Robert Jordan - Het Licht van Weleer

Здесь есть возможность читать онлайн «Robert Jordan - Het Licht van Weleer» весь текст электронной книги совершенно бесплатно (целиком полную версию без сокращений). В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Жанр: Фэнтези, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.

Het Licht van Weleer: краткое содержание, описание и аннотация

Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «Het Licht van Weleer»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.

Het Licht van Weleer — читать онлайн бесплатно полную книгу (весь текст) целиком

Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «Het Licht van Weleer», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.

Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Guybon kwam naar hem toe. De stem van de man klonk zacht in Talmanes’ overbelaste oren. ‘Die muren staan er al eeuwen. Mijn arme stad. Mijn arme, arme stad.’

‘Het is jouw stad niet meer,’ zei Talmanes, die zijn fakkel hoog de lucht in stak, opstandig tegenover een muur vol Trolloks en met een brandende stad achter zich. ‘Hij is van hen.’

Talmanes maaide met de fakkel omlaag en liet een rood spoor in de lucht achter. Op zijn teken klonk er een gebrul van drakenvuur dat over het plein galmde.

Trolloks – of althans stukken ervan – werden de lucht in geblazen. De muur onder hen ontplofte als een stapel blokken waar kinderen in volle vaart tegenaan hadden geschopt. Hoewel Talmanes wankelde en zwarte vlekken voor zijn ogen kreeg, zag hij de muur verbrokkelen en een gat ontstaan. Toen hij omviel en het bewustzijn verloor, leek de grond te beven van de kracht van zijn val.

1

Naar het oosten blies de wind

Het Rad des Tijds draait rond en rond, Eeuwen komen en gaan en laten herinneringen na die sagen worden. Dan vervagen de sagen tot mythen, tot ook die allang zijn vergeten bij de wederkomst van de Eeuw die deze verhalen schiep. In een van die Eeuwen, door sommigen de Derde Eeuw genoemd, een Eeuw die nog moest komen, een Eeuw die reeds lang was verstreken, stak de wind op in de Mistbergen. Die wind was niet het begin. Er is geen begin of einde in het draaien van het Rad des Tijds. Maar het was een begin.

Naar het oosten blies de wind, afdalend van hoge pieken en golvend over verlaten heuvels. Hij bereikte de plek die bekendstond als het Westenwoud, een gebied dat ooit dicht bebost was met dennen en lederbladbomen. Hier trof de wind weinig meer aan dan een wirwar van ondergroei, een meest dikke laag, behalve rond de voet van wat spaarzame eikenbomen. Die oogden aangetast door ziekte, met loslatende bast en slaphangende takken. Elders waren de naalden van de dennen gevallen en als een bruine deken over de grond gedrapeerd. Geen enkele kale tak in het Westenwoud vertoonde knoppen.

Naar het noorden en oosten blies de wind, over kreupelhout dat kraakte en knapte als het in beweging werd gezet. Het was nacht, en magere vossen snuffelden rond op de rottende grond, tevergeefs op zoek naar prooi of aasdieren. Er waren geen lentevogels gekomen en – het meest veelzeggend – overal in het land was het gehuil van de wolven opgehouden.

De wind verliet het bos en ging over Tarenveer. Wat ervan over was. Het was een mooi stadje geweest, naar plaatselijke maatstaven. Hoge, donkere gebouwen op roodstenen funderingen, een keienstraat, gebouwd aan de rand van het gebied dat bekendstond als Tweewater.

De rook steeg allang niet meer op van de uitgebrande gebouwen, maar er was weinig van het stadje over. Verwilderde honden scharrelden door de puinhopen op zoek naar vlees. Ze keken met hongerige ogen op toen de wind voorbij kwam.

De wind stak de rivier over naar het oosten. Ondanks het late uur liepen er groepjes vluchtelingen met fakkels over de lange weg van Baerlon naar Wittebrug. Ze boden een deerniswekkende aanblik, met gebogen hoofden en opgetrokken schouders. Sommigen hadden de koperkleurige huid van Domani, en hun sleetse kleding getuigde van de ontberingen van een oversteek door de bergen met maar heel weinig proviand. Anderen kwamen van verder weg. Taraboners met angstige ogen en vuile sluiers. Boeren en hun vrouwen uit noordelijk Geldan. Allemaal hadden ze geruchten gehoord dat er in Andor eten was. In Andor was er hoop.

Tot nu toe hadden ze nog geen van beide gevonden.

Naar het oosten blies de wind, langs de rivier die zich tussen boerderijen zonder gewassen door slingerde. Weiden zonder gras. Boomgaarden zonder fruit.

Verlaten dorpen. Bomen als botten waar het vlees van af was geknaagd. Vaak zaten er raven opeengepakt op de takken, vermagerde konijnen en soms wat groter wild verplaatsten zich door het dode gras eronder. Boven dat alles drukten de alomtegenwoordige wolken op het land. Soms maakte dat wolkendek het onmogelijk te bepalen of het dag of nacht was.

Toen de wind de grote stad Caemlin naderde, boog hij af naar het noorden, weg van de brandende stad. Oranjerood vuur braakte zwarte rook uit, die zich bij de hongerige wolken erboven voegde. De oorlog was in het holst van de nacht naar Andor gekomen. De naderende vluchtelingen zouden snel ontdekken dat ze recht op het gevaar afliepen. Dat was niet verrassend. Het gevaar was overal. Het enige wat je kon doen om te voorkomen dat je eropaf liep, was stil blijven staan.

Terwijl de wind naar het noorden blies, zag hij mensen langs de wegen zitten, alleen of in groepjes, voor zich uit starend met wanhopige blik. Sommigen waren er van honger bij gaan liggen, opkijkend naar die rommelende, kolkende wolken. Andere mensen sjokten voort, maar waar naartoe, dat wisten ze niet. Naar de Laatste Slag in het noorden, wat dat ook betekende. De Laatste Slag bood geen hoop. De Laatste Slag was de dood. Maar het was een plek om te zijn, een plek om naartóé te gaan.

In de avondschemer bereikte de wind een grote verzameling mensen ver ten noorden van Caemlin. Het grote veld vormde een onderbreking in het met verschillende bossen begroeide landschap, maar het werd overwoekerd door tenten, als zwammen op een vermolmde boomstam. Tienduizenden soldaten wachtten bij kampvuren waarin snel alle brandhout in de omgeving werd opgestookt.

De wind blies tussen hen door, sloeg de rook van vuren in de gezichten van soldaten. De mensen hier oogden niet zo hopeloos als de vluchtelingen, maar ze hadden iets angstigs over zich. Ze zagen het verziekte land. Ze voelden de wolken boven zich. Ze wisten het.

De wereld was stervende. De soldaten staarden in de vlammen, keken naar het hout dat werd verteerd. Sintel voor sintel verging dat wat ooit had geleefd tot as.

Een groep mannen bekeek pantsers die waren gaan roesten ondanks het feit dat ze goed geolied waren. Enkele Aiel in witte mantels haalden water. Het waren voormalige strijders die weigerden de wapens weer op te pakken, ook al was hun toh al ingelost. Een paar angstige bedienden, ervan overtuigd dat de dag van morgen een oorlog tussen de Witte Toren en de Herrezen Draak zou brengen, telden de voorraden onder tentdaken die schudden in de wind.

Mannen en vrouwen fluisterden de waarheid de nacht in. Het einde is gekomen. Het einde is gekomen. Alles zal ten onder gaan. Het einde is gekomen.

Er schalde gelach door de nacht.

In een grote tent in het midden van het kamp brandde warm licht. Het scheen naar buiten rondom de tentflappen en onder de zijkanten door.

In die tent zat Rhand Altor – de Herrezen Draak – te lachen, met zijn hoofd in zijn nek.

‘En wat deed ze toen?’ vroeg hij, nog wat nahikkend. Hij schonk een beker rode wijn voor zichzelf in, en toen ook een voor Perijn, die bloosde om zijn vraag.

Hij is harder geworden, dacht Rhand, maar toch heeft hij zijn onschuld nog niet verloren. Nog niet helemaal. Dat vond Rhand een heel wonderlijke zaak. Iets heel moois, als een parel ontdekt in een gevangen forel. Perijn was sterk, maar zijn kracht had hem niet gebroken.

‘Nou,’ zei Perijn, ‘je weet hoe Marin is. Vraag me niet hoe, maar ze kijkt zelfs naar Cen alsof hij een kind is dat bemoederd moet worden. Toen ze Faile en mij daar als twee dwaze jongelui op de vloer zag liggen... Nou, ik geloof dat ze niet wist of ze moest lachen of ons de keuken in moest sturen om pannen te gaan schrobben. Afzonderlijk van elkaar, natuurlijk, om ons voor problemen te behoeden.’

Rhand glimlachte en zag het bijna voor zich. Perijn – de potige, stevige Perijn – zo zwak dat hij nauwelijks kon lopen. Het was een ongerijmd beeld. Rhand wilde het liefst geloven dat zijn vriend overdreef, maar Perijn had geen oneerlijke haar op zijn hoofd. Vreemd, hoeveel een man kon veranderen terwijl hij in wezen toch dezelfde bleef.

Читать дальше
Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Похожие книги на «Het Licht van Weleer»

Представляем Вашему вниманию похожие книги на «Het Licht van Weleer» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.


Robert Jordan - Mes van Dromen
Robert Jordan
Robert Jordan - Hart van de Winter
Robert Jordan
Robert Jordan - Het Pad der Dolken
Robert Jordan
Robert Jordan - Een Kroon van Zwarden
Robert Jordan
Robert Jordan - Heer van Chaos
Robert Jordan
Robert Jordan - Het Oog van de Wereld
Robert Jordan
Robert Jordan - A Memory of Light
Robert Jordan
Roger Zelazny - Heer van het licht
Roger Zelazny
Robert Heinlein - Het pad van roem
Robert Heinlein
Отзывы о книге «Het Licht van Weleer»

Обсуждение, отзывы о книге «Het Licht van Weleer» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.

x