Robert Jordan - De Herrezen Draak

Здесь есть возможность читать онлайн «Robert Jordan - De Herrezen Draak» весь текст электронной книги совершенно бесплатно (целиком полную версию без сокращений). В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Жанр: Фэнтези, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.

De Herrezen Draak: краткое содержание, описание и аннотация

Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «De Herrezen Draak»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.

De Herrezen Draak — читать онлайн бесплатно полную книгу (весь текст) целиком

Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «De Herrezen Draak», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.

Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Het was laat in de middag toen Perijn de groep voorging tussen twee steile bergwanden door, met hoog boven hen in dikke wolken gehulde sneeuwtoppen, en afsloeg langs een smallere stroom die in een reeks kleine watervalletjes over de grijze steen omlaag klaterde. In de bomen riep een vogel en voor hen uit werd de roep beantwoord. Perijn glimlachte. Blauwvinkkreten. Een vogel uit de Grenslanden. Niemand reed hierlangs of hij werd opgemerkt. Hij wreef langs zijn neus en keek niet naar de boom waaruit de eerste ‘vogel’ had gefloten. Hun pad versmalde toen ze tussen lederbladstruiken en enkele knoestige bergeiken omhoog reden. De bodem was zo vlak dat ze naast het water konden rijden, maar ook zo smal dat ze achter elkaar moesten blijven. Het bergstroompje was slechts een flinke stap breed. Perijn hoorde Leya achter zich zachtjes mompelen. Omkijkend zag hij haar bezorgd omhoog turen naar de steile wanden aan beide zijden. Hier en daar staken bomen gevaarlijk ver uit de rotsen; het was een wonder dat ze niet omlaag tuimelden. De Shienaranen reden onbevreesd door en begonnen zich eindelijk te ontspannen. Het pad eindigde onverwachts in een ovale kom tussen de bergen, met steile zijwanden die minder vervaarlijk waren dan die naast het pad. De stroom ontsprong uit een kleine bron aan de andere kant van de kom. Perijns scherpe ogen vonden hoog in de takken van een eik aan zijn linkerhand een man met de Shienaraanse haarknot. Als een roodvleugelspecht had gefloten en geen blauwvink, had de man er niet alleen gezeten en hadden ze niet zo simpel kunnen doorrijden. Een handjevol mannen kon die doorgang tegen een leger verdedigen. Als er een leger kwam, zou hun handjevol mannen voldoende moeten zijn. Tussen de bomen aan de rand stonden blokhutten verscholen die niet meteen opvielen, zodat de mensen rond de kookvuren aan de andere kant van de kom geen onderdak leken te hebben. Het waren amper tien krijgslieden. En Perijn wist dat er niet zoveel meer waren. De meesten keken op bij het geluid van de paardenhoeven en sommigen zwaaiden. De kom rook naar mannen en paarden, naar koken en brandend hout. Een lange, witte banier hing slap omlaag van een hoge paal vlak bij de groep ruiters. Daar zat iemand op een stronk, anderhalf maal zo groot als een grote man, verdiept in een boek dat klein leek in zijn enorme handen. Hij bleef lezen en keek zelfs niet op toen de enige andere persoon zonder haarknot riep: ‘Je hebt haar toch kunnen vinden? Ik dacht dat je ditmaal vannacht zou wegblijven.’ Het was de stem van een jonge vrouw, maar ze droeg een jongensjas en een kniebroek en had kortgeknipt haar.

Een windvlaag wervelde door de kom, liet mantels flapperen en rimpelde de banier over de hele breedte uit. Heel even leek het schepsel op de banier in de wind op te vliegen. Een serpent met vier poten, blauwe en gouden schubben, gouden leeuwenmanen en aan iedere poot vijf gouden klauwen. Een legendarische banier. Een banier die veel mensen niet zouden kennen als ze hem zagen, maar zouden vrezen als ze wisten wiens banier het was.

Toen Perijn de kom inreed, maakte hij een gebaar dat alles omvatte. ‘Welkom in het kamp van de Herrezen Draak, vrouw Leya.’

2

Saidin

Onaangedaan staarde de Tuathaanse naar de banier die weer slap ging hangen. Vervolgens schonk ze de mensen rond het kookvuur haar aandacht. In het bijzonder de boeklezer, die anderhalf keer zo groot was als Perijn en tweemaal zo breed, ik zie een Ogier bij jullie. Ik had nooit gedacht...’ Ze schudde haar hoofd. ‘Waar is Moiraine Sedai?’ Het leek wel of wat haar betrof, de Drakenbanier in het geheel niet bestond. Perijn gebaarde naar de ruwhouten hut die aan de andere kant van de kom het hoogst op de helling stond. De blokhut had wanden en een schuin dak van ongeschaafde stammetjes en was de grootste, misschien net groot genoeg om het een hut te noemen en geen schuurtje. ‘Die is van haar. Van haar en Lan. Hij is haar zwaardhand. Als u iets warms hebt gedronken...’

‘Nee. Ik moet eerst met Moiraine praten.’

Hij was niet verbaasd. Alle bezoeksters hadden erop gestaan onmiddellijk met Moiraine te praten, en alleen. Het nieuws dat Moiraine dan verkoos met de anderen te delen, leek niet altijd zo belangrijk, maar de vrouwen waren even gespannen als een jager die het enige nog levende konijn voor zijn verhongerende gezin wilde vangen. De half bevroren bedelares had dekens en een bord met dampende stoofpot afgeslagen en was eerst op haar blote voeten door de neerdwarrelende sneeuw naar Moiraines hut geschuifeld. Leya gleed uit haar zadel en overhandigde Perijn de teugels. ‘Zorg je ervoor dat het paard wordt gevoerd?’ Ze gaf een klopje op de neus van de appelschimmel. ‘Piesa is niet gewend mij door zo’n woest land te rijden.’

‘Voer is schaars,’ vertelde Perijn haar, ‘maar hij zal krijgen wat we hebben.’

Leya knikte en haastte zich zonder verder iets te zeggen de helling op, waarbij ze haar felgroene rok ophield, en de vuurrode mantel die met blauw borduursel was afgewerkt, zwierde achter haar aan.

Perijn zwaaide zich uit het zadel en wisselde enkele woorden met de mannen die van het vuur kwamen aanlopen om de paarden over te nemen. Hij gaf zijn boog af aan de man die Stapper overnam. Nee, behalve die ene raaf hadden ze alleen maar bergen, dalen en de Tuathaanse gezien. Ja, de raaf was dood. Nee, ze had hun niets verteld over wat daar buiten de bergen gebeurde. Nee, hij had geen enkel idee of ze spoedig zouden vertrekken.

Of ooit? voegde hij er voor zichzelf aan toe. Moiraine had hen de hele winter hier gehouden. De Shienaranen vonden niet dat zij hier de bevelen gaf, maar Perijn wist dat Aes Sedai op de een of andere manier altijd haar zin wist door te drijven. Vooral Moiraine Sedai. Nadat de paarden naar de ruwhouten stal waren geleid, gingen de krijgslieden zich bij het vuur warmen. Perijn sloeg zijn mantel terug over de schouders en hield dankbaar zijn handen vlak bij het vuur. De grote ketel, zo te zien uit Baerlon, verspreidde een geur die hem al enige tijd had doen watertanden. Iemand had blijkbaar een goede jacht gehad en wilde wortels dwarrelden in het ziedende water rond en verspreidden een aroma als geroosterde knolletjes. Hij trok zijn neus op en richtte zijn aandacht op de stoofpot. Tegenwoordig wilde hij eigenlijk het liefst vlees.

Het meisje in mannenkleren staarde Leya na die net in Moiraines hut verdween.

‘Wat zie je, Min?’ vroeg hij.

Ze kwam bezorgd kijkend naast hem staan. Hij begreep niet waarom ze liever een broek droeg dan een rok. Misschien kwam het doordat hij haar kende, maar volgens hem zou iedereen haar als een mooi jong meisje herkennen en niet als een knappe jongeman. ‘Die vrouw van de ketellappers zal sterven,’ zei ze zachtjes terwijl ze de anderen rond het vuur in het oog hield. Er was niemand in de buurt die haar kon horen.

Hij stond nog steeds aan Leya’s zachtmoedige gezicht te denken. Ach, Licht! Ketellappers doen nooit iemand kwaad! Hij voelde zich koud ondanks de hitte van het vuur. Bloed en as, ik wou dat ik het nooit had gevraagd. Zelfs de paar Aes Sedai die van Mins gave wisten, begrepen niet wat ze deed. Soms zag ze beelden en aura’s rond mensen, en soms wist ze zelfs wat die betekenden.

Masema kwam met een lange kookspaan in de stoofpot roeren. De Shienaraan keek hen even aan, kruiste grijnzend twee opgestoken vingers en grijnsde nog breder toen hij weer wegliep.

‘Bloed en as!’ mopperde Min. ‘Hij heeft waarschijnlijk bedacht dat wij twee gelieven zijn die elkaar bij het kampvuur lieve woordjes toefluisteren.’

‘Denk je echt?’ vroeg Perijn. Ze keek hem met opgetrokken wenkbrauwen aan en hij voegde eraan toe: ‘Wat je over Leya zei.’

‘Heet ze zo? Ik wou dat ik het niet had geweten. Het maakt het altijd erger, als je het weet en niet in staat bent... Perijn, ik zag haar gezicht los boven haar schouder, onder het bloed en met lege ogen. Duidelijker beelden krijg ik nooit.’ Ze rilde en wreef haar handen stevig over elkaar. ‘Licht, ik wou maar dat ik meer blije dingen zag. Alle fijne dingen lijken te zijn verdwenen.’

Читать дальше
Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Похожие книги на «De Herrezen Draak»

Представляем Вашему вниманию похожие книги на «De Herrezen Draak» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.


Отзывы о книге «De Herrezen Draak»

Обсуждение, отзывы о книге «De Herrezen Draak» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.

x