De tweede golf was hoog genoeg om een hoek van het platform te overspoelen en het te doen schommelen. De spleten spoten water uit als een blussysteem. Toen de golf terugliep spoorde Paul Margo aan snel over de gladde planken naar de truck te gaan. Ze hield Miauw stevig vast. Hij bleef even staan aan de achterste rand van het podium en keek rond naar de anderen en naar de mannen die overeind krabbelden in het ondiepe water onder hem.
‘Kom mee! Snel, voor de derde komt!’ schreeuwde hij en plonsde omlaag met Margo. Toen zette hij de stormloop op de truck in.
* * *
Arab en Pepe en High verwachtten dat blauwe golven politie het station van de metro zouden binnengolven. Daarom verstopten ze zich op de wc’s. Arab stond gereed hun resterende sticks in het toilet te snipperen en High hield zich klaar om ze door te trekken, terwijl Pepe aan de deur luisterde. Erg slim was het niet maar het ging bijna instinctief.
Maar niemand anders probeerde binnen te komen; ze hoorden geen politiemensen rondstappen en schreeuwen, ze hoorden zelfs helemaal niemand. Kort daarna kwamen ze eruit.
Het lege station zag eruit als een spookhuis, zodat ze een tijd lang steels rondslopen. Pepe probeerde wat chocola uit een machine te trekken maar het ding zat vast. Hij gaf er een dreun op maar vanwege het lawaai hield hij op. Ze stapten achterin de lege, wachtende trein, die het centrum als bestemming had, en liepen helemaal naar voren. Daar zat Arab een poos aan een hendel te knoeien en gooide hem toen om. De deuren begonnen te sluiten en hij zette hem vlug terug. Hij duwde tegen een andere hendel en het zoemen werd luider, de trein scheen kracht te zetten, en ook die hendel gooide hij gauw om.
‘Kan beter niet met die dingen rotzooien,’ giechelde hij zacht. Ze bestudeerden de dubbele zwarte tunnel door de voordeur, wachtten tot er een andere trein hun kant uitkwam, maar dat gebeurde niet.
Hoe langer het station leeg bleef, hoe meer ze het als een privéwereldje gingen beschouwen. Met het rijke gevoel van wereldeigenaars staken ze drie sticks aan en rookten ze in het hok van de bestuurder.
Tenslotte zei Arab: ‘Wat denken wij dat er werkelijk is gebeurd, High?’
High fronste ingespannen. Toen: ‘De Russen zijn geland in haven uit superduikboten. Ze verslaan smerissen in Slag om Union Square. Smerissen trekken zich terug naar noorden, met achterhoedegevechten. Russen rukken op. Mijn dagorders: laag liggen, mannen, en doe alsof je doofstom bent.’
Arab knikte. ‘Pepe?’
‘Die vuurbal! Zij duikt op in de haven en splijt in twee zonder te ontploffen en dan komt ze naar het centrum rollen door de straten. Mensen denken: zij is gifgas en vluchten naar de daken, maar in werkelijkheid is zij lachrook, mengsel van opium en weed. Iedereen behalve ons stikken dood. Te bang om te inhaleren. Arab?’
Een warme bries begon uit de tunnel langs te stromen. De lucht was zwaar van de stank van een metro: metaal, droge aarde, verschraalde mensenlucht, een vleugje elektriciteit. ‘Schiet op, Arab, het was jouw werk,’ spoorde Pepe hem aan.
‘Okay, ik weet het nu,’ zei Arab. ‘Rivier staat hoog, hebben we gezien. Blijft hoger komen. Het water duikt op uit de haven, komt aan wal en stroomt naar het noorden. Zondvloed als die van Noach! Mensen moeten op de daken en veranderen in zoutpilaren. Kelders en metro worden geëvacueerd. Smerissen vluchten. Brandweervogels staan klaar met spuiten, maar water is iets waar ze niet tegen kunnen vechten. Zij vluchten ook. Water komt maar en komt maar door.’
‘Hé, dat is goed, man,’ zei High. ‘Echt ree-a-listisch.’
De bries werd sterker en ook de metrostank, maar nu was de laatste vermengd met een ontoepasselijke geur.
Ver in de tunnel laaide een blauwe flits.
‘Komt een trein,’ zei Pepe.
Weer een blauwe flits, en nog een. De bries werd een wind, en nu werd duidelijk wat de ontoepasselijke geur was: het was de stank die je bij een rivier ruikt. En er klonk nu een aanzwellend gebrul.
‘Komt donkere trein over twee banen!’ krijste Arab.
De blauwe flitsen kwamen dichterbij, dichterbij, en verhelderden. De zilte, wrange wind werd een storm; papieren en stof vlogen langs; het brullen was dat van duizend leeuwen. Een ogenblik lang, toen ze elkaar op het platform vastgrepen, zagen ze het duidelijk: het schuimende donkere front vol vuil en rijdend op blauw vuur.
Toen sloeg de met elektriciteit verzadigde zuiger van zout water toe.
* * *
Sally Harris en Jake Lesher knabbelden aan roereieren en kaviaar uit een zilveren schotel die boven een blauwe vlam stond en een kristallen kom op een schaal met ijs.
‘Jee, we zitten hoog,’ zei Sally, die uitzag over de patio van het dakhuis. ‘Ik kan het Empire State zien, RCA., het Chryslergebouw, de Zestig Murentoren… en is dat puntje daar het Waldorf Astoria?’
‘Het was veertig verdiepingen voor we op Hasseltines privélift overstapten,’ vertelde Jake haar terwijl hij kaviaar op een geroosterd broodje lepelde. ‘Ik heb ze geteld.’
Sally nam haar kop koffie mee naar de balustrade van verchroomde buizen en tuurde roekeloos over de rand. ‘Hee, de mensen zien eruit als druppels lijm,’ riep ze naar Jake. ‘Ze rennen weg — ik weet niet waarom. Jake, ik heb je eens gevraagd waarvoor die kleine brandkranen zijn die uit die gebouwen steken — ik dacht dat ze bedoeld waren om brandende auto’s te blussen, weet je nog, of om opstandige menigten arbeiders tegen te houden.’
‘Nee, die zijn om de stoepen ’s ochtends schoon te spoelen,’ onderwees Jake haar. Hij schonk zich een kop koffie in uit de hoge, slanke pot met het rode lampje in de voet.
Ze knikte. ‘Dat dacht ik wel — ze hebben ze nu aangezet.’ ‘Nee kind, dat doen ze om vier uur in de ochtend. Nu is het acht uur.’ Zijn ogen werden vaag. Het voelde aan alsof de geldmakende gedachte die hij in Times Square had gehad eindelijk terugkwam.
‘Nou, misschien wel, maar het ziet er ontzettend nat uit.’ Ze sloeg de straat nog een poosje gade. Toen: ‘Jake?’
‘Wat nu weer? Sal, ik probeer na te denken.’
‘Je hebt gelijk. Het water komt niet uit die brandkraantjes. Het komt uit de ondergrondse.’
Jake sprong op en kwam zo neer dat zijn hielen pijn deden. De vloer was ook opgesprongen. Het gebouw brulde en wankelde — en wankelde opnieuw. Hij sloeg wild met zijn armen en graaide naar de verchroomde balustrade waar Sally boven het lawaai uit krijste en heen en weer werd gerukt. Een heel eind lager plonsden haar kopje en grote brokken steen in het water.
Het wankelen en brullen verflauwde. Sally leunde over de reling en wees recht omlaag naar een zwart lint dat uit de voet van hun gebouw kwam.
‘Kijk!’ gilde ze. ‘Rook! O Jake, is ‘t niet opwindend?’ wilde ze weten toen hij haar wegtrok. ‘We moeten er een toneelstuk van maken!’
Ondanks de chaos van het ogenblik kon Jake zich nog realiseren dat dat het geldmakende idee was waarnaar hij zijn gedachten afzocht.
Achter hem ging het rode verklikkerlicht aan de voet van de koffiepot uit, en de oranje gloed van de broodrooster verdween langzaam.
* * *
De schotelstudenten hadden rennend nog drie nieuwe bevingsgolven ontlopen die eigenlijk meer schuim dan water waren — maar tot hun enkels reikten — en hadden zelfs droog zand bereikt en daar halt gehouden. Stastok en Ida sjouwden zijn andere vrouw tussen zich in mee. Toen begonnen de echt grote golven hun na te jagen.
Voor hun uit doemden de eerste ronde heuvels van de Santa Monica bergen donker en massief op tegen een hemel die door het ochtendgloren grijs werd gekleurd. Dichterbij, maar al vrij ver, verwijderden de hobbelende lichten van de truck zich steeds verder. Hixon had de meest rechtstreekse route, weg van de zee, genomen, een koers die halverwege tussen Vandenberg en de ingezakte wanden waaronder hun auto’s waren bedolven leidde. Dat was een wijze inval geweest — bij elke andere koers hadden ze scheef op de golven over zelfs nog lager strand moeten rennen; de moeilijkheid was dat ook deze huidige koers over een flinke afstand niets dan zand en vlakke, zanderige grond was — een droge rivierbedding.
Читать дальше