Mevrouw De Cock keek haar man aan. ‘Je had hem beter kunnen arresteren.’
De grijze speurder trok zijn schouders op.
‘Ik had het gevoel dat hij onschuldig was. En daarin heb ik achteraf gelijk gekregen. Toch heeft de dood van de tuinman mij erg aangegrepen. De oude man was mij sympathiek en ik bewonderde zijn loyaliteit ten opzichte van Isolde. Intuïtief voelde ik dat er tussen die twee mensen op Blijemeer een pakket van geheimen lag.’
Peter van Brenk wuifde wat ongeduldig.
‘Hoe ging het verder?’
De Cock krabde zich even achter in zijn nek.
‘Er gebeurden een paar dingen die Isolde niet in haar plannen had opgenomen. Tot haar verbijstering zag Igor kans om uit het Huis van Bewaring te vluchten. Ze wist dat hij voor een paar moorden was gearresteerd en achtte hem enkele jaren veilig opgesloten. Igor stelde zich dezelfde nacht nog met haar in verbinding en eiste van haar geld om naar het buitenland te kunnen ontsnappen. Isolde zei hem voor de zoveelste maal dat ze geen geld had en hem niet kon helpen… voordat oom Immanuel was gesneuveld. Maar met dat karwei moest Igor wel wachten tot zij haar taak op Blijemeer had volbracht.’
Vledder knikte begrijpend.
‘Daarom werd Igor in Bussum gesignaleerd en zag oom Immanuel hem rond zijn huis scharrelen.’
De Cock gebaarde in zijn richting.
‘Er gebeurde nog iets onverwachts… neef Izaak, een man met een Van Blijendijk-tik, zocht een moordenaar voor zijn tante Isolde… en stuitte op Igor. Dat was puur toeval. Izaak dacht dat zijn tante rijk was en had van de reputatie van Igor gelezen. Na het telefoongesprek vanuit de woning van Duitse Inge, nam Igor onmiddellijk contact op met zijn moeder Isolde en vertelde welke plannen Izaak had. Isolde nam geen halve maatregelen. Ze wachtte Izaak bij zijn thuiskomst op en sloeg hem zijn hersens in.’
Johnny Elberse grinnikte. ‘Dat was de tweede moord.’
‘En de laatste van Isolde. Igor maakte haar duidelijk dat hij het karwei beter af kon maken. Het was voor hem een zaak van alles of niets. Hij werd toch al voor een paar moorden gezocht… een moord meer of minder maakte hem niets uit. Bovendien beloofde hij Isolde om bij een eventuele arrestatie ook de moorden op de tuinman en Izaak op zijn conto te nemen. Ze droegen toch zijn signatuur. Isolde van Blijendijk ging op het voorstel van haar zoon in. De daaropvolgende nacht liet ze hem binnen…’
Vledder trok een ernstig gezicht.
‘… en Igor sloeg Ivo,’ vulde hij aan.
De Cock pauzeerde even om een slok van zijn cognac te nemen.
‘Tijdens onze dolle nachtelijke rit van Bussum naar Blijemeer,’ vervolgde hij, ‘werd mij alles duidelijk. Voor Ivo was dat te laat, maar ik wist dat het volgende slachtoffer Irmgard zou zijn. Ik nam contact met haar op en legde haar de situatie uit. Na wat aarzelingen beloofde ze haar medewerking te verlenen. Ze nam heimelijk intrek bij haar oudste zoon. Laat in de avond liet ze Vledder en mij via de tuin en de openslaande deuren van de vroegere kamer van Izaak binnen. We hadden een blonde pruik bij ons en een romp en de houten kop van een etalagepop. Irmgard leende ons haar rode peignoir en met enige fantasie plaatsten wij een pseudo-Irmgard in haar kamer en wachtten af…’ De Cock spreidde zijn beide armen. ‘De rest weten jullie.’
Er viel een lange stilte. De gebeurtenissen van de laatste nacht kwamen weer in ieders herinnering.
Mevrouw De Cock keek haar man aan.
‘Wordt Isolde weer beter?’
De grijze speurder knikte.
‘Haar verwondingen vallen erg mee. Een paar inwendige kneuzingen. Meer niet.’
‘En dan?’
De Cock schonk haar een droeve glimlach.
‘Het laatste woord heeft de rechter.’ Hij schonk nog eens in.
Spoedig werd het gesprek algemener, zakten de verschrikkingen van Blijemeer wat op de achtergrond.
Toen laat in de avond de jonge rechercheurs waren vertrokken, zakte De Cock terug in zijn fauteuil. Zijn vrouw schoof een poef bij en keek naar hem op. ‘Was ik je dit keer bijna kwijt.’
Haar man glimlachte.
‘Onkruid vergaat niet.’ Hij nam een eveloppe uit de binnenzak van zijn colbert. ‘Ik heb een brief gekregen.’ Hij trok een blaadje uit de enveloppe en las hardop:
Lieve meneer De Cock,
ik vind het eigenlijk wel jammer, dat het allemaal is afgelopen. Ik vond het best spannend op Blijemeer. Verder hoop ik echt dat u mij nooit uw rug toedraait. En als u dat doet, wees dan niet bang. Ik ben een Van der Molen.
Penny
Greepje: vingerafdruk