Johan Huizinga - Herfsttij der Middeleeuwen

Здесь есть возможность читать онлайн «Johan Huizinga - Herfsttij der Middeleeuwen» весь текст электронной книги совершенно бесплатно (целиком полную версию без сокращений). В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Жанр: Старинная литература, nld. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.

Herfsttij der Middeleeuwen: краткое содержание, описание и аннотация

Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «Herfsttij der Middeleeuwen»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.

Herfsttij der Middeleeuwen — читать онлайн бесплатно полную книгу (весь текст) целиком

Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «Herfsttij der Middeleeuwen», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.

Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Een onuitgegeven werk der vijftiende eeuw verbeeldt het mystisch huwelijk der ziel met den hemelschen bruidegom in de termen van een burgerlijke vrijaadje. Jezus, de bruidegom, zegt tot God Vader: "S'il te plaist, je me mariray et auray grant foueson d'enfans et de famille." De Vader maakt bezwaren, want de keuze des Zoons is gevallen op een zwarte Ethiopische; hier speelt het woord van het Hooglied onder: "Nigra sum sed formosa". Het zou een mésalliance zijn en een oneer voor de familie. De engel, die als hijlikmaker optreedt, doet een goed woord voor de bruid. "Combien que ceste fille soit noire, neanmoins elle est gracieuse, et a belle composicion de corps et de membres, et est bien habile pour porter fouezon d'enfans." De Vader antwoordt: "Mon cher fils m'a dit qu'elle est noire et brunete. Certes je vueil que son espouse soit jeune, courtoise, jolye, gracieuse et belle et qu'elle ait beaux membres." Nu prijst de engel haar aangezicht en al haar leden, dat zijn de deugden der ziel. De Vader geeft zich gewonnen, en spreekt tot den Zoon:

"Prens la, car elle est plaisant Pour bien amer son doulx amant; Or prens de nos biens largement, Et luy en donne habondamment." [562]

Aan den ernst en de stichtelijke bedoeling van dit werk valt geen oogenblik te twijfelen. Het is enkel een bewijs, tot welke triviale voorstellingen de onbeteugelde uitwerking der verbeelding leiden kon.

Iedere heiligenfiguur had door haar welbepaald, direct sprekend beeld een individueel karakter, [563]in tegenstelling met de engelen, die met uitzondering der drie groote aartsengelen volkomen onverbeeld bleven. De individualiteit der heiligen werd nog versterkt door de speciale functie, die aan verscheiden hunner toekwam: tot dezen wendde men zich in een bepaalden nood, tot genen om genezing eener bepaalde ziekte. Veelal had een trek uit de legende of een attribuut van het beeld de aanleiding gegeven tot die specialiseering, zooals bij voorbeeld, als Sinte Apollonia tegen kiespijn werd aangeroepen, wie zelve in haar martelie de kiezen waren uitgetrokken. Was eenmaal de goedgunstige taak der heiligen zoo verbijzonderd, dan kon het niet uitblijven, of er kwam in hun vereering een half mechanisch element. Hoorde eenmaal de genezing der pest tot het ambtsgebied van Sint Rochus, dan werd bijna onvermijdelijk de actie van den heilige in dezen te direct opgevat, en liep de gansche, door de Kerk gevorderde, gedachtenschakel, dat de heilige door zijn voorbidding bij God de genezing wrocht, gevaar om uit te vallen. Met name was dit het geval bij de vereering der veertien (soms ook vijf, acht, tien of vijftien) Noodhelpers, die in het laatst der Middeleeuwen zoo sterk op den voorgrond kwam. Sint Barbara en Sint Christophorus, de meest afgebeelde van allen, hooren ertoe. Aan deze veertien had God naar de voorstelling van het volksgeloof toegestaan, dat hunne aanroeping iedereen zou vermogen te redden uit onmiddellijk dreigend gevaar.

"Ilz sont cinq sains, en la genealogie, Et cinq sainctes, a qui Dieux octria Benignement a la fin de leur vie. Que quiconques de cuer les requerra En tous perilz, que Dieux essaucera Leurs prieres, pour quelconque mesaise. Saiges est donc qui ces cinq servira, Jorges, Denis, Christofle, Gille et Blaise." [564]

Voor het volksbesef moest krachtens deze delegatie der almacht en de oogenblikkelijkheid der werking elke gedachte aan de louter voorsprekende functie der heiligen geheel wegvallen; de Noodhelpers waren de procuratiehouders der godheid geworden. Verschillende missalen uit het einde der Middeleeuwen, die het officie der veertien Noodhelpers behelzen, spreken het bindend karakter van hunne tusschenkomst duidelijk uit: "Deus qui electos sanctos tuos Georgium etc. etc. specialibus privilegiis prae cunctis aliis decorasti, ut omnes, qui in necessitatibus suis eorum implorant auxilium, secundum promissionem tuae gratiae petitionis suae salutarem consequantur effectum." [565]Vandaar dat de Kerk na Trente de mis der veertien Noodhelpers als zoodanig verboden heeft, van wege het gevaar, dat het geloof hier zich als aan een talisman zou hechten. [566]Inderdaad gold reeds het dagelijks aanschouwen van een geschilderden of gebeeldhouwden Christophorus als genoegzame behoeding voor een noodlottig einde. [567]

Vraagt men, wat de aanleiding kan zijn geweest, dat juist deze veertien zulk een compagnie des heils zijn gaan vormen, dan valt het op, dat allen in hun beeltenis iets sensationeels hadden, dat de verbeelding prikkelde. Achatius zag men met een doornenkroon, Aegidius met een hinde, Sint Joris met den draak, Blasius in een hol met wilde dieren, Christoffel als een reus, Cyriacus met den duivel aan een ketting, Dionysius met zijn hoofd in den arm, Erasmus in zijn gruwelijke marteling met de windas, die hem de darmen uittrekt, Eustachius met het kruisdragend hert, Pantaleon als geneesheer, met een leeuw, Vitus in een ketel, Sint Barbara met haar toren, Catharina met het rad en het zwaard, Margareta met een draak. [568]Het zou niet onmogelijk zijn, dat de bijzondere opmerkzaamheid voor deze veertien van het treffende in hun beeld haar uitgangspunt had genomen.

Tal van heiligennamen waren verbonden geraakt aan bepaalde ziekten, zooals Sint Antonie aan verschillende vurige huidziekten, Sint Maurus aan de jicht, Sint Sebastiaan, Sint Rochus, Sint Aegidius, Sint Christoffel, Sint Valentijn en Sint Adriaan aan de pest. Hier school nog een ander gevaar voor ontaarding van het volksgeloof. Het euvel heette naar den heilige: Sint Antonies vuur, "mal de Saint Maur" en tallooze dergelijke. De heilige stond dus bij het denken aan de ziekte van aanvang af op den voorgrond der gedachte. Dat denken was geladen met heftige gemoedsbeweging; vooral waar het de gevreesde pest gold. De pestheiligen werden in de vijftiende eeuw druk vereerd: met officiën in de kerken, met processies, met broederschappen, een geestelijke ziekteverzekering als 't ware. Hoe licht kon nu het sterke besef van Gods toorn, dat door iedere epidemie werd gewekt, overslaan op den heilige, die de voorstelling in beslag nam. Niet Gods ondoorgrondelijke rechtvaardigheid heeft de ziekte veroorzaakt, maar de toorn van den heilige is het, die haar zendt en verzoening eischt. Wanneer hij ze geneest, waarom zal hij haar dan ook niet veroorzaken? Zoo was een heidensche verplaatsing van het geloof uit de religieus ethische in de magische sfeer gegeven, waarvoor de Kerk enkel in zooverre aansprakelijk kon worden gesteld, als zij er niet genoeg rekening mee hield, hoe haar zuivere leer vertroebelde in een onwetenden geest. Rabelais vertelt van volkspredikers, die der gemeente Sint Sebastiaan voorhielden als den veroorzaker der pest, Sint Eutropius (wegens de assonantie met ydropique?) als dien der waterzucht. [569]De werkelijke aanwezigheid van zulk een voorstelling wordt gestaafd door meer dan één getuigenis. Eustache Deschamps laat den door huidziekte geplaagden bedelaar zeggen:

"Saint Anthoine me vent trop chier Son mal, le feu ou corps me boute", [570]

en den jichtige voegt hij toe: wel, als ge niet loopen kunt, spaart ge weggeld uit:

"Saint Mor ne te fera fremir." [571]

In zijn hoongedicht De validorum per Franciam mendicantium varia astucia beschrijft Robert Gaguin de bedelaars aldus: "Deze valt ter aarde, terwijl hij stinkend speeksel opgeeft, en bazelt, dat dit het wonderwerk van Sint Jan is. Anderen worden door Sint Fiacrius, den kluizenaar, met puisten gekweld; gij, o Damianus, belemmert de waterloozing. Sint Antonie brandt hun de gewrichten met jammerlijk vuur, Sint Pius maakt hen kreupel en lam." [572]

"Sainct Anthoine arde le tripot! Sainct Anthoine arde la monture!" [573]In verwenschingen als deze is de heilige geheel een booze vuur-demon geworden.

Zelfs de bejegening der godheid zelf kan door deze fetichistische voorstelling aangetast worden. Te Haarlem wordt in 1492 een knaap uit de Groningsche Ommelanden terechtgesteld, die na zijn geld bij het dobbelen verloren te hebben, een kerk was binnengeloopen en twee dolksteken had toegebracht aan het beeld van den Gekruisigde. [574]

Читать дальше
Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Похожие книги на «Herfsttij der Middeleeuwen»

Представляем Вашему вниманию похожие книги на «Herfsttij der Middeleeuwen» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.


Отзывы о книге «Herfsttij der Middeleeuwen»

Обсуждение, отзывы о книге «Herfsttij der Middeleeuwen» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.

x