bijna niet opviel.

Liem trok Gendry’s kap af. ‘Waar zijn we?’ vroeg hij.

‘Op een oude, geheime, onderaardse plek. Een toevluchtoord waar wolven noch leeuwen rondsluipen.’

Wolven noch leeuwen. Arya kreeg kippenvel. Ze dacht aan haar droom, en aan het bloed dat ze had geproefd toen ze de arm van de man van zijn schouder rukte.

Hoe groot het vuur ook was, de spelonk was nog groter. Waar hij ophield was niet goed te zien. De tunnel gaten konden twee voet diep zijn maar ook mijlenver doorgaan. Arya zag mannen, vrouwen en kinderen die haar allemaal achterdochtig aankeken.

Groenebaard zei: ‘Hier is de tovenaar, magere muis. Nu krijg je je antwoorden.’ Hij wees naar het vuur, waar Tom Zevensnaren met een lange, dunne man praatte die stukken van een oude wapenrusting om zijn morsige roze gewaden had gegespt. Dat kan Thoros of Myr toch niet zijn. Arya herinnerde zich de rode priester als een dikke man met een glad gezicht en een glimmend kaal hoofd. Deze man had hangwangen en een hoofd vol ruig, grijs haar. Bij een bepaalde opmerking van Tom keek hij haar kant op, en Arya meende dat hij op het punt stond naar haar toe te lopen. Alleen verscheen toen de Dolle Jagersman die zijn gevangene het licht in duwde, waarna zij en Gendry vergeten werden.

De Jagersman bleek een stevige kerel in gelapt, gelooid leer, een kalende ruziezoeker met een wijkende kin. In Steensept had ze gedacht dat Liem en Groenebaard nog weleens aan stukjes gescheurd konden worden als ze hem bij de kraaienkooien aanspraken om zijn gevangene voor de Bliksemheer op te eisen. Ze waren door snuffelende, grauwende honden omstuwd, maar die had Tom met zijn spel tot bedaren gebracht, terwijl Tansy met haar schort vol botten en vet schapenvlees over het plein was komen aanmarcheren en Liem naar Angui had gewezen, die met een pijl op zijn boog voor het bordeelraam stond. De Dolle Jagersman had hen allemaal voor strooplikkers uitgemaakt, maar ten slotte had hij ermee ingestemd zijn buit ter beoordeling naar heer Beric mee te nemen.

Ze hadden zijn polsen met touwen geboeid, een strop om zijn nek gebonden en een zak over zijn hoofd getrokken, maar desondanks school er gevaar in de man. Arya voelde het zelfs aan de andere kant van de spelonk. Thoros — als hij het was — kwam de gevangene en de man die hem had gegrepen tot halverwege het vuur tegemoet. ‘Hoe heb je hem te pakken gekregen?’ vroeg de priester.

‘De honden kregen lucht van hem. Hij lag onder een wilg zijn roes uit te slapen, ongelogen.’

‘Verraden door zijn soortgenoten.’ Thoros keerde zich naar de gevangene toe en rukte de zak van zijn hoofd. ‘Welkom in ons nederige zaaltje, hond. De grandeur van Roberts troonzaal ontbreekt, maar het gezelschap is beter.’

De rusteloze vlammen beschilderden het verbrande gezicht van Sandor Clegane met oranje schaduwen, zodat hij er nog afschuwelijker uitzag dan bij daglicht. Toen hij aan het touw om zijn polsen rukte vielen er schilfers opgedroogd bloed af. De Jachthond trok met zijn mond. ‘Ik ken jou,’ zei hij tegen Thoros.

‘Inderdaad. Maar in de mêlee vervloekte je altijd mijn vlammende zwaard, al heb ik je er drie keer mee overwonnen.’

‘Thoros van Myr. Vroeger schoor je altijd je hoofd kaal.’

‘Als teken van de nederigheid mijns harts, maar in werkelijkheid was ik juist ijdel van hart. Afgezien daarvan ben ik in de bossen mijn scheermes kwijtgeraakt.’ De priester klopte op zijn buik. ‘Ik ben minder dan ik was, maar niettemin meer. Een jaar in de wildernis, en overtollig vlees smelt als sneeuw voor de zon. Ik wou dat ik een kleermaker wist die mijn huid kon innemen. Wie weet zag ik er dan weer jong uit en zou ik door mooie meisjes met kussen overstelpt worden.’

‘Alleen als ze blind zijn, priester.’

De vogelvrijen joelden, en Thoros het hardst. ‘Daar zeg je wat. Toch ben ik niet meer de valse priester die jij hebt ‘gekend. De Heer des Lichts is in mijn hart ontwaakt. Vele machten die lang geslapen hebben worden wakker, en in het land zijn krachten in beweging. Ik heb ze in mijn vlammen gezien.’

De Jachthond was niet onder de indruk. ‘Rot op met je vlammen.’ Hij keek naar de anderen. ‘Voor een heilig man hou je er vreemd gezelschap op na.’

‘Dit zijn mijn broeders,’ zei Thoros eenvoudig.

Liem Limoenmantel schoof naar voren. Hij en Groenebaard waren de enigen die lang genoeg waren om de Jachthond recht aan te kijken. ‘Voorzichtig met blaffen, hond. Je leven is in onze handen.’

‘Veeg de stront dan maar van je vingers.’ De Jachthond lachte. ‘Hoe lang verstoppen jullie je al in dit hol?’

Bij de suggestie dat ze laf waren zette Angui de Schutter zijn stekels op. ‘Vraag de geit maar of we ons verstopt hebben, Jachthond. Vraag het je broer maar. Vraag het de bloedzuigerheer. Die hebben we allemaal adergelaten.’

‘Dat zootje ongeregeld? Laat me niet lachen. Jullie lijken meer op varkenshoeders dan op soldaten.’

‘Sommigen bennen varkenshoeders gewéést,’ zei een korte man die Arya niet kende. ‘En anderen leerlooiers, of zangers, of metselaars. Maar toen wier ’t oorlog.’

‘Toen wij Koningslanding verlieten waren we mannen van Winterfel, en mannen van Darring, mannen uit Zwarthaven, Mallerings, en Wylds. We waren ridders, schildknapen en krijgsknechten, van hoge en nederige komaf, verbonden door één doel.’ De stem was afkomstig van de man die halverwege de wand tussen de weirbomen wortels zat. ‘Honderdtwintig van ons zijn uitgetrokken om aan uw broer de gerechtigheid des konings te voltrekken.’ De spreker daalde de verstrengelde treden naar de vloer af. ‘Honderdtwintig dappere, waarachtige mannen, aangevoerd door een dwaas in een besterde mantel.’ Het was een vogelverschrikker van een man in een gehavende, met sterren bezaaide zwarte mantel en een ijzeren borstkuras dat gebutst was door talloze gevechten. Het merendeel van zijn gezicht ging onder een dikke bos roodgouden haar schuil, met alleen een kale plek boven zijn linkeroor, waar zijn schedel was ingeslagen. ‘Meer dan tachtig leden van ons gezelschap zijn inmiddels dood, maar anderen hebben de zwaarden opgenomen die hun ontvallen zijn.’ Toen hij de vloer had bereikt gingen de vogelvrij en opzij om hem langs te laten. Een van zijn ogen was weg, zag Arya. Het vlees rondom de oogkas zat vol littekens en plooien en hij had een diepzwarte kring om zijn hals en nek. ‘Met hun hulp vechten we naar beste vermogen door, voor Robert en het rijk.’

Читать дальше
Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Похожие книги на «Een storm van zwaarden: Staal en sneeuw»

Представляем Вашему вниманию похожие книги на «Een storm van zwaarden: Staal en sneeuw» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.


Отзывы о книге «Een storm van zwaarden: Staal en sneeuw»

Обсуждение, отзывы о книге «Een storm van zwaarden: Staal en sneeuw» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.

x