Albert Baantjer - De Cock en de dartele weduwe
Здесь есть возможность читать онлайн «Albert Baantjer - De Cock en de dartele weduwe» весь текст электронной книги совершенно бесплатно (целиком полную версию без сокращений). В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Город: Baarn, Год выпуска: 2006, ISBN: 2006, Издательство: De Fontein, Жанр: Детектив, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.
- Название:De Cock en de dartele weduwe
- Автор:
- Издательство:De Fontein
- Жанр:
- Год:2006
- Город:Baarn
- ISBN:90-261-2209-8
- Рейтинг книги:3 / 5. Голосов: 1
-
Избранное:Добавить в избранное
- Отзывы:
-
Ваша оценка:
- 60
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
De Cock en de dartele weduwe: краткое содержание, описание и аннотация
Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «De Cock en de dartele weduwe»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.
De Cock en de dartele weduwe — читать онлайн бесплатно полную книгу (весь текст) целиком
Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «De Cock en de dartele weduwe», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.
Интервал:
Закладка:
“ik hou het netjes.”
De Cock zwaaide om zich heen.
“Het lijkt of het seksbedrijf jaarlijks nog groeit. Er komen steeds meer hoerententen bij. Toen ik aan de Warmoesstraat begon, zat zo hier en daar een hoertje. Verder waren de huizen gewoon bewoond.”
Vledder snoof. De jonge rechercheur ergerde zich wanneer zijn oudere collega nostalgie bedreef.
“In de jaren dat jij aan de Warmoesstraat begon,” reageerde hij fel, “had men nog nooit van junks gehoord en vreemdelingen waren toeristen.”
“En de misdaad stond op een laag pitje,” vulde De Cock aan. Vledder zwaaide.
“Dan had jij ervoor moeten zorgen dat het pitje van de misdaad laag bleef.”
Toen ze nog steeds kibbelend de hal van het politiebureau in de Warmoesstraat binnenliepen, wenkte Jan Rozenbrand vanachter de balie met een kromme vinger naar De Cock. De oude rechercheur liep op hem toe.
“Heb je mij iets prettigs te vertellen?”
vroeg hij met een zoete ondertoon.
De wachtcommandant gromde.
“Iets prettigs kan je hier niet verwachten, dat weet je. Voor de balie aan de Warmoesstraat verschijnen alleen maar mensen met ellende.”
De Cock grinnikte.
“En voor hen straalt de wachtcommandant als een koesterend zonnetje.”
Jan Rozenbrand proefde de spot. Hij wees omhoog.
“Boven zit een vent op je te wachten.”
De Cock gniffelde.
“Met ellende?”
“De man zei dat hij jou verslag kwam uitbrengen.”
De Cock maakte een grimas.
“Ik weet niks van een verslag. Maar ik ga wel even naar hem kijken.”
Hij wees gebiedend naar Jan Rozenbrand.
“Hou het voor de rest van de avond rustig. Ik wil vandaag wel eens op tijd naar huis,” verzuchtte hij. De wachtcommandant keek hem nors aan.
“Ik kan je niets beloven.”
Opmerkelijk kwiek besteeg de oude rechercheur de trappen naar de tweede etage. Vledder volgde met luchtige tred. Op de bank bij de toegangsdeur tot de grote recherchekamer zat een stevig gebouwde man. De Cock herkende de tentenspecialist Marinus Veldhuizen en herinnerde zich de afspraak die hij met de man en zijn echtgenote had gemaakt. De oude rechercheur ging hem voor naar de grote recherchekamer en liet hem op de stoel naast zijn bureau plaatsnemen.
“Ik had u nog niet zo snel verwacht,” opende hij. Marinus Veldhuizen knikte.
“Mijn vrouw Mien en ik hadden niet zoveel tijd nodig om na te gaan met wie wij de afgelopen week in contact waren geweest. Zo’n druk bestaan hebben wij niet meer.”
De Cock glimlachte.
“Jullie zitten met z’n tweeën toch nog niet achter de geraniums?”
Veldhuizen schudde zijn hoofd.
“Maar sinds Charles de Rusconie mijn bedrijf heeft ingeslikt, hebben we toch niet zoveel meer om handen.”
De Cock keek hem schuins aan.
“Nog geen nieuw bedrijf gesticht?”
Veldhuizen trok een bedenkelijk gezicht.
“Dat stamp je niet zomaar uit de grond.”
Hij pakte uit de binnenzak van zijn colbert een wat verkreukeld blocnotevelletje. Hij legde het op het bureau van De Cock en streek het met de rug van zijn hand glad.
“Ik heb feitelijk niet zoveel te melden.”
De Cock tuitte zijn lippen.
“Dat is jammer.”
Veldhuizen keek op het papiertje.
“Ik heb van de week met een paar van mijn vroegere werknemers gesproken. Ik heb hen gepolst over een eventuele doorstart van ons bedrijf.”
“En?”
“Er waren erbij die inmiddels alweer emplooi bij een andere tentenmakerij hadden gevonden.”
“Begrijpelijk.”
“Ik kan ze dat ook niet kwalijk nemen,” zei Veldhuizen. De Cock boog zich iets naar hem toe.
“Heeft die vroegere juridische adviseur van Charles de Rusconie nog eens contact met u opgenomen?”
“Casper van de Broek?”
“Ja.”
Veldhuizen schudde zijn hoofd.
“Mien, mijn vrouw, vond het achteraf kwalijk dat wij u niets hadden verteld van hetgeen die Casper van de Broek ons van zijn privé-leven had verteld.”
De Cock trok een denkrimpel in zijn voorhoofd.
“Privé-leven? Was hij zo vertrouwelijk met jullie?”
“Nee, maar Casper van de Broek was echt helemaal in de war,” sprak Veldhuizen ernstig.
“De problemen, waarmee hij had te kampen, zaten hem blijkbaar zo hoog, dat hij er uit zichzelf over begon te praten. Vooral door de vragen die mijn vrouw hem stelde, kwam hij helemaal los.”
“Die problemen waren?”
Marinus Veldhuizen zuchtte.
“Casper van de Broek is een homo.”
De Cock knikte.
“Dat was ons bekend.”
Veldhuizen leunde iets voorover.
“Casper van de Broek heeft vele jaren een goede en betrouwbare vriend gehad. Een paar jaar geleden is hij verliefd geworden op ene…”
Hij raadpleegde zijn verfrommelde briefje.
“Ene Maurice Grotebroek. Die raakte aan de drugs, bleef soms dagen zonder opgaaf van reden weg, kwam berooid en vervuild terug en dan had Van de Broek dagen nodig om hem weer een beetje op te knappen. Ook jatte die jongen voortdurend en dan moest…”
Om het verhaal in te korten onderbrak De Cock hem.
“Casper van de Broek werd vermoord.”
Marinus Veldhuizen reageerde geschokt.
“Vermoord?”
“Ja.”
“Heeft hij het toch gedaan.”
“Wie?”
“Die Maurice. Van de Broek was al bang dat het eens zou gebeuren.”
De Cock glimlachte.
“Veel van hetgeen u ons vertelde, hadden wij reeds achterhaald. We hebben gesproken met de ex-vriend van Van de Broek, die wél betrouwbaar is.”
“Die uit Parijs?”
“Ja.”
“Daar zou hij heen om een paar dagen bij te trekken.”
De Cock wees naar het blocnotevelletje.
“Hebt u nog meer?”
Veldhuizen pakte het papiertje op en borg het terug in de binnenzak van zijn colbert.
“Ik heb het maar niet opgeschreven.”
“Wat.”
“Een klant van mij, die eer tijd geleden een kwaliteitstentje van mij kocht, kwam twee nieuwe tentharingen bij mij ophalen.”
“Bij u thuis?”
“Ja.”
“Wanneer?”
“De dag dat ik Charles de Rusconie in zijn kantoor de huid vol schold.”
“Hoe heet die klant?”
“Van der Putten…Boris van der Putten.”
12
Nadat Marinus Veldhuizen wat aarzelend met zijn gekreukelde spiekbriefje de grote recherchekamer had verlaten, keek Vledder met een brede grijns op zijn gezicht naar De Cock.
“Boris van der Putten,” riep hij bijna juichend.
“Jij liet hem na het verhoor gaan. Jij zag geen enkele reden om hem vast te houden. Een omissie…een verzuim.”
Het klonk als een verwijt.
“Een proces-verbaal terzake een simpele stalking,” ging hij beschuldigend verder, “gewoon naar de officier van justitie gezonden…meer zat er volgens jou niet in. En die officier van justitie, zo was jouw oordeel, zou beslist tot seponering van de zaak overgaan.”
De Cock luisterde geamuseerd toe.
“Het is beslist niet nodig,” reageerde hij kalm, “dat jij op zo’n neerbuigende toon tegen mij tekeergaat. Dat is volkomen misplaatst.”
Vledder spreidde zijn armen.
“En die twee tentharingen dan! Die twee belastende tentharingen,” sprak hij gejaagd, “die Boris van der Putten kort voor de moorden op De Rusconie en Van de Broek bij Marinus Veldhuizen kwam ophalen? Wat doe je met dat gegeven?”
De Cock gebaarde achteloos.
“Waar heb je een tentharing voor nodig? Om er een tent mee vast te zetten. Daar zijn die dingen voor.”
Vledder schudde zijn hoofd.
“Dat is geklets, De Cock,” reageerde hij fel.
“Er zijn met twee van die tentharingen twee moorden gepleegd en Boris had gedreigd De Rusconie te vermoorden als Charlotte van Hoogendoorn haar verhouding met hem niet verbrak.”
De Cock zuchtte.
“Dat hebben wij hem toch ten laste gelegd,” sprak hij docerend.
Читать дальшеИнтервал:
Закладка:
Похожие книги на «De Cock en de dartele weduwe»
Представляем Вашему вниманию похожие книги на «De Cock en de dartele weduwe» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.
Обсуждение, отзывы о книге «De Cock en de dartele weduwe» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.