‘Zeg me maar niks. Een Schotse Hooglander met doedelzak en tartan en spurran, uitpuilend van de explosieven.’ ‘Slim krengetje, jij. Je stond vast en zeker te liegen toen je zei dat je niet meer gedachten kon lezen. Ah-ah-ah! Ik zeg lekker niks. Het wordt allemaal een grote verrassing. Maar je mag wel weten wat voor beroep ik gekozen heb voor het Land zonder Terugkeer. Ik ga als manusje van alles. Een yankee uit Connecticut in Schotse stijl rondhangend in koning Arthurs hofhouding. En hoe ga jij, mijn prachtige, uitgebrande, geestenbuigster?’ Elizabeths glimlach stond dromerig. ‘Ik denk niet dat ik een andere persoonlijkheid wil. Ik blijf die ik ben—misschien in een rode spijkerbroek—en ik zal mijn vérspreekstersring blijven dragen met een van Illusio’s diamanten erin om me te herinneren aan het verleden. En wat mijn beroep betreft...’ Ze zette het boek op een hogere snelheid zodat de beroepenlijst over het schermpje vloog en begon daarna weer van voren af aan. Haar wenkbrauwen fronsten zich geconcentreerd. ‘Ik heb meer dan één beroep nodig. Mandenmaakster. Houtskoolbrandster. Leerlooister. Voeg die allemaal bij elkaar, het begint met een B en dan heb je mijn nieuwe beroep. Raad maar, Aiken Drum.’ ‘Bij m’n koperen ballen, mens!’ schreeuwde hij en sloeg verrukt met zijn hand op tafel. De viking en de piraat keken in milde verbazing op. ‘Een ballonvaarster! Oh, jij liefelijke Dame! Jij gaat weer op hoge vluchten, hoe dan ook, of niet, Elizabeth?’ Er klonk een bescheiden bel. Een lichaamloze vrouwenstem zei: ‘Kandidaten in Groep Groen, we zullen het op prijs stellen wanneer u zich bij raadsman Mishima wilt voegen in de Petit Salon, waar direct een boeiend oriëntatieprogramma gaat beginnen. Kandidaten in Groep Geel...’
‘Groen, dat zijn wij,’ zei Aiken. Ze wandelden samen naar het hoofdgebouw dat helemaal uit witte steen en zware berookte balken was opgetrokken en dat van binnen vol stond met peperdure kunstvoorwerpen. De Petit Salon was een gezellige kamer met luchtverversing en beklede leunstoelen, een paar prachtig besneden spiegelkasten en een verkleurd wandkleed met de afbeelding van een maagd en haar eenhoorn. Dit was de eerste maal dat de groep, die uitgezocht was om in haar geheel door de tijdpoort te gaan na een training van vijf dagen, bij elkaar kwam. Elizabeth bestudeerde haar medemislukkingen en probeerde te raden wat voor dwangmatigheden hen ertoe hadden gebracht voor Ballingschap te kiezen.
Ze werden in de overigens nog lege kamer opgewacht door een lieftallig, goudharig meisje in een simpele zwarte Chinese jurk met split. Haar stoel stond enkele meters bij die van de anderen vandaan. Een van haar slanke polsen was aan de stoelleuning geketend met een delicate zilveren ketting. De piraat en de viking keken naar binnen, kribbig en tegelijk verlegen omdat niemand anders nbg verkleed was. Ze bonkten naar voren en gingen precies in het midden van de rij stoelen zitten. Een ander paar, dat elkaar al scheen te kennen, kwam zwijgend binnenlopen—een frisse, gezond uitziende vrouw met bruin krulhaar die een witte overjas droeg en een stevige man van zo te zien middelbare leeftijd. Hij had een stompe neus, Slavische jukbeenderen en gespierde, harige onderarmen die eruitzagen alsof hij er een os mee zou kunnen kelen. Een quasi academisch personage in een antiek tweedjasje kwam als laatste binnen. Hij droeg een koffertje en zag er zo van zichzelf vervuld uit dat Elizabeth met geen mogelijkheid kon raden wat zijn probleem kon zijn.
Ten slotte kwam raadsman Mishima binnen, lang en slank, glimlachend en knikkend. Hij gaf uitdrukking aan zijn blijdschap over hun aanwezigheid en hoopte dat ze zouden genieten van de introductie over de geologie en de ecologie van het Plioceen, die hij nu zou gaan houden.
‘Onder ons hebben we een beroemd man die heel wat meer weet van paleo-ecologie dan ik,’ zei de raadsman, die vervolgens boog in de richting van het Slavische type, ‘en ik zou het op prijs stellen als hij me wilde onderbreken wanneer mijn lezing correctie of aanvulling nodig heeft.’
Wel, wel, dat verklaart hem tenminste, dacht Elizabeth. Een paleontoloog met pensioen die perse terug wil naar de fossiele dierentuin. En die pop aan de ketting is ongetwijfeld een recidiviste met al te losse handjes, zonder twijfel nog een paar graadjes erger dan die arme Aiken. En de jongens in de verkleedkostuums zijn de onmisbare en onvermijdelijke verliezers. Maar wie is de Witte Dame? En de Peinzende Man die tweedjasjes draagt in augustus?
Het licht in de kamer ging uit en het wandkleed kwam langzaam omhoog om plaats te maken voor een groot holografisch scherm.
Er kwam muziek. (Here Jezus, dacht Elizabeth. Niet Strawinsky!) Het scherm lichtte op en toonde de Pliocene Aarde vanuit een omloopbaan, zes miljoen jaar geleden. Van die afstand zag het er tamelijk vertrouwd uit. Maar toen zoomde de lens in.
Mishima zei: ‘Zoals u ziet bevinden de continenten zich ongeveer in de posities die we kennen. Maar hun begrenzingen zijn ongewoon en dat komt voornamelijk door de aanwezigheid van enkele kleinere zeeën die toen bepaalde gebieden overdekten, terwijl andere gebieden die zich nu onder water bevinden, toen droog land waren.’
De globe roteerde langzaam en stopte toen Europa goed in zicht kwam. De camera kwam dichter en dichterbij. ‘U krijgt allemaal een durofilm map met kaarten van het Vroege Plioceen. Schaal één op zeven miljoen voor Europa en één op één miljoen voor het huidige Frankrijk. Mocht u naar andere delen van de wereld willen doorreizen of daar belangstelling voor hebben, dan zullen we ons uiterste best doen om u van goede land- en zeekaarten te voorzien.’
‘Hoe nauwkeurig zullen die kaarten zijn?’ vroeg de piraat. ‘Buitengewoon nauwkeurig, denken we.’ Mishima’s antwoord kwam gladjes. ‘Het Plioceen is ten slotte een van de meest recente geologische perioden en onze computers hebben de kaarten kunnen ontwerpen met een nauwkeurigheid van ongeveer tweeentachtig procent. De gebieden waar we het meest onzeker over zijn hebben doorgaans betrekking op de loop van kleine rivieren en nog wat andere aspecten van het Middellandse-Zeebassin.’ Hij begon close-ups te laten zien van verschillende gebieden, allemaal in levendig reliëf en aangevuld met een doorzichtige overtrek van de huidige vormen.
‘De Britse Eilanden zijn samengevoegd tot één grote massa, Albion. Waarschijnlijk door een nauw schiereiland verbonden met Normandië. De Lage Landen liggen nog onder de zeespiegel net als het noordwestelijk deel van Duitsland. Scandinavië, inclusief Finland, is één geheel, nog niet onderbroken door de Baltische Zee. Polen en Rusland zijn overdekt met moerassen en meren, sommige zeer groot. Andere grote oppervlakken zoet water zijn te vinden in de Franse Vogezen en de bergmeren in de Alpen ...’
Verder naar het oosten zag het landschap er vrijwel onbekend uit. Een drassige lagune, het Pannonische Bassin, bedekte heel Hongarije en sijpelde door de Straat van Dacië naar een ondiep overblijfsel van de eens zo dominerende Zee van Thetys die ook wel Lac Mer werd genoemd. Vandaaruit vonden brakke moerassen en zout water hun weg tot diep in Centraal-Azië en ontmoetten in het noorden de ijsvrije Noordelijke Oceaan. In later jaren zouden alleen de Kaspische Zee en het Aralmeer overblijven als herinnering aan die verdwenen Zee van Thetys. ‘Let u er ook op dat het Euxinisch Bassin, dat later de Zwarte Zee zal worden, gevuld is met zoet water. Dat is afkomstig uit de bergen van de Kaukasus en Anatolië en de Alpen uit het westen. De tegenwoordige Zee van Marmara is hier één groot moerasgebied. Daar beneden ligt Lac Levant, ongeveer overeenkomend met de Egeïsche Zee van nu.’
‘De Middellandse Zee ziet er nogal door elkaar gehaald uit,’ merkte de viking op. ‘In mijn vak moest ik het een en ander weten over de ingewikkelde geologie van dat gebied. En ik denk dat aan het maken van dit stuk van de kaart nogal wat giswerk te pas is gekomen.’
Читать дальше