Robert Jordan - De Herrezen Draak

Здесь есть возможность читать онлайн «Robert Jordan - De Herrezen Draak» весь текст электронной книги совершенно бесплатно (целиком полную версию без сокращений). В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Жанр: Фэнтези, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.

De Herrezen Draak: краткое содержание, описание и аннотация

Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «De Herrezen Draak»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.

De Herrezen Draak — читать онлайн бесплатно полную книгу (весь текст) целиком

Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «De Herrezen Draak», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.

Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Robert Jordan

De Herrezen Draak

Proloog

Burcht van het Licht

De bejaarde blik van Pedron Nial gleed door zijn persoonlijke ontvangstkamer, maar de donkere ogen waren wazig door diep nadenken en zagen niets. Rafelige wandkleden, eens banieren van de vijanden uit zijn jeugd, leken een geheel te vormen met de donkere betimmering op de stenen muren, die zelfs hier, diep in de Burcht van het Licht, dik waren. De ogen zagen de enige stoel in het vertrek – door de hoge rugleuning bijna een zware troon – evenmin als de weinige verspreide tafels die de karige inrichting vormden. Zelfs de witgemantelde man, die met amper bedwongen gretigheid neerknielde op de grote zonnekrans in de brede planken vloer, was op dit ogenblik uit Nials gedachten verdwenen, hoewel weinigen hem zo gemakkelijk uit hun hoofd zouden zetten.

Jaret Byar had enige tijd gekregen om zich op re frissen voor hij bij Nial was geroepen, maar zowel zijn helm als zijn borstkuras leek door zijn reis dof en gedeukt. Donkere, diepliggende ogen schitterden koortsig en vurig in een gezicht waarvan elk flintertje vlees leek te zijn verdwenen. Hij droeg geen zwaard – niemand mocht dat in de nabijheid van Nial – maar hij leek een strak gespannen veer, een jachthond aan de riem.

Twee vuren in lange schouwen aan weerskanten van het vertrek hielden de late winterkou buiten. Het was slechts een eenvoudig krijgsmansvertrek; alles was van voortreffelijke kwaliteit, maar zonder verfraaiing – afgezien van de zonnekrans. De man die tot dit hoge ambt werd geroepen, bepaalde zelf de inrichting in de ontvangstkamer van de kapiteinheer-gebieder van de Kinderen van het Licht. De vlammende zon van bladgoud was door de vele geslachten van mensen met een verzoek al afgesleten, vervangen en weer afgesleten. Er lag genoeg goud om elk landgoed mét adelbrief in Amadicia te kopen. Tien jaar had Nial nu al over dat goud gelopen en hij had er nooit bij stilgestaan.

Zoals hij ook nooit aan de zonnekrans dacht die op de borst van zijn witte tuniek was geborduurd. Goud oefende weinig aantrekkingskracht uit op Pedron Nial.

Uiteindelijk richtte hij zijn ogen weer op de tafel naast hem, afgeladen met kaarten, brieven en verslagen. Tussen alle papieren lagen drie losjes opgerolde tekeningen. Met tegenzin pakte hij er een. Het maakte niet uit welke het was. Ze toonden alle hetzelfde tafereel, al kwamen ze van drie verschillende tekenaars.

Nials huid was even dun als afgeschraapt perkament, door ouderdom strak getrokken over een lichaam dat geheel uit botten en pezen leek te bestaan, maar van zwakte viel niets te bespeuren. Niemand bekleedde Nials ambt voor zijn haren wit waren en het was geen ambt voor mannen die zachter waren dan de stenen van de Koepel der Waarheid. Toch besefte hij opeens hoe strak de pezen stonden in zijn hand en hij besefte dat haast noodzakelijk werd. De tijd werd kort. Zijn tijd werd kort. Het moest genoeg zijn. Hij moest het genoeg maken. Hij dwong zich het dikke perkament half open te rollen, net genoeg om het gezicht te zien waar hij belang in stelde. Het krijt was gevlekt door de reis in zadeltassen, maar het gezicht was scherp. Een jongeman met grijze ogen en rossig haar. Hij leek lang, maar dat viel moeilijk te zeggen. Afgezien van het haar en de ogen, kon hij zonder opgewonden gefluister in elke stad wonen en leven. ‘Deze... deze jóngen heeft zich uitgeroepen tot de Herrezen Draak?’ mompelde Nial.

De Draak. De naam deed hem de winterkou en zijn leeftijd voelen. De naam die Lews Therin Telamon had gedragen toen hij iedere man die kon geleiden naar zijn ondergang leidde, toen en telkens weer, naar krankzinnigheid en dood, ook zichzelf. Meer dan drieduizend jaren waren verstreken nadat de trots van de Aes Sedai en de Oorlog van de Schaduw een einde hadden gemaakt aan de Eeuw der Legenden. Drieduizend jaar, maar voorspellingen en legenden hielpen de herinnering van de mensen, in ieder geval de kern als bijzonderheden waren vergeten. Lews Therin Verwantslachter. De man die het Breken van de Wereld had veroorzaakt, toen krankzinnigen die de Kracht uit de bron van het al konden tappen, bergen slechtten en eeuwenoude landen onder de wateren verdronken. Toen het aanzien van de gehele wereld was veranderd en alle overlevenden als dieren voor een bosbrand waren gevlucht. Het was niet geëindigd voor de dood van de laatste mannelijke Aes Sedai; pas toen kon een verstrooid menselijk ras pogen iets uit de puinhopen op te bouwen – daar waar tenminste nog puin lag. Het lag in de herinnering verankerd door de verhalen van moeders aan hun kinderen. En de voorspelling zei dat de Draak opnieuw geboren zou worden.

Nial had het eigenlijk niet als vraag bedoeld, maar Byar vatte het zo op. ‘Ja, mijn kapiteinheer-gebieder, dat heeft hij. De waanzin is groter dan bij elke valse Draak waarvan ik ooit heb gehoord. Duizenden hebben zich reeds bij hem aangesloten. Tarabon en Arad Doman voeren een burgeroorlog en strijden eveneens met elkaar. Op de Vlakte van Almoth en op de Kop van Toman wordt overal gevochten. Taraboners tegen Domani tegen Duistervrienden die om de Draak roepen. Er werd in ieder geval strijd geleverd tot de winter het onmogelijk maakte. Ik heb het zich nog nooit zo snel zien verspreiden, mijn kapiteinheer-gebieder. Alsof er een lantaarn in een hooischuur werd gegooid. De sneeuw heeft het vuur misschien gedempt, maar de vlammen zullen het komend voorjaar hoger oplaaien dan ooit.’

Nial bracht hem met een opgeheven vinger tot zwijgen. Tweemaal had Nial Byar zijn verhaal met een van woede en haat vlammende stem laten vertellen. Delen ervan kende Nial al door andere zegslieden en van sommige gebeurtenissen wist hij meer dan Byar, maar iedere keer voelde hij zich weer door het relaas bedrukt. ‘Geofram Bornhald en duizend Kinderen gedood. En de Aes Sedai hebben het gedaan. Je koestert geen enkele twijfel, Kind Byar?’

‘Geen, mijn kapiteinheer-gebieder. Na een schermutseling onderweg naar Falme heb ik twee feeksen uit Tar Valon gezien. Ze wisten ruim vijftig van onze mannen te doden voor we hen met pijlen hadden doorboord.’

‘Je weet zéker... heel zeker dat het Aes Sedai waren?’

‘De grond barstte open onder onze voeten.’ Byars woorden klonken vast en vol overtuiging. Die Jaret Byar had maar weinig fantasie; de dood was een deel van het krijgsleven, hoe die ook kwam. ‘Bliksems troffen onze rangen uit een heldere hemel, mijn kapiteinheer-gebieder, wat had het anders kunnen zijn?’

Nial knikte grimmig. Sinds het Breken van de Wereld waren er geen mannelijke Aes Sedai meer geweest, maar de vrouwen die deze titel nog steeds voerden, waren al erg genoeg. Ze gingen prat op hun drie geloften: geen onwaar woord te spreken, geen wapen te maken waarmee een mens kon worden gedood, en de Ene Kracht niet als wapen te gebruiken, tenzij tegen Duistervrienden en Schaduwgebroed. Maar nu hadden ze duidelijk getoond wat die geloften betekenden: pure leugens. Hij had altijd al geweten dat niemand zulke krachten zou willen bezitten, behalve om de Schepper te tarten en dat betekende dus het dienen van de Duistere.

‘En je kunt me niets vertellen over die mensen die Falme hadden bezet en de helft van mijn legioen hebben gedood?’

‘Mijn kapiteinheer Bornhald zei dat ze zich Seanchanen noemden, mijn kapiteinheer-gebieder,’ zei Byar nuchter. ‘Hij zei dat het Duistervrienden waren. Ondanks zijn dood werden ze door onze opmars verslagen.’ Zijn stem klonk steeds feller. ‘Er waren veel vluchtelingen uit de stad. Iedereen die ik heb gesproken, was het erover eens dat de vreemdelingen waren verslagen en gevlucht. Kapiteinheer Bornhald heeft dat klaargespeeld.’

Nial zuchtte zachtjes. Het waren bijna dezelfde woorden als Byar de eerste twee keer had gebruikt om een leger te beschrijven dat schijnbaar uit het niets was opgedoemd om Falme te bezetten. Een goed soldaat, dacht Nial, dat heeft Geofram Bornhald tenminste altijd gezegd, maar geen man die zelf iets kan bedenken.

Читать дальше
Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Похожие книги на «De Herrezen Draak»

Представляем Вашему вниманию похожие книги на «De Herrezen Draak» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.


Отзывы о книге «De Herrezen Draak»

Обсуждение, отзывы о книге «De Herrezen Draak» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.

x