Albert Baantjer - Een schot in de roos
Здесь есть возможность читать онлайн «Albert Baantjer - Een schot in de roos» весь текст электронной книги совершенно бесплатно (целиком полную версию без сокращений). В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Город: Amsterdam, Год выпуска: 2011, ISBN: 2011, Издательство: Lebowski, Жанр: Детектив, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.
- Название:Een schot in de roos
- Автор:
- Издательство:Lebowski
- Жанр:
- Год:2011
- Город:Amsterdam
- ISBN:978-90-488-0840-3
- Рейтинг книги:4 / 5. Голосов: 1
-
Избранное:Добавить в избранное
- Отзывы:
-
Ваша оценка:
- 80
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
Een schot in de roos: краткое содержание, описание и аннотация
Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «Een schot in de roos»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.
Een schot in de roos — читать онлайн бесплатно полную книгу (весь текст) целиком
Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «Een schot in de roos», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.
Интервал:
Закладка:
‘U was hier gisteren ook al, is het niet?’
‘Hebt u ons gezien?’ glimlachte Van Opperdoes.
Ze keek samenzweerderig. ‘Is er wat met hem aan de hand?’
Van Opperdoes trok een onschuldig gezicht. ‘Met wie?’
Ze wees naar boven, de sleutels nog steeds in haar hand. ‘Die jongen boven. Michael.’
‘U kent hem?’
Ze haalde haar broze schouders op. ‘Een beetje.’
‘Wanneer hebt u hem voor het laatst gezien?’
‘Gezien?’ Peinzend legde ze haar vinger langs haar neus. ‘Oei, dan moet ik even nadenken. Dat is wel een paar dagen geleden, dat ik hem heb gezien.’
Van Opperdoes hield zijn hoofd wat schuin. ‘Weet u misschien nog wanneer dat precies was?’
Ze schudde haar hoofd. Haar grijze haar golfde heen en weer, waardoor er een zachtpaarse gloed op verscheen.
‘Ik moet even goed nadenken. Dat was dus een dag of… ach, wat zal het zijn… drie, vier geleden. Toen heb ik hem gezien, hè!’ Ze stak haar vinger waarschuwend op.
‘Maar gehoord… dat is iets anders. Ik heb iemand in het huis gehoord. Het zijn wel mooie woningen, meneer, maar het is toch gehorig. Ik hoorde iemand heen en weer lopen. Ik ben wel oud, maar nog niet doof, hoor.’
‘Wanneer was dat?’
‘Vannacht. Om drie uur. Ik slaap nogal slecht, weet u. Dan wil ik wel slapen… maar lukt het gewoon niet. Soms zit ik de halve nacht tv te kijken. Bevalt me niks. Allemaal blote meiden, die een beetje dom in de camera kijken. Het zal je kind maar zijn, meneer. Ik moet er niet aan denken. Probeer je ze goed op te voeden, eindigen ze in zo’n ranzig televisieprogramma waar vieze mannetjes ’s nachts naar zitten te kijken.’
Ze keek Van Opperdoes vriendelijk aan.
‘U bent van de politie, toch? Recherche zeker?’
‘Dat ben ik, mevrouw.’
Ze zette bedachtzaam haar boodschappenkarretje neer en begon haar sleutels op te bergen.
‘Ik heb niks tegen de politie. Integendeel. Toen er ingebroken was, verleden jaar, hebben jullie het horloge van mijn overleden man teruggevonden.’ Ze keek hem met warme ogen aan.
‘Dat heb ik altijd bij me, sindsdien.’
‘Heel verstandig. Maar even over vannacht…’
‘Drie uur was het.’
‘Drie uur. U hoorde iemand.’
‘Voetstappen. Hoor ik wel vaker.’
Van Opperdoes knikte begrijpend. ‘Maar u weet niet wie het was.’
Ze keek Van Opperdoes schalks aan. ‘Zodra ik door plafonds heen kan kijken, bent u de eerste die het hoort, dat beloof ik.’
‘Ik kan niet wachten.’
‘Misschien was het Michael wel, maar misschien was het iemand anders. Ik ben niet zo’n nieuwsgierig mens die dan voor het raam gaat kijken of er iemand naar buiten komt. Ik zat lekker in mijn luie stoeltje naar die stomme tv te kijken.’
‘En verder is u ook niets opgevallen, de laatste tijd?’
Ze aarzelde.
‘Het was wel druk altijd. Mensen die ’s nachts aanbelden. Dat soort dingen.’
Van Opperdoes en Jacob keken elkaar even aan. ‘Junks?’
‘Zijn dat van die schichtige, magere, onverzorgde types? Nee… dit waren geen junks. Maar wel jongens voor wie ik de vitrage een beetje dichtdeed.’
Jacob boog iets naar voren. ‘Wat voor jongens? Criminelen?’
‘Snelle schoenen, snelle auto’s. Dure auto’s ook. Dat soort jongens. En maar sjouwen met spullen.’
Ineens viel het kwartje bij Van Opperdoes. Tijdens hun eerste bezoek aan de woning had hij al een vreemd gevoel gehad dat er iets niet klopte. Nu wist hij wat het was.
Michael was een jonge man, die jonge vrienden had. Dat was hem opgevallen; de woning zag er te netjes uit. Alsof het een soort hotelkamer was, die elke dag weer in dezelfde staat wordt teruggebracht.
‘Was hij er elke dag?’
Ze schikte wat aan haar grijze haar. ‘Nou ja, ook wel vaak niet, hoor. Maar u denkt dat ik iemand ben die de hele dag mensen in de gaten houdt. Zo ben ik helemaal niet.’
Van Opperdoes glimlachte begrijpend. ‘Natuurlijk niet.’
Ze wees naar de Middenweg. ‘En nu moet u ophouden met vragen stellen, want ik ga boodschappen halen. Koekjes bij de banketbakker, en misschien wat nootjes naast Schep. Mijn kleindochter komt vanmiddag op bezoek, weet u.’
‘U boft er maar mee.’
‘Noem dat maar boffen. Ik heb acht van die kleinkinderen. Heerlijk hoor, het is elke keer een feest. Maar weet je wel wat die koekjes kosten?’
Ze gaf een knipoog en schuifelde langzaam in de richting van de Middenweg. Haar boodschappenkarretje had iets weg van een onwillig hondje, dat ze tegen zijn zin achter zich meetrok.
IJsselstein, de digitale rechercheur, keek op van het scherm en drukte op een pauzeknop. Hij schudde met zijn hoofd en veegde vermoeid in zijn ogen.
‘Weet je dat ik hier gek van word? Uren achter elkaar mensen die langslopen, en maar kijken of iemand iets in de vuilnisbak gooit.’
Peter van Opperdoes klopte hem goedkeurend op de schouder. ‘Nog niets gezien?’
IJsselstein wees op het scherm. ‘Mensen genoeg die troep in de prullenbak gooien. Het probleem is dat ze op dat moment zo’n beetje met hun rug naar de camera staan. Dat heeft twee nadelen…’
Van Opperdoes dacht mee. ‘Dat je niet ziet wat ze weggooien… en dat je hun gezicht niet ziet.’
IJsselsteins gezicht betrok. ‘Jij zou rechercheur moeten worden, weet je dat?’
‘Ik weet het. Maar je moet toch doorgaan met kijken. Misschien hebben we geluk.’
De digitale rechercheur hield zijn horloge omhoog. ‘Ik vind het best, straks gaat mijn overwerk in.’
Jacob legde de envelop van de telefoonmaatschappij op tafel.
‘Volgens deze rekening heeft de vermiste nog een telefoon. Kun jij kijken of die nog actief is?’
IJsselstein fronste en nam de rekening uit de envelop. ‘Mmm… redelijk recent. Ik zal eens kijken. Wat wil je ermee?’
Van Opperdoes begon te lachen. ‘Als ik je vertel wat ik wil, ga je me weer hard uitlachen, omdat ik dan allemaal dingen wil die niet kunnen.’
‘Natuurlijk. Maar daarom mag je het me wel vragen. Ik kan wel wat humor gebruiken. Dus, nou… wat wil je?’
‘Ik ga het je gewoon vragen. Ik wil weten waar die telefoon nu is.’
De behoedzame uitdrukking van de oude rechercheur deed IJsselstein in luid gelach uitbarsten. ‘Je zou je gezicht moeten zien. Nou, dat kan.’
Ook Jacob moest lachen. ‘Laat hem nou maar. Hij weet nou eenmaal niet veel van de laatste snufjes.’
Van Opperdoes bromde. ‘Daar heb ik anderen voor, die dat voor me bijhouden. Ik ben weer goed in andere dingen.’
‘Tuurlijk. Wat wil je dat ik met die beelden doe?’
Op het computerscherm was het stilstaande beeld van de Westerstraat zichtbaar. Het was schemerig en er liepen weinig mensen. De vuilnisbak waar de telefoon in was gegooid, stond er eenzaam bij.
Van Opperdoes keek ernaar en zuchtte diep, voor hij een beslissing nam. ‘We kunnen maar één ding tegelijk. Die telefoon is nu even belangrijker.’
Opgetogen klikte IJsselstein de computer uit. ‘Kom straks maar terug, dan weet ik meer.’
Peter van Opperdoes beklom langzaam de trappen van het bureau. Zijn knieën speelden nog steeds op, een teken dat hij nog niet op de goede weg was. Hij opende de deur naar het balkon van het bureau, hoog boven het water van de Singelgracht. Hij nam een paar diepe teugen van de heldere avondlucht. Ver beneden zich zag hij Jacob wegrijden, op weg naar een speciaal adresje om eten te halen. Als het op eten aankwam, kenden rechercheurs moeiteloos de beste plekjes van Amsterdam.
‘Kom je eruit?’ vroeg zijn vrouw.
Van Opperdoes leunde tegen de kantelen van het gebouw, die de Raampoort de uitstraling van een oud kasteel gaven.
‘Het is lastig. Ik word van links naar rechts geduwd, en ik heb geen idee welk spel er wordt gespeeld.’
‘Net een schaakspel…’
Читать дальшеИнтервал:
Закладка:
Похожие книги на «Een schot in de roos»
Представляем Вашему вниманию похожие книги на «Een schot in de roos» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.
Обсуждение, отзывы о книге «Een schot in de roos» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.