Orson Scott Card
Spreker voor de doden
Een paar mensen uit de Lusitaniakolonie
Xenologen (Zenadores):
Pipo (João Figueira Alvarez)
Libo (Liberdade Graças a Deus Figueira de Medici)
Miro (Marcos Vladimir Ribeira von Hesse)
Ouanda (Ouanda Quenhatta Figueira Mucumbi)
Xenobiologen (Biologistas)
Gusto (Vladimir Tiago Gussman)
Cida (Ekaterina Maria Aparecida do Norte von Hesse-Gussman)
Novinha (Ivanova Santa Catarina von Hesse)
Ela (Ekaterina Elanora Ribeira von Hesse)
Landvoogd:
Bosquinha(Faria Lima Maria do Bosque)
Bisschop:
Peregrino(Armão Cebola)
Abt en overste van het klooster:
Dom Cristão(Amai a Tudomundo Para Que Deus vos Ame Cristão)
Dona Crista (Detestái o Pecado e Fazei o Direito Cristã)
Uitspraak van vreemde woorden
De figuren in dit boek maken gebruik van drie mensentalen. Het Stark, dat zich uit het oorspronkelijke Engels ontwikkelde, wordt in dit boek in het Nederlands weergegeven. Het op Trondheim gesproken Scandinavisch ontwikkelde zich uit het Zweeds. Portugees is de moedertaal van’ Lusitania. Maar op elke wereld krijgen kinderen op school van het begin af aan les in Stark.
De Portugese taal is weliswaar ongewoon fraai om te horen, maar voor lezers die aan het Nederlands gewend zijn is de uitspraak moeilijk af te leiden uit de geschreven tekst. Ook als je niet van plan bent om dit boek hardop te lezen, is het prettiger om enig idee te hebben van de manier waarop de Portugese namen en zinnen uitgesproken worden.
Medeklinkers . Enkelvoudige medeklinkers worden ongeveer net zo uitgesproken als in het Engels, met als toevoeging de ç die altijd klinkt als ss . Uitzonderingen zijn de j die wordt uitgesproken zoals z in zool , net als de g wanneer die gevolgd wordt door e of i ; en de r aan het begin van een woord en de rr , die worden uitgesproken als iets dat het midden houdt tussen de Amerikaanse h en de Jiddische ch .
Klinkers . Enkelvoudige klinkers worden ongeveer als volgt uitgesproken: de a als in hard , de e als in het , de i als de ie in fiets , de o als de oo in troon , en de u als de oe in moet . (Dit is een grove oververeenvoudiging, aangezien er in werkelijkheid twee duidelijk te onderscheiden a-klanken zijn, die allebei eigenlijk anders zijn dan de a in hard , drie betekenis-veranderende manieren om de e uit te spreken — é , ê en de snelle e aan het eind van een woord — en drie betekenis-veranderende manieren om de o uit te spreken — ó , ó en de snelle o aan het eind van een woord. Maar het komt genoeg bij de werkelijkheid in de buurt om dit boek te kunnen lezen.)
Combinaties van medeklinkers . De combinatie Ih wordt uitgesproken als Ij in miljoen ; nh als nj in manjaar . De combinatie ch wordt altijd uitgesproken als sj zoals in sjouwen . De combinatie qu gevolgd door een e of een i wordt uitgesproken als de k , en gevolgd door een a , een o of een u , als kw . De combinatie gu wordt met een e of een i erachter uitgesproken als de Engelse g in good en met een a , een o of een u erachter als een Engelse g , gevolgd door een Nederlandse w . Quara wordt dus uitgesproken als KWA-ra , en Figueira als Fie-GEE-ra .
Combinaties van klinkers . De combinatie ou wordt uitgesproken als de ow in owee ; ai als aai , ei als eein weer . De combinatie eu wordt ongeveer uitgesproken als het Nederlandse woord eeuw , maar dan met een heel korte w .
Neusklanken . Een klinker of een klinkercombinatie met een ~ — meestal ão en ã- en de combinatie am aan het eind van een woord zijn neusklanken. Ze worden uitgesproken alsof de klinker gevolgd wordt door ng , maar de ng is nooit gesloten. Bovendien is een lettergreep met een ~ altijd beklemtoond. De naam Marcão wordt dus uitgesproken als mar-KOWNG. (Lettergrepen met ^ en ’ zijn ook altijd beklemtoond.)
Als ik nu ook nog zou vertellen dat de t voor een i zo wordt uitgesproken als de t in politie , en dat de d voor een i als dzj klinkt, of als ik nog zou vermelden dat de x altijd als sj klinkt behalve wanneer hij als een z moet worden uitgesproken, dan zou je het weleens helemaal kunnen opgeven, dus doe ik dat maar niet.
In het jaar 1830, na de installatie van het Gesternteparlement, liet een robotverkenner per weerwort weten dat de planeet die hij aan het verkennen was ruim binnen de parameters voor menselijke bewoning viel. De meest nabije planeet met enigermate een overbevolkingsprobleem was Baía; het Gesternteparlement gunde hun de verkenningsvergunning.
Zo kwam het dat de eerste mensen die de nieuwe wereld te zien kregen Portugees spraken, een Braziliaanse cultuurachtergrond hadden en het katholieke geloof aanhingen. In het jaar 1886 ontscheepten ze zich uit hun pendel, ze sloegen een kruis en ze noemden de planeet Lusitania — de antieke naam voor Portugal. Ze begonnen het planten- en dierenleven in kaart te brengen. Vijf dagen later beseften ze dat de kleine in het bos levende beestjes die zij porquinhos — zwijntjes — hadden genoemd, helemaal geen beesten waren.
Voor de eerste maal sinds het Uitroeien van de Kruiperds door de monsterlijke Ender hadden mensen intelligent leven gevonden. De zwijntjes hadden een primitieve technologie, maar ze gebruikten werktuigen, bouwden huizen en spraken een taal. ‘God heeft ons een tweede kans gegeven,’ verklaarde aartskardinaal Pio van Baía. ‘We kunnen verlossing krijgen voor het vernietigen van de kruiperds.’
De leden van het Gesternteparlement aanbaden vele goden, of geen enkele, maar ze waren het allemaal met de aartskardinaal eens. Lusitania zou vanuit Baía gekoloniseerd worden en zou dus volgens de geldende traditie een Roomse Vergunning krijgen. Maar de kolonie zou nooit meer dan een beperkt grondgebied mogen beslaan of meer dan een beperkt aantal inwoners mogen tellen. En boven alles waren ze aan één wet gebonden: De zwijntjes mochten niet gestoord worden.
Aangezien we nog niet helemaal vertrouwd zijn met de gedachte dat mensen uit het buurdorp even menselijk zijn als wijzelf, is het uitermate aanmatigend om te veronderstellen dat we gezellig levende, werktuigen makende wezens die zich langs andere evolutiepaden ontwikkelden, ooit zouden kunnen zien als broeders en niet als beesten, niet als rivalen maar als medepelgrims op reis naar de schrijn van het verstand. Toch is dat wat ik zie, of wat ik verlang te zien. Het verschil tussen raman en varelse ligt niet in het beoordeelde wezen, maar in het oordelende wezen. Als wij een anderlingensoort als raman erkennen, betekent dat niet dat ZIJ een drempel van morele volwassenheid hebben overschreden. Het betekent dat WIJ die drempel hebben genomen.
Читать дальше