Orson Card - Spreker voor de doden

Здесь есть возможность читать онлайн «Orson Card - Spreker voor de doden» весь текст электронной книги совершенно бесплатно (целиком полную версию без сокращений). В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Город: Amsterdam, Год выпуска: 1988, ISBN: 1988, Издательство: J.M. Meulenhoff, Жанр: Фантастика и фэнтези, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.

Spreker voor de doden: краткое содержание, описание и аннотация

Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «Spreker voor de doden»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.

Voor het eerst sinds de infame Ender — het Monster — Xenocide pleegde door het enige andere ras van intelligente anderlingen uit te roeien, ontdekt men weer een verstandelijk begaafde soort, ergens in het heelal. Technologisch zijn ze nog nergens, maar ze begrijpen alles. ‘God geeft ons een nieuwe kans,’ oordeelte de aartskardinaal van de planeet Baía, ‘Nu kunnen wij boete doen voor de Xenocide.’
De gemeenschap van bewoonde planeten kent talrijke goden, of gelooft in geen enkele daarvan, maar iedereen was het hartgrondig eens met de aartskardinaal. De nieuwe planeet Lusitania zou dan ook gekoloniseerd worden vanaf Baia, want zo was de traditie. Maar er werden strenge regels opgesteld. De kolonie zou zich nimmer mogen uitbreiden buiten een omheind, klein gebied, en het bevolkingsaantal zou een bepaalde limiet nooit mogen overschrijden. En één enkele wet was heilig: de anderlingen moesten met rust worden gelaten. Xenosociologisch onderzoek was toegestaan — amper — maar de anderlingen moesten zich zonder inmenging ontwikkelen, helemaal op eigen kracht; ze mochten niets van de mens leren. Zo diep zat de schrik voor een tweede volkerenmoord erin.
Verheven idealen, en alles in het belang van de anderlingen — maar wat dachten die er zelf van? Daar vroeg niemand naar… tot het te laat was…

Spreker voor de doden — читать онлайн бесплатно полную книгу (весь текст) целиком

Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «Spreker voor de doden», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.

Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Enders ogen glinsterden en Miro besefte dat dit onbekende wezen dat in de computer leefde in ieder geval geen geest was, maar een wezenlijk onderdeel van het leven van deze man. En hij gaf het voorrecht om deze vriendin te kennen aan Miro door, als van vader op zoon.

Ender vertrok zonder verder nog iets te zeggen en Miro keek naar het werkstation. Daar was een hologram van een vrouw te zien. Ze was klein, zat op een kruk en leunde tegen een holografische wand. Ze was niet mooi, maar ook niet lelijk. Haar gezicht had karakter. Ze had onschuldige, treurige, treffende ogen. Een fraai gevormde mond die het volgende moment zou kunnen gaan lachen, maar net zo makkelijk zou kunnen gaan huilen. Haar kleren leken wel dunne sluiers, maar in plaats van te prikkelen gaf dat juist een indruk van onschuld; een meisjesachtig lijf met kleine borsten, handen losjes gevouwen op haar schoot, haar benen kinderlijk gespreid met de tenen naar elkaar toe wijzend. Ze had net zo makkelijk op een wipplank in een speeltuin kunnen zitten. Of op de rand van het bed van haar minnaar.

‘Bom dia,’ zei Miro zacht.

‘Hallo,’ zei ze. ‘Ik had gevraagd of hij ons aan elkaar wilde voorstellen.’

Ze was stil en terughoudend, maar Miro was degene die verlegen was. Naast zijn vrouwelijke gezinsleden was Ouanda nu al heel lang de enige vrouw in zijn leven en hij had maar weinig vertrouwen in de gebruikelijke omgangsvormen. Maar tegelijk besefte hij dat hij tegen een hologram zat te praten. Een volkomen overtuigend hologram, dat wel, maar het bleef toch een laserprojectie zomaar midden in de lucht.

Ze tilde een hand op en legde die op haar borst. ‘Voel helemaal niets,’ zei ze. ‘Geen zenuwen.’

Tranen sprongen hem in de ogen. Zelfmedelijden natuurlijk. Dat hij waarschijnlijk nooit een vrouw zou hebben die tastbaarder was dan deze. Als hij er een probeerde aan te raken, zouden zijn liefkozingen meer op ruwe handtastelijkheden lijken. Soms, als hij even niet goed oplette, kwijlde hij en dan voelde hij het niet eens. Wat een minnaar.

‘Maar ik heb ogen,’ zei ze. ‘En oren. Ik zie alles op alle Honderd Werelden. Ik kijk naar de hemel door wel duizend telescopen. Ik luister elke dag een biljoen gesprekken af.’ Ze giechelde een beetje. ‘Ik ben de beste roddelbron in het hele heelal.’

Ineens stond ze op, werd groter tot ze nog slechts vanaf haar middel zichtbaar was, alsof ze dichter bij een onzichtbare camera was gaan staan. Haar ogen gloeiden fel toen ze hem strak aanstaarde. ‘En jij bent een eenvoudige schooljongen die zijn hele leven nooit iets anders heeft gezien dan één stadje en één bos.’

‘Krijg niet veel kans om te reizen,’ zei hij.

‘Daar valt wat aan te doen,’ antwoordde ze. ‘Nou, wat wil je vandaag doen?’

‘Hoe heet je?’ vroeg hij.

‘Je hebt mijn naam helemaal niet nodig,’ zei ze.

‘Hoe moet ik je dan roepen?’

‘Ik ben er als je me nodig hebt.’

‘Maar ik wil het graag weten,’ zei hij.

Ze tikte tegen haar oor. ‘Als je me aardig genoeg vindt om me overal waar je gaat mee naar toe te nemen, dan zal ik je vertellen hoe ik heet.’

In een opwelling vertelde hij haar wat hij niemand anders had toevertrouwd. ‘Ik wil weg uit dit oord,’ zei Miro. ‘Kun jij me van Lusitania weghalen?’

Onmiddellijk begon ze spottend te koketteren. ‘En we kennen elkaar nog maar net! Foei, meneer Ribeira, zo’n soort meisje ben ik helemaal niet!’

‘Misschien als we elkaar wat beter kennen,’ zei Miro lachend.

Ze maakte een vloeiende, fantastische gedaanteverwisseling en de vrouw op het beeld was ineens een slanke katachtige die behaaglijk op een boomtak gedrapeerd lag. Ze snorde luid, strekte een poot uit en begon zich te wassen. ‘Met één klap van mijn klauw breek ik je nek,’ fluisterde ze; haar stem klonk als die van een verleidster, maar haar klauwen waren die van een moordenares. ‘Als ik alleen met je ben, kan ik je met één enkele kus je strot afbijten.’

Hij moest lachen. Toen besefte hij dat hij in dit hele gesprek volkomen vergeten was hoe onverstaanbaar hij eigenlijk praatte. Zij begreep elk woord. Zij zei nooit: ‘Wat? Dat verstond ik niet.’ Of een van die andere beleefde maar witheet makende opmerkingen die mensen maakten. Zij begreep hem zonder zich er extra voor te hoeven inspannen.

‘Ik wil alles begrijpen,’ zei Miro. ‘Ik wil alles weten en ik wil dat allemaal met elkaar in verband brengen om te zien wat het betekent.’

‘Uitstekend studieproject,’ zei ze. ‘Zal heel goed staan op je staat van dienst.’

Ender merkte dat Olhado een veel betere chauffeur was dan hij. De jongen had een veel betere dieptewaarneming en als hij zijn oog rechtstreeks doorverbond met de boordcomputer, ging het navigeren bijkans vanzelf. Ender kon al zijn energie besteden aan zijn speurwerk.

Toen ze aan deze ontdekkingstochten begonnen, leek het landschap aanvankelijk erg saai. Eindeloze prairies, reusachtige kuddes cabras, af en toe een bos in de verte. Bij die laatste waagden ze zich natuurlijk nooit in de buurt, omdat ze niet de aandacht wilden trekken van de zwijntjes die daar woonden. Bovendien zochten ze naar een woonplaats voor de zwermkoningin en ze wilden haar uiteraard niet te dicht bij een van de stammen plaatsen.

Vandaag trokken ze naar het westen, vanaf de andere kant van Wroeters bos, waar ze een klein riviertje volgden tot aan zijn monding. Ze stopten daar op het strand, waar vriendelijke brekers het land oprolden. Ender proefde het water. Zout. De zee.

Olhado liet op de boordcomputer een kaart van dit deel van Lusitania verschijnen en wees aan waar zij zich bevonden, waar Wroeters bos was en waar de dichtstbijzijnde nederzettingen van andere zwijntjes lagen. Het was een prima plek en in zijn achterhoofd voelde Ender de goedkeuring van de zwermkoningin. Dicht bij de zee, volop water, zonnig.

Ze scheerden over het water en zoefden weer een paar honderd meter stroomopwaarts tot waar de rechteroever opliep en een steile wand vormde. ‘Kunnen we hier ergens stoppen?’ vroeg Ender.

Olhado vond een plek, vijftig meter bij het hoogste punt van de steile wand vandaan. Ze liepen langs de waterkant, waar het riet plaatsmaakte voor grama. Iedere rivier op Lusitania zag er natuurlijk hetzelfde uit. Zodra ze toegang had tot Novinha’s bestanden en toestemming om dit onderwerp uit te pluizen, had Ela de genetische patronen heel makkelijk in kaart kunnen brengen. Riet dat zich in samenwerking met zuigvliegen voortplantte. Gramagras dat met waterslangen paarde. En dan de eindeloze vlaktes vol capim dat zijn stuif meelrijke aren langs de buik van vruchtbare cabra wreef om de volgende generatie mestproducerende dieren te verwekken. Tussen de wortels en de stengels van het capimgras groeide tropeço, lange kruipranken die naar Ela had bewezen dezelfde genen bezaten als de xingadora, de op de grond nestelende vogel die van de levende plant zijn nest bouwde. Een dergelijke gepaardheid vond je ook in het bos: maciowormen die uit het zaad van merdonaranken kropen en op hun beurt merdonazaad voortbrachten. Puladors, kleine insekten die paarden met de in het bos groeiende struiken met de glimmende bladeren. En vooral natuurlijk de zwijntjes en de bomen, allebei aan de top in hun eigen rijk, plant en dier versmolten tot één lang leven.

Dat was de lijst, de complete lijst van op het oppervlak van Lusitania levende dieren en planten. Onder water waren er nog wel meer te vinden. Maar de Descolada had van Lusitania een saaie wereld gemaakt.

Toch had die saaiheid een eigenaardige schoonheid. De geografie was even gevarieerd als op andere werelden — met rivieren, heuvels, bergen, woestijnen, oceanen en eilanden. Het tapijt van capimgras en de beboste plekken vormden de onderhand voor de melodie van de landvormen. Het oog werd gevoelig voor golvingen, uitsteeksels, steilten, laagten en bovenal voor het sprankelen en stromen van water in het zonlicht. Lusitania was net als Trondheim een van die zeldzame werelden die door één enkel motief werden overheerst en niet het hele scala aan mogelijkheden vertoonden. Bij Trondheim kwam dat doordat de planeet, met zijn klimaat dat leven op het oppervlak maar net aan toestond, amper bewoonbaar was. Maar de grond en het klimaat van Lusitania riepen juist de aanstormende ploeg, de mijnwerkershouweel en de metselaarstroffel een hartelijk welkom toe. Breng mij tot leven, zei de hele planeet.

Читать дальше
Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Похожие книги на «Spreker voor de doden»

Представляем Вашему вниманию похожие книги на «Spreker voor de doden» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.


Отзывы о книге «Spreker voor de doden»

Обсуждение, отзывы о книге «Spreker voor de doden» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.

x