Санне Рузбум - Het ministerie van oplossingen
Здесь есть возможность читать онлайн «Санне Рузбум - Het ministerie van oplossingen» весь текст электронной книги совершенно бесплатно (целиком полную версию без сокращений). В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Год выпуска: 2016, ISBN: 2016, Издательство: Van Goor, Жанр: Детская фантастика, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.
- Название:Het ministerie van oplossingen
- Автор:
- Издательство:Van Goor
- Жанр:
- Год:2016
- ISBN:9789000351091
- Рейтинг книги:3 / 5. Голосов: 1
-
Избранное:Добавить в избранное
- Отзывы:
-
Ваша оценка:
- 60
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
Het ministerie van oplossingen: краткое содержание, описание и аннотация
Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «Het ministerie van oplossingen»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.
Het ministerie van oplossingen — читать онлайн бесплатно полную книгу (весь текст) целиком
Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «Het ministerie van oplossingen», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.
Интервал:
Закладка:
Het Ministerie van Oplossingen
Voor Minte
ISBN 978 90 00 35109 1
ISBN 978 90 00 35110 7 (e-book)
NUR 283
© 2016 Van Goor
Uitgeverij Unieboek | Het Spectrum bv,
Postbus 97, 3990 DB Houten
www.unieboekspectrum.nl
deleukstekinderboeken
Tekst: Sanne Rooseboom
Illustraties: Mark Janssen
Omslagontwerp: Petra Gerritsen
Zetwerk binnenwerk: ZetSpiegel, Best
Een brief die gelezen moet worden
Nina had nog nooit eerder iets gestolen, zeker niet van haar vader. Maar nu moest het. Zijn tas stond naast de bank, open. Ze kon een randje van de brief zien. De tv stond aan, vanuit haar ooghoek zag ze hoe een presentatrice van het journaal voor een jury ronddanste in een roze jurk, maar Nina lette er niet op. Ze wiebelde met haar tenen in haar iets te grote, rode laarzen en staarde naar de tas. Ze wist dat ze die brief moest lezen. Maar wie steelt er nou van haar eigen vader?
Nina’s vader had de brief ’s middags meegenomen. Dat was op zich niet vreemd, want hij was postbode, een bijzonder grote postbode met een zwarte baard. Soms kon hij een brief niet bezorgen en dan moest die terug naar het postkantoor. Dan bestond het adres niet of woonde er iemand anders. Hij deed altijd erg zijn best om de brieven tóch op het juiste adres af te leveren. Hij had een keer de hele ochtend alle bakkers in de stad gebeld omdat hij een brief had voor ‘die leuke bakker met het gaatje in zijn oor.’ Na zestien telefoontjes had hij hem gevonden: de tompoezenbakker in de Meulenstraat. Die had een oorbel en was volgens zijn baas erg grappig. Nina’s vader probeerde mensen altijd te helpen, zo was de hele familie Zout.
Vandaag was er een brief in zijn tas beland voor het Ministerie van Oplossingen. Dat stond op de envelop. VOOR HET MINISTERIE VAN OPLOSSINGEN, meer niet.
‘Wat moet ik hier nou weer mee?’ had Nina’s vader gezegd en hij smakte de brief op tafel.
‘Wat is een ministerie ook alweer?’ Nina was bezig met haar huiswerk. Alle landen van Europa in één keer uit haar hoofd. Ze keek even naar de envelop en toen weer naar Slowakije, dat tussen Polen en Hongarije bleek te liggen.
‘Een onderdeel van de regering,’ zei haar vader.
‘Je kunt het adres toch opzoeken.’
‘Nee, er bestaat geen Ministerie van Oplossingen. Heel raar.’ Hij trok aan zijn baard, dat deed hij altijd als hij over iets ingewikkelds moest nadenken.
Nina pakte de brief op en trok aan haar paardenstaart, dat deed zíj altijd als ze over iets ingewikkelds moest nadenken. Het was een witte envelop, een beetje gekreukeld. Rondom de blauwe letters zaten kleine veegvlekjes van waar de inkt was doorgelopen in de regen. Ze hield hem omhoog, naar de lamp toe en zag hem zitten: een vierkant opgevouwen brief. Op de achterkant van de envelop stond bovenin in kleine, aan elkaar geschreven letters: RUBEN .
‘Ik breng hem morgen naar de postsorteerkamer,’ zei haar vader. ‘Misschien is het wel weer een actie van die rotkinderen.’
Al maanden had hij last van kinderen die flauwe grappen uithaalden. Ze hadden een keer een glas water leeggegoten in de postbodetas, toen Nina’s vader die even had neergezet tegen een boom. En ze strooiden kleine, witte punaises op het bospad waar hij elke dag overheen moest fietsen. Hij had één keer gevraagd of Nina er toevallig achter zat, maar dat was niks voor haar en dat wist haar vader eigenlijk ook wel. Nina zou het bospad verven of posters van bosmonsters ophangen aan de bomen. Geen punaises strooien.
‘Maar wat doet de postkamer er dan mee?’ Nina hield de brief nog steeds vast. Wat als het géén grap was? Het Ministerie van Oplossingen, wat klonk dat spannend.
‘Die sturen hem terug naar degene die hem geschreven heeft. Hij is hier in de stad op de bus gedaan.’
‘Maar er staat alleen “Ruben” op!’
‘Tja, dan sturen ze hem naar een ander ministerie misschien, in Den Haag,’ zei Nina’s vader. ‘Er zijn er heel veel.’ Hij pakte de brief uit haar handen en liet hem in zijn tas glijden.
‘Naar welk ministerie dan?’ vroeg Nina.
Haar vader haalde zijn schouders op. ‘Weet ik niet. Dat van Volksgezondheid misschien. Of van Economische Zaken.’
‘Maar dan komt hij misschien nooit bij de juiste persoon!’ Nina sprong op van de stoel en klom op de tafel. Haar laarzen bonkten op het houten tafelblad. Ze had vier paar: rode, blauwe, gele en een paar met bloemen. Ze droeg nooit andere schoenen. Laarzen waren ideaal, vond Nina. Ze konden vies worden, konden tegen water, je schopte ze in één beweging uit en ze stonden goed bij alles. Nu ze op de tafel stond, was Nina even lang als haar vader. ‘De familie Zout helpt toch waar dat kan?’ zei ze. ‘Denk aan opa Leo!’ Toen opa Leo zes jaar oud was, was hij heel erg ziek geweest. Hij hoestte en at al weken bijna niks. Zijn ouders waren wanhopig. Ze hadden alle dokters uit de stad op bezoek gehad, maar niemand wist wat er aan de hand was. Leo’s koorts werd hoger en hoger, totdat hij niet meer uit bed kon komen. Op een dag belde een lange man aan, hij had een litteken op zijn wang en een Vlaams accent. Hij stelde zich voor als dokter Verwaert en zei dat hij toevallig in de buurt was en had gehoord over het zieke jongetje op nummer 7. Hij onderzocht Leo, nam een beetje bloed af en ging weer weg. ’s Avonds stond hij opnieuw voor de deur, met een gratis doos pilletjes en daarna had niemand hem meer gezien. Toen Leo de pilletjes twee dagen had geslikt, zakte de koorts en werd hij weer helemaal beter. Hij groeide op, trouwde met oma, kreeg zes kinderen en werd Nina’s opa. Opa’s kinderen, en hún kinderen, wisten dat opa Leo er misschien wel niet was geweest zonder de hulp van die vreemde dokter. Dus hielpen ze zelf ook waar ze konden. Zo waren ze opgevoed.
‘Ik wil best helpen,’ verzuchtte Nina’s vader. ‘Maar een envelop zonder adres, die moet ik gewoon afgeven.’
‘Mag je hem niet houden?’ Nina wist het antwoord al voordat haar vader met zijn grote baard schudde. Postbodes die stiekem post hielden, werden ontslagen, dat had hij vaak genoeg verteld. Een brief kwijtraken, dan had je al een probleem. Een brief stélen, dat kon gewoon niet.
En nu stond die tas dus naast de bank, met de brief erin, aan een ministerie dat volgens haar vader niet bestond. Nina’s moeder was aan het werk. Die was kraamverzorgster en op de raarste tijden weg. Nina’s vader zat op de wc. Daar kon-ie uren zitten, dus niemand zou het zien als ze de brief zou pakken. Zo simpel was het, als je het knagende gevoel zou uitzetten waardoor Nina zich een doortrapte boef voelde. Een Ministerie van Oplossingen, fluisterde ze tegen de dansende presentatrice op tv. Maar een oplossing waarvoor dan? Zou er een probleem in de brief staan? En wie was Ruben? Een oude meneer? Of zou hij ook elf zijn? Ze voelde een spanningssteek in haar maag elke keer dat haar ogen langs de tas gleden, zoals het voelde op de dag voor haar verjaardag. Ze moest al een kwartier naar bed, maar elke keer dat ze overeind wilde komen, dacht ze aan wat er in de brief zou kunnen staan. En elke keer dat ze hem bijna te pakken had, liet ze zich weer op de bank zakken.
Want je mocht geen brief stelen.
Je mocht geen brief stelen van je vader.
En je mocht al helemaal geen brief stelen van je vader als die daardoor ontslagen kon worden.
Ze had het vermoeden dat ze weer een Nina-actie ging houden. Zo noemde haar moeder dat altijd. Ze had de wind in haar kop, dat zei mama ook. ‘Mijn dochter heeft weer eens de wind in haar kop!’ Vroeger dacht Nina dat dat echt zo was. Dan bleef ze heel stil zitten in de hoop dat ze het zou horen waaien, ergens tussen haar oren. Inmiddels wist ze dat haar moeder het niet letterlijk bedoelde. Ze had gewoon heel veel energie, heel veel zin in avontuur. Meestal zorgde ze zelf voor dat avontuur. Toen ze zeven was, had ze een hut gebouwd in de tuin, van hout en teddyberen, waar ze elke avond een uur in zat om heksensoep te koken. Toen ze acht was, was ze in elke boom in het park om de hoek geklommen, elk weekend een hogere. Toen ze negen was en tien had ze elk halfjaar haar kamer opnieuw ingericht en de meubels geverfd met waterverf. Nu was ze elf en overwoog ze een brief te stelen die er vreselijk spannend uitzag.
Читать дальшеИнтервал:
Закладка:
Похожие книги на «Het ministerie van oplossingen»
Представляем Вашему вниманию похожие книги на «Het ministerie van oplossingen» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.
Обсуждение, отзывы о книге «Het ministerie van oplossingen» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.