Er wordt een film gedraaid over Julius Caesar(снимается фильм о Юлии Цезаре; draaien – вертеть/ся/, вращать/ся/, крутить/ся/: een film draaien – снимать фильм ) . Tijdens de opnamen(во время съемок) ziet de regisseur opeens(видит режиссер вдруг) dat een van de acteurs een polshorloge draagt(что один из актеров носит /наручные/ часы; pols – пульс iemand de pols voelen – щупать пульс у кого-либо; запястье; horlóge – часы /наручные, карманные/ ).
– Stop! Roept de regisseur. – We draaien een film over het Oude Rome(мы снимаем фильм о Древнем Риме) . Toen bestonden nog geen horloges(тогда еще не существовали часы; bestaan – существовать )!
– Ja maar, – zegt de acteur, – mijn horloge heeft Romeinse cijfers(да, однако, говорит актер, у моих часов римские цифры).
Er wordt een film gedraaid over de Julius Caesar. Tijdens de opnamen ziet de regisseur opeens dat een van de acteurs een polshorloge draagt.
– Stop! roept de regisseur. – We draaien een film over het Oude Rome. Toen bestonden nog geen horloges!
– Ja maar, – zegt de acteur, – mijn horloge heeft Romeinse cijfers!
Honderdjarige
(Столетний)
Een reporter heeft een gesprek met een honderdjarige(один журналист имеет беседу со столетним) :
– Hoe komt het dat u zo oud geworden bent(как получилось, что вы таким старым стали = дожили до такого возраста)?
– Ik rook niet(я не курю) , drink niet(не пью) en ga altijd vroeg slapen(и иду = ложусь всегда рано спать).
– Doet u dan niets verkeerd(делаете вы тогда ничего неправильного = значит, вы не делаете ничего неправильного)?
– Jawel(конечно же да = делаю) ! Ik lieg(я лгу)!
Een reporter heeft een gesprek met een honderdjarige.
– Hoe komt het dat u zo oud geworden bent?
– Ik rook niet, drink niet en ga altijd vroeg slapen.
– Doet u dan niets verkeerd?
– Jawel! Ik lieg!
Zondvloed
(Всемирный потоп)
De meester vertelt het bijbelse verhaal(учитель рассказывает библейский рассказ; vertellen ) van de ark van Noach(о Ноевом ковчеге).
– Tijdens de zondvloed verdronk iedereen(во время Потопа каждый утонул; zonde – грех; vloed – прилив: het wordt vloed – начинается прилив; verdrinken ) . Alleen Noach en de mensen en dieren die in de ark verbleven, overleefden(только Ной, и люди, и звери, которые находились/пребывали в ковчеге, выжили; verblijven – пребывать, оставаться; проживать ) , – zegt de meester(говорит учитель).
– Maar hoe liep het dan af met de vissen? – vraagt Jantje(а как тогда это закончилось для рыб/а что произошло с рыбами? спрашивает Янтье; lopen – бежать; идти, ходить; aflopen – истекать, оканчиваться ).
De meester vertelt het bijbelse verhaal van de ark van Noach.
– Tijdens de zondvloed verdronk iedereen. Alleen Noach en de mensen en dieren die in de ark verbleven, overleefden, – zegt de meester.
– Maar hoe liep het dan af met de vissen? – vraagt Jantje.
Oskar legt examen biologie af(Оскар сдает экзамен по биологии: afleggen – складывать; снимать /одежду/; een examen afleggen – сдавать экзамен ) . De laatste vraag luidt(последний вопрос звучит) : „Van welke vogel zijn de pootjes die u op deze foto te zien krijgt(какой птице принадлежат лапки, которые на этой фотографии представлены вам для просмотра: «вы получаете увидеть = имеете возможность увидеть») ?”
Hij weet dat niet en de leraar zegt dat hij kan gaan(он не знает этого, и учитель говорит, что он может идти) . Voor hij het lokaal verlaat(перед тем, как он покидает класс; verlaten – оставлять, покидать ) vraagt de leraar(учитель спрашивает) :
– Hoe was uw naam ook alweer(как было ваше имя опять = как там вас зовут)?
Oskar trekt zijn broekspijpen op(Оскар подтягивает штанины своих брюк вверх) , toont zijn benen en zegt(показывает свои ноги и говорит) :
– Raad eens(угадай-ка; raden – советовать; отгадывать )!
Oskar legt examen biologie af. De laatste vraag luidt: „Van welke vogel zijn de pootjes die u op deze foto te zien krijgt?” Hij weet dat niet en de leraar zegt dat hij kan gaan. Voor hij het lokaal verlaat vraagt de leraar:
– Hoe was uw naam ook alweer?
Oskar trekt zijn broekspijpen op, toont zijn benen en zegt:
– Raad eens!
Onder kamelen
(Между верблюдами)
Een kameel vraagt aan zijn ma(верблюд спрашивает у своей мамы) :
– Zeg ma, waarom hebben wij zulke platte voeten(скажи мам, почему у нас такие плоские ступни)?
– Dat is om niet om te vallen(это чтобы не упасть) als je door het mulle zand van de woestijn loopt, liefje(когда ты идешь по зыбкому песку пустыни, голубчик; mul – рыхлый, сыпучий ).
– En waarom hebben we zulke lange wimpers(а почему у нас такие длинные ресницы)?
– Dat dient om het zand uit je ogen te houden(это служит, чтобы песок из твоих глаз удерживать = чтобы защищать твои глаза от пыли/песка).
– En waarom hebben we zulke grote bulten(а почему у нас такие большие горбы)?
– In die bulten zit eten en drinken, zodat je geen honger en dorst hoeft te lijden in de woestijn(в тех горбах находится еда и питье, чтобы тебе не пришлось голодать и жаждать в пустыне: hoeven – /употр. только с отрицанием/ долженствовать, быть обязанным /что-либо делать/; иметь необходимость: het hoeft niet meer – в этом нет больше необходимости ).
Читать дальше
Конец ознакомительного отрывка
Купить книгу