‘Kom nu, Mister K, u heeft uw rust nodig.’ Wrevelig schudde hij de arm waaraan Hester hem vasthield en ging koppig verder: ‘Ik heb vaak gedacht dat het antwoord op de vraag van de Sfinx over wat ’s ochtends op vier benen gaat ’s middags op twee en ’s avonds op drie niet de mens was, maar het sterrenbeeld Orion dat de Hondsster voorgaat. Als het opkwam betekende het dat de Nijl ging overstromen.’
Zijn stem begon bij de laatste woorden te trillen, en zijn hoofd zakte omlaag, en hij stond toe dat ze hem verder omhoog hielpen. Barbara, die zijn gewicht op haar arm voelde rusten — meer dan Hester te dragen kreeg, merkte ze verheugd op — dacht: Ik geloof dat ik wel kan raden waarom je aan drie benen ’s avonds denkt, Paps — of vier.
Ze legden hem neer op een groot bed in een donkere slaapkamer die groter was dan de keuken. Hester graaide iets onder het kussen vandaan en mikte het in een la, toen veranderde ze van gedachten en liet het aan Barbara zien.
Het was een slank, zwartharig poppetje, modieus gekleed in zwart kanten ondergoed, zwarte kousen en lange zwarte handschoenen. Het was ongeveer vijfentwintig centimeter lang.
Knolls Kettering III mummelde met dikke tong: ‘Voor middag moet je middernacht lezen.’
Hester keek op van de pop naar Barbara’s lange zwarte soklaarzen en zwarte shorts en zwart haar, en grijnsde.
Barbara kon niet nalaten terug te grijnzen, ook al had ze dat gewild.
Paul Hagbolt keek Majoor Buford Humphreys aan door de strandpoort van Vandenberg Twee. Margo stond naast hem met Miauw. De tien schotelstudenten verdrongen zich om hun heen. De randen van al hun schaduwen wierpen paarse en gouden vlekken op het zilveren gaas van het hek.
Ook op de Stille Oceaan achter hun rug schenen paarse en gouden vlekken. De Zwerver, nog tamelijk hoog aan de hemel, was zwevend aan zijn afdaling naar de vreedzame oceaan begonnen. Hij vertoonde nog altijd de aanblik die Rama Joan een mandala had genoemd, hoewel de gele plek in het westen groeide en de oostelijke kromp terwijl de bol roteerde. Hij wierp een intens schemerlicht over het laag begroeide kustlandschap en kleurde de hemel met een leigrijs waardoorheen maar vijf of zes sterren schenen.
De jeep die Majoor Humphreys door de geul omlaag had gebracht stond nog achter hem te grommen en met zijn onnodige koplampen te staren. Een van de twee soldaten die bij hem waren zat achter het stuur, de andere stond naast hem. De zwaar bewapende soldaat die op wacht stond aan de poort bevond zich buiten het hek in de donkere deuropening van de wachttoren. Zijn machinepistool was in de schaduw, op een paarse ring om de loop na.
Majoor Humphreys had de bedachtzame ogen en barse mond van een onderwijzer, maar op dit ogenblik was zijn belangrijkste gelaatsuitdrukking dezelfde als die van de soldaat op wacht — door spanning gemaskeerde angst.
Paul, wiens zachte, knappe gelaat ietwat verstrakt was door de verantwoordelijkheid die hij voelde, zei: ‘Ik hoopte al dat u het zou zijn, Majoor. Dat spaart een hoop moeilijkheden.’
‘Dan heb je geluk, want ik ben niet speciaal voor u gekomen,’ pareerde Majoor Humphreys scherp, en voegde er toen haastig aan toe: ‘Een paar anderen van de L.A.-afdeling hebben het gehaald voor de kustweg het begaf. We hopen dat de rest door de vallei arriveert — over de Monica Bergweg of via Oxnard. Of we halen ze met de helikopter op — speciaal uit Cal Tech. Pasadena ging er in de tweede beving onderdoor.’ Hij beheerste zich fronsend en hoofdschuddend, alsof hij zich ergerde dat hij impulsief had staan praten. Toen vervolgde hij met luider stemme, boven het plotselinge geroezemoes van de schotelaars uit: ‘Wel Paul, ik heb niet de hele nacht de tijd — eigenlijk zelfs niet een minuut. Waarom ben je via de strandpoort gekomen? Ik herken Miss Gelhorn, natuurlijk — ‘ Hij knikte kort naar Margo — ‘Maar wie zijn de anderen?’ Zijn blik dwaalde over de schotelstudenten, en bleef twijfelend hangen aan Ross Hunters volle bruine baard.
Paul aarzelde.
Doc, die er uitzag als een moderne Socrates met zijn haarloze schedel en dikke bril, schraapte zijn keel en stond op het punt alles te riskeren door te brommen: ‘Wij zijn administratieve employés van Pauls afdeling.’ Hij vermoedde dat dit een van die momenten was dat een grote leugen om bestwil essentieel is.
Maar Doc had een onderdeel van een seconde te lang gewacht. Kleine Man drong zich naar voren tussen Doc en Wojtowicz en richtte zijn zachtaardige blik op de Majoor. Onder zijn verwarde snor kromde zich een zelfverzekerde glimlach terwijl hij glad als een advocaat meedeelde: ‘Ik ben secretaris en wij zijn allemaal leden in goeden doen van de Meteoor- en UFO-vereniging van Zuid-Californië. Wij waren een forum over de maansverduistering aan het houden in het strandhuis van Rodgers, met schriftelijke toestemming van de erfgenamen van Rodgers, en — hoewel het strikt genomen niet was vereist — goedkeuring van uw eigen hoofdkwartier.’
Doc kreunde, bijna hoorbaar.
Majoor Humphreys verstijfde. ‘Vliegende schotel-gekken?’ ‘Dat klopt,’ antwoordde Kleine Man vriendelijk. ‘Maar alstublieft geen gekken, maar studenten.’ Zijn linkerarm werd naar achter gerukt en hij wankelde toen Ragnarok in een opwelling van ongerustheid aan zijn lijn trok.
‘Studenten,’ echode Majoor Humphreys weifelend, terwijl hij ze van top tot teen opnam, bijna, dacht Paul, alsof hij hun om hun collegekaarten ging vragen.
Op ernstige toon zei Paul: ‘Hun auto’s zijn onder een aardverschuiving bedolven, tegelijk met de mijne, Majoor. Miss Gelhorn en ik zouden het nauwelijks tot hier gehaald hebben zonder hun hulp. Ze kunnen nu nergens heengaan. Een van ze heeft een hartaanval gekregen en een andere is nog een kind.’
Majoor Humphreys’ blik aarzelde bij Rama Joan, die achter Hunter stond. Ze ging voor hem staan en toonde zich helemaal — haar schouderlange, rood-gouden haar en witte avondkleren — glimlachte toen ernstig en maakte een kleine buiging. Ann met haar bijpassende rood-gouden vlechten ging naast haar staan. Samen zagen ze er even schoon en beledigend pervers uit als een illustratie van Aubrey Beardsley voor het Gele Boek.
‘Ik ben het kind,’ legde Ann koel uit.
‘Ik zie het,’ zei Majoor Humphreys snel knikkend terwijl hij zich afwendde. ‘Kijk, Paul, het spijt me, maar Vandenberg Twee kan onmogelijk vluchtelingen innemen. Dat probleem is al bekeken en beantwoord. We hebben ons eigen vitale werk, en bij een noodtoestand worden de veiligheidsmaatregels nog strakker.’
‘Hé,’ viel Wojtowicz hem in de rede. ‘U zegt dat de aardbevingen in het gebied rond L.A. heel zwaar waren?’
‘Je kunt de vuren toch zien, niet?’ snauwde de Majoor hem toe. ‘Nee, ik kan geen vragen beantwoorden. Kom binnen door de toren, Paul. En Miss Gelhorn — in haar eentje.’
‘Maar deze mensen zijn geen gewone vluchtelingen, Majoor,’ protesteerde Paul. ‘Ze kunnen helpen. Ze hebben al een paar interessante dingen over de Zwerver afgeleid.’ Zodra hij het laatste woord uitsprak beheerste de paars en gouden bol, voor het ogenblik vergeten, weer hun gedachten. De vingers van Majoor Humphreys klauwden aan het gaas toen hij zijn gezicht dichtbij dat van Paul bracht. Met een stem waarin achterdocht, nieuwsgierigheid en angst een vreemd mengsel vormden, vroeg hij gebiedend: ‘Zwerver? Waar heb je die naam vandaan? Wat weet je over het… lichaam?’
‘Lichaam?’ viel Doc hem geërgerd in de rede. ‘Elke idioot kan nu wel zien dat het een planeet is. Op het ogenblik zit de maan in een baan erachter.’
‘We zijn er niet voor verantwoordelijk, als u dat mocht denken,’ tsjilpte Rama Joan. ‘We hebben hem niet bij elkaar getoverd.’
‘Ja, en we weten ook niet waar het lichaam eerst was begraven,’ voegde Doc er geestdriftig aan toe. ‘Hoewel sommige van ons denken aan een begraafplaats in de ultraruimte.’ Hunter gaf hem heimelijk een schop. ‘ “Zwerver” is gewoon de naam die we hem hebben gegeven, omdat het “planeet” betekent,’ verduidelijkte hij de majoor op sussende toon. ‘Zwerver kan wel dienst doen, hoewel de ware naam Ispan zij.’ Stastoks stem galmde hol van waar zijn hoekig gezicht, oogkassen en wangen diep in schaduw, boven Baardmans’ schouder uitkeek. Hij voegde er aan toe: ‘Voorzeker zijn de Keizerlijke Wijzen te dezer stonde in Washington geland.’
Читать дальше