‘Ja, ja, maar dat kan behandeld worden, burgeres!’ Hij leunde naar voren en nam haar koele hand. ‘We hebben hier op Aarde zoveel meer mogelijkheden dan op jouw thuisplaneet. Acadië is verweg. Het was nauwelijks te verwachten dat de raadslieden ginds de beschikking zouden hebben over de allernieuwste therapietechnieken. Maar je zou naar Wenen kunnen gaan of naar New York of Wuhan. De topmensen daar zou het geen moeite kosten om dat SM-probleempje op te lossen, samen met die overmaat aan agressie en op de man gerichte jaloezie. Je persoonlijkheid zou er nauwelijks door veranderen. Je zou bij wijze van spreken weer zo goed als nieuw zijn na de behandeling.’ De bijna vochtige en onderworpen bruine ogen begonnen iets te verhelderen. ‘Ik weet dat u alleen maar het beste met me voor hebt, raadsman Shonkwiler. Daarom vraag ik u mij te begrijpen.’ Medelijden, hulp, empathie, toegeven aan de impuls dat kleine, pathetische ding te willen helpen. ‘Ik geef er de voorkeur aan te blijven wie ik ben. Daarom heb ik ook behandeling geweigerd. De gedachte dat andere mensen mijn geest manipuleren—veranderen—dat vervult me met de afschuwelijkste angsten. Ik zou het niet kunnen verdragen.’ Ik zou het niet toestaan.
De raadsman bevochtigde zijn lippen en realiseerde zich ineens dat hij haar hand aan het strelen was. Hij hield daar even plotseling mee op en zei: ‘Wel, je psychosociale problemen zijn op zichzelf geen beletsel. Het gaat om je leeftijd en dan is er nog een tweede probleem. Het Concilie staat niet toe dat personen met werkzame metapsychische vermogens naar Ballingschap gaan. Ze zijn te waardevol voor het Bestel. De tests hebben aangetoond dat jij dergelijke latente metafuncties bezit op het psychokinetische, het psychocreatieve en het communicerende vlak. In hoge mate zelfs. Ongetwijfeld zijn die eigenschappen mede de oorzaak van je succes als beroepsatlete.’ Ze liet een treurige glimlach zien en liet daarna langzaam haar hoofd zakken zodat het loshangende platina haar als een gordijn voor haar gezicht kwam te hangen. ‘Dat is allemaal nu voorbij. Ze wilden me niet langer hebben.’
‘Dat is juist,’ zei Shonkwiler. ‘Maar wanneer je psychosociale problemen werden opgelost, zou het voor de mensen in het MPinstituut misschien mogelijk worden je latente vermogens werkzaam te maken. Stel je voor wat dat zou kunnen inhouden! Je zou tot de elite van het Bestel gaan behoren—een mens met grote invloed—je zou de wereld kunnen veranderen. Dat zou een edele bestemming zijn, je leven door te brengen in dienst van een dankbaar sterrenrijk. Zelfs een plaats binnen het Concilie is niet ondenkbaar.’
‘Oh, ik zou aan zoiets niet eens kunnen denken. Al die geesten, het is beangstigend. En daarnaast, ik zou nooit kunnen opgeven wat ik nu ben. Er moet een manier zijn om mij door dat tijdportaal te laten gaan, zelfs wanneer ik er te jong voor ben. En u moet me daarbij helpen, raadsman.’
Hij aarzelde. ‘De recidivistenclausule had kunnen worden toegepast wanneer die ongelukkige MacSweeny en Barstow aanklachten hadden willen indienen. Er is geen leeftijdsbeperking voor recidivisten.’
‘Dat ik daar zelf niet aan gedacht heb!’ Haar glimlach van opluchting was hartveroverend. ‘Dat maakt het allemaal zo eenvoudig!’
Ze kwam overeind en liep om het bureau naar de kant waar Shonkwiler zat. Nog steeds glimlachend nam ze zijn beide schouders tussen haar koele, kleine handen, drukte met de duimen en brak zijn beide sleutelbeenderen.
Cicaden gonsden in de takken van de oude bomen die het terras overschaduwden. De geur van reseda’s uit de tuinen mengde zich in de middaghitte met die van de rozen. Elizabeth Orme speelde wat met haar fruitsalade en dronk gekoelde muntthee terwijl ze zich verbaasde over de lijst die langzaam over het oppervlak van haar boek gleed.
‘Moet je eens naar deze beroepen luisteren, Aiken! Architect, tenen en gepleisterde leem. Architect, hout. Architect, niet-gemetselde steen. Bewerker van bamboe (ik wist niet dat er in Europa bamboe groeide tijdens het Plioceen!). Bakker. Luchtschipper, Mandemaker. Bijenhouder. Brouwer. Kaarsemaker. Keramist. Houtskoolbrander. Kaasmaker. Dompteur (-euse) ... Wat zou dat in hemelsnaam zijn, denk je?’ Aiken Drums zwarte ogen schitterden. Hij sprong overeind, zijn rode lappehaar helemaal in de war en liet een denkbeeldige zweep knallen. ‘Ha! Sabeltandkleintje! Neer jij! Dus jij wilt niet luisteren naar de bevelen van je meester? Rol om! Pak ze. Nee, niet de dompteur, idioot!’
Verschillende eters aan nabije tafeltjes keken verbaasd op. Elizabeth lachte. ‘Natuurlijk. Temmers van wilde dieren zouden meer dan bruikbaar zijn in het Plioceen. Sommige van die grotere antilopen en dergelijke zouden heel waardevol kunnen zijn als ze tam werden gemaakt. Ik zou anders niet graag een mastodont of een rinoceros te pakken nemen met geen andere achtergrond dan een vlugge slaapcursus.’
‘Oh, maar de mensen hier geven je heel wat meer dan dat, suikerpop. Wat er werkelijk gebeurt, is het volgende. In je slaap krijg je basislessen in neolithische technologie en overleving in het algemeen. Op die manier zul je tenminste slim genoeg zijn om een latrine te graven waar je niet zelf in bedolven raakt en je zult weten welk fruit uit die tijd je maar beter kunt laten staan of hangen. Na die basisopleiding kies je zelf een onderwerp uit die lijsten voor je bij wijze van specialisatie. Dat gebeurt uitgebreider in je slaapje krijgt proefwerk te maken en een soort nascholing voor de lastigste dingen.’ ‘Hmmm,’ overwoog ze.
‘En ik denk dat ze hun best zullen doen je over te halen tot een beroep dat niet al eerder vaak is gekozen. Ik bedoel maar, die lui aan de andere kant zouden weinig gelukkig zijn wanneer je ze drieëntachtig luitspelers zou sturen, terwijl ze in werkelijkheid zitten te springen om één kerel die weet hoe je zeep moet maken.’
‘Weet je, dat is helemaal niet zo leuk, Aiken. Wanneer er werkelijk aan de andere kant een soort van georganiseerde gemeenschap bestaat, dan zijn ze volkomen van de organisatie hier afhankelijk voor het zenden van geschoolde mensen. De vrouwelijke tijdreizigers zijn gesteriliseerd, dus zijn er geen jonge leerlingen die het werk van ouderen kunnen overnemen wanneer die sterven of gewoon maar ervandoor gaan. Wanneer in jouw gehucht de kaasmaker zoek zou raken, was je gedwongen rommel te eten totdat er weer es een kaasmaker door de tijdpoort kwam opdagen.’
Drum dronk zijn gekoelde thee op en begon daarna op de smeltende ijsblokjes te kauwen. ‘Zo’n ordeloze boel kan het daar in Ballingschap niet meer wezen. Er zijn al mensen door die poort gegaan sinds 2041. Die begeleiding in de beroepskeuze is nog niet zo lang aan de gang, misschien een jaar of vier; maar dan nog, de oudere bewoners van het gekkenkamertje moeten toch iets hebben opgebouwd!’ Hij dacht even na. ‘Ik stel me zo voor dat de meesten daar door de poort zijn gegaan volkomen immuun en soms zelfs na een verjonging, want dat waren twee technieken die al in de vroege jaren ‘40 geperfectioneerd waren. Als je dan rekening houdt met een verlies door ongelukken, opgegeten door monsters, verdwijning naar het Pliocene land der tegenvoeters of door doodgewone menselijke bloeddorstigheid, dan moet er toch nog een aardige menigte over zijn. Tachtig* of negentigduizend met gemak. En het meest waarschijnlijk met een ruileconomie als basis. De meeste van de tijdreizigers waren behoorlijk intelligent.’ ‘En geschift,’ zei Elizabeth Orme, ‘net als gij en ik.’ Ze maakte een onopvallend gebaar in de richting van een naburig tafeltje waar een grote blonde man in een viking-uitrusting bier zat te drinken met een zwaarmoedige, toegetakelde reiziger in slordige zeemanslaarzen en een gekreukeld zwart hemd. Aiken liet zijn ogen rollen en zag er daardoor nog dwergachtiger uit dan ooit. ‘En jij vindt dat gek? Wacht maar es tot je mijn uitmonstering hebt gezien, liefie.’
Читать дальше