‘Is het eten necrotisch? Ik heb van meneer Dunworthy een boek gekregen en daar staat in dat ze bedorven vlees en zwanen en zo aten.’
Kivrin keek een tijdje naar haar handen. ‘Het meeste was ellendig,’ zei ze zacht, ‘maar ik heb ook prachtige dingen meegemaakt.’
Prachtige dingen. Hij moest aan Mary denken, leunend tegen de poort van Balliol toen ze hem over het Dal der Koningen vertelde. ‘Ik zal het niet vergeten.’ Prachtige dingen.
‘En spruitjes?’ vroeg Colin. ‘Aten ze in de middeleeuwen ook spruitjes?’
Kivrin kon er bijna om lachen. ‘Ik geloof niet dat die al ontdekt waren.’
‘Gelukkig!’ Hij sprong op. ‘Hoorde u dat? Ik geloof dat het begint. Het is net een klok.’
Kivrin tilde haar hoofd op om te luisteren. ‘Ik hoorde een klok toen ik doorkwam,’ zei ze.
‘En u?’ Colin trok Dunworthy ruw overeind. ‘Kunt u het horen?’
Het was een klok, zwak en ver weg.
‘Het komt van die kant,’ zei Colin. Hij holde naar de rand van de open plek. ‘Kom mee!’
Kivrin duwde zich een eindje op en bleef op haar knieën zitten. Haar hand ging onwillekeurig naar haar zij.
Dunworthy stak een hand uit om haar te helpen. ‘Ik red me wel,’ zei ze.
‘Ik weet het.’ Hij liet zijn hand zakken.
Ze stond voorzichtig op, leunend tegen de ruwe stam van de eik tot ze op eigen kracht kon staan.
‘Alles staat op de recorder,’ zei ze. ‘Alles wat er gebeurd is.’
Net als John Clyn, dacht Dunworthy. Hij keek naar haar verwarde haren en haar vuile gezicht. Een echte historicus, in zijn eentje schrijvend in de lege kerk, omringd door graven. Opdat niet alles vergeten worde en verloren ga voor hen die na ons komen, heb ik, die zoveel kwaad heb gezien dat de gehele wereld wel in de greep van de Boze lijkt te zijn geraakt, wachtend op mijn dood, alle dingen opgeschreven waarvan ik getuige ben geweest .
Kivrin draaide haar handen om en keek in de schemering naar haar polsen. ‘Vader Roche, Agnes, Rosemund en al die anderen,’ zei ze. ‘Het staat er allemaal op.’
Ze trok met een nagel een klein spoor over de zijkant van haar pols. ‘ Io suiicien lui damo amo ,’ zei ze zachtjes. ‘In plaats van de vrienden die ik bemin.’
‘Kivrin,’ zei Dunworthy.
‘Kom nou!’ zei Colin. ‘Het begint. Horen jullie de klok niet?’
‘Ja,’ zei Dunworthy. Het was mevrouw Piantini op de tenorklok. Ze speelde het intro van Rimbauds ‘Als Tenslotte Mijn Heiland Komt’.
Kivrin ging naast Dunworthy staan. Ze sloeg haar handen tegen elkaar alsof ze wilde bidden.
‘Ik zie Badri!’ zei Colin. Hij vouwde zijn handen rond zijn mond. ‘Ze is hier!’ riep hij. ‘We hebben haar gered!’
De tenorklok zweeg en de andere bellen vielen vrolijk in. De lucht leek ineens vol met glinsterende sneeuwvlokken.
‘Apocalyptisch!’ zei Colin verrukt.
Kivrin pakte Dunworthy’s hand en hield hem stevig vast.
‘Ik wist dat u zou komen,’ zei ze, en het net ging open.
Connie Willis is de bekroonde auteur van Lincoln’s Dreams en van kortere verhalen waarvoor zij de Nebula Award en twee keer de Hugo Award heeft gekregen. Over Fire Watch schreef de New York Times Book Review: ‘Zij gebruikt alle instrumenten van science fiction om haar karakters en hun onderlinge verhoudingen te belichten, en ze heeft een originele, subtiele en bijzonder meeslepende manier van schrijven.’
Connie Willis is gehuwd en heeft een dochter. Ze woont in Colorado, samen met haar man, een kat en een veelgeplaagde Engelse buldog.
Derde druk
© 1992 Connie Willis
Published by arrangement with the author c/o Ralph M. Vicinanza, Ltd.
© 1996, 2011 Nederlandse vertaling
Uitgeverij Luitingh ~ Sijthoff B.V., Amsterdam
Alle rechten voorbehouden
Oorspronkelijke titel: Doomsday Book
Vertaling: Tom van Son
Omslagontwerp: Nico Richter
Omslagbeeld: HillCreek
ISBN 978 90 218 0502 3
ISBN e-book 978 90 218 0527 6
NUR 335
www.boekenwereld.com
www.uitgeverijsijthoff.nl
www.watleesjij.nu
thoff.nl
www.watleesjij.nu