Margaret Weis - De Draken van de Lentedooi

Здесь есть возможность читать онлайн «Margaret Weis - De Draken van de Lentedooi» весь текст электронной книги совершенно бесплатно (целиком полную версию без сокращений). В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. ISBN: , Издательство: Luitingh Fantasy, Жанр: Фэнтези, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.

De Draken van de Lentedooi: краткое содержание, описание и аннотация

Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «De Draken van de Lentedooi»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.

Het daverende slotdeel van een epos over een onlesbaar naar avontuur dorstende groep helden in een tijdloze wereld.
De strijd tegen de draken van koningin Tachisis duurt voort. Gewapend met de geheimzinnige, magische drakenbollen en de glanzende, zilveren drakenlans hopen de metgezellen de laatste slag te winnen en zo de wereld een toekomst te bieden. Maar nu, bij het aanbreken van een nieuwe dag, komen de duistere geheimen die ze stuk voor stuk met zich meedragen een voor een aan het licht. De vrienden ontdekken dat ze eerst hun eigen demonen moeten overwinnen, willen ze een kans maken legen de macht van de Duistere Koningin en haar gevreesde draken.

De Draken van de Lentedooi — читать онлайн бесплатно полную книгу (весь текст) целиком

Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «De Draken van de Lentedooi», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.

Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

‘Dan eindigt je reis hier, mijn oude vriend,’ zei Astinus zonder enig mededogen.

Opnieuw hief Raistlin zijn hoofd. Er lag een koortsachtige schittering in zijn goudkleurige ogen. ‘Dus u kent me wel degelijk! Wie ben ik?’ vroeg hij op hoge toon.

‘Dat doet er niet meer toe,’ zei Astinus. Hij draaide zich om en wilde de bibliotheek uit lopen.

Achter hem klonk een indringende kreet, en een hand greep zijn gewaad vast en hield hem tegen.

‘Keer me niet de rug toe, zoals je de wereld de rug hebt toegekeerd!’ grauwde Raistlin.

‘De wereld de rug toekeren...’ herhaalde de geschiedkundige langzaam en zachtjes terwijl hij zijn hoofd omdraaide naar de magiër. ‘De wereld de rug toekeren!’ Het kwam zelden voor dat Astinus’ kille stem werd bezoedeld door emotie. Nu echter sneed woede door de onverstoorbare kalmte van zijn ziel als een steen die in stilstaand water wordt gegooid.

‘Ik? De wereld de rug toekeren?’ Astinus’ stem galmde door de bibliotheek als de donder kort daarvoor. ‘Ik bén de wereld, zoals jij maar al te goed weet, oude vriend! Talloze keren werd ik geboren. Talloze doden stierf ik. Bij elke traan die werd geplengd, weende ik. Bij elke druppel bloed die vloeide, bloedde ik mee. Elk pijntje, elke vreugde die ooit iemand heeft gevoeld heb ik gedeeld!

Ik zit met mijn hand op de Sfeer van de Tijd, de sfeer die jij voor me hebt gemaakt, oude vriend, en ik reis alle windstreken van deze wereld af om de geschiedenis ervan vast te leggen. Ik heb de gruwelijkste misdaden begaan. Nobel heb ik me opgeofferd. Ik ben mens, elf en oger. Ik ben man en vrouw. Ik heb kinderen gebaard. Ik heb kinderen vermoord. Ik heb je gezien zoals je was. Ik zie je zoals je bent. Misschien lijk ik kil en gevoelloos, maar alleen zo kan ik in leven blijven zonder mijn verstand te verliezen. Mijn passie gebruik ik voor mijn woorden. Degenen die mijn boeken lezen, weten hoe het is om in elk willekeurig tijdperk te hebben geleefd, in elk willekeurig lichaam dat ooit op deze wereld heeft rondgelopen.’

Zwakjes liet Raistlin het gewaad van de geschiedkundige los, en hij zeeg neer. Zijn kracht vloeide nu snel weg. Maar de magiër klampte zich vast aan Astinus’ woorden, al voelde hij de kille hand van de dood om zijn hart. Ik moet blijven leven, heel even nog. Lunitari, geef me nog een paar tellen, bad hij tot de geest van de maan waaraan de magiërs van de Rode Mantel hun magie ontleenden. Hij wist dat hij iets te horen zou krijgen. Iets wat hem zou redden. Als hij het nog even kon volhouden.

Astinus’ ogen vonkten toen hij naar de stervende man keek. De woorden die hij hem toebeet had de kroniekschrijver talloze eeuwen lang opgekropt.

‘Op de laatste, volmaakte dag,’ zei Astinus met bevende stem, ‘komen de drie goden samen: Paladijn, gehuld in zijn Stralende Licht, Koningin Tachisis, gehuld in haar Duisternis, en tot slot Gilean, Heer van de Neutraliteit. In hun handen hebben ze elk een Sleutel van Kennis. Die Sleutels zullen ze op het grote Altaar leggen, en op dat Altaar zullen ook mijn boeken worden gelegd: het verhaal van elk wezen dat ooit op Krynn heeft geleefd. En dan zal eindelijk de wereld compleet zijn...’

Astinus zweeg ontzet toen hij besefte wat hij had gezegd, wat hij had gedaan.

Maar Raistlins ogen zagen hem niet meer. Zijn zandlopervormige pupillen waren groot, en het goud eromheen gloeide als een kolenvuur.

‘De Sleutel...’ fluisterde Raistlin verrukt. ‘De Sleutel! Nu weet ik het... Nu weet ik het!’

Zo zwak dat hij zich nauwelijks kon verroeren stak Raistlin zijn hand in het kleine, onopvallende buideltje dat aan zijn riem hing en haalde de drakenbol, zo klein als een knikker, tevoorschijn. Met bevende hand hield de magiër hem vast, zodat hij erin kon kijken met ogen waarin het licht elk moment dreigde te doven.

‘Ik weet wie je bent,’ prevelde Raistlin met zijn laatste adem. ‘Ik weet nu wie je bent, en ik smeek je: kom me te hulp, zoals je me in de Toren en in Silvanesti te hulp kwam. Ik ga akkoord. Red mij, en daarmee jezelf!’

De magiër zakte ineen. Zijn hoofd met het schaarse, dunne, witte haar zakte neer op de grond en de ogen met het vervloekte zicht gingen dicht. De hand met de bol werd slap, maar de vingers ontspanden niet. Die hielden de bol in een greep sterker dan die van de dood.

Roerloos bleef Raistlin, nu niet meer dan een hoopje botten gehuld in een bloedrood gewaad, liggen tussen de papieren waarmee de door spreuken geteisterde bibliotheek bezaaid was.

Astinus bleef een hele tijd naar het lichaam staan kijken, dat baadde in het bonte, paarsgetinte licht van de twee manen. Toen verliet de geschiedkundige met gebogen hoofd de stille bibliotheek en deed opnieuw met bevende handen de deur achter zich op slot.

Terug in zijn studeerkamer staarde de geschiedkundige uren achtereen met niets ziende ogen in de duisternis.

6

Palanthas.

‘Geloof me nou, het was Raistlin.’

‘Geloof mij nou, nog één zo’n wollige-olifant-, teleporteerring- of planten-die-van-lucht-leven-verhaal en ik draai die hoopak om je nek!’ snauwde Flint boos.

‘Het was echt wel Raistlin,’ antwoordde Tasselhof, maar hij zei het binnensmonds terwijl ze samen over de brede, glanzende straten van de prachtige stad Palanthas liepen. Na al die jaren wist de kender precies hoe ver hij bij de dwerg kon gaan, en Flints irritatiedrempel was erg laag tegenwoordig.

‘En waag het niet om Laurana lastig te vallen met je wilde verhalen,’ beval Flint, die Tas’ bedoelingen haarscherp doorzag. ‘Ze heeft al genoeg aan haar hoofd.’

‘Maar...’

De dwerg bleef staan en staarde de kender grimmig aan vanonder zijn borstelige witte wenkbrauwen.

‘Beloof je het?’

Tas zuchtte. ‘Ja, goed dan.’

Hij zou het allemaal veel minder erg vinden als hij niet zo zeker wist dat hij Raistlin echt had gezien. Hij en Flint liepen langs de trap van de grote bibliotheek van Palanthas toen de kender met zijn scherpe ogen een groep monniken ontwaarde die om iets heen stonden dat op een van de treden lag. Toen Flint even bleef staan om bij een gebouw aan de overkant van de straat een uitzonderlijk staaltje dwergenbouwkunst te bewonderen, maakte Tas van de gelegenheid gebruik om stilletjes de trap op te sluipen en te kijken wat er aan de hand was.

Tot zijn grote verbazing zag hij dat een man die precies op Raistlin leek, compleet met goudkleurige, metaalachtige huid en rood gewaad, van de trap werd getild en de bibliotheek werd binnen gedragen. Maar tegen de tijd dat de kender rennend de straat was overgestoken, Flint in zijn kraag had gegrepen en de mopperende dwerg naar de bibliotheek had gesleurd, waren ze alweer verdwenen.

Tasselhof rende zelfs de trap op, bonkte op de deur en eiste te worden binnengelaten. Maar de Estheet die opendeed keek zo ontzet bij de gedachte dat er een kender de grote bibliotheek zou binnenkomen dat de beschaamde dwerg Tas snel meenam voordat de monnik zijn mond kon opendoen.

Omdat ‘belofte’ voor een kender nu eenmaal een nogal vaag begrip is, overwoog Tas om het toch tegen Laurana te zeggen. Toen bedacht hij echter hoe de elfenmaagd er de laatste tijd uitzag: bleek en afgetobd door verdriet, zorgen en slaapgebrek, waarop de teerhartige kender besloot dat Flint misschien wel gelijk had. Als het inderdaad Raistlin was, dan was hij waarschijnlijk in de stad om in het geheim iets te regelen en zou hij het niet op prijs stellen als ze hem onuitgenodigd kwamen opzoeken. Maar toch...

Met een diepe zucht liep de kender verder, schopte steentjes weg en richtte zijn aandacht op de stad. Palanthas was de moeite van het bekijken meer dan waard. Al tijdens de Machtstijd was de stad beroemd om zijn schoonheid. Geen enkele andere stad op Krynn kon eraan tippen, tenminste, volgens de mensen. De stad was in een cirkelpatroon gebouwd, ruwweg als een wiel, met het centrum als de as waar alles omheen draaide. Alle belangrijke gemeentegebouwen bevonden zich daar, en de indrukwekkende, brede trappen en sierlijke zuilen waren adembenemend mooi. Vanuit die binnenste cirkel leidden brede straten naar de acht belangrijkste kompaspunten. Die straten, naadloos geplaveid (door dwergen uiteraard) en geflankeerd door bomen die het hele jaar door getooid waren met een bladerdak dat leek op goudkleurig kant, leidden naar de zeehaven in het noorden en naar de zeven poorten in de Oude Stadsmuur.

Читать дальше
Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Похожие книги на «De Draken van de Lentedooi»

Представляем Вашему вниманию похожие книги на «De Draken van de Lentedooi» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.


Отзывы о книге «De Draken van de Lentedooi»

Обсуждение, отзывы о книге «De Draken van de Lentedooi» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.

x